Trouw, geweten van linksdragende christenen, brengt vandaag een buitengewoon merkwaardig artikel. De opzet is lovenswaardig: de reacties van Egyptische moslims peilen over de bomaanslagen die hun christelijke landgenoten treffen. Naar de titel van het artikel gekeken laat het Islamitische sentiment zich raden: 'Christenen hadden een lesje verdiend.' De redacteur komt echter pas tot deze ontluisterende conclusie nadat hij zijn artikel heeft gelardeerd met de vele uitingsvormen van overbevolking, armoede en een schurkachtige staat. Als wilde hij zeggen: moslims kunnen er niets aan doen dat zij christen vervolgen.
Wij worden in de eerste alinea na de lead getrakteerd op een mooie fecaliënvergelijking: 'De overheid behandelt ons als stront', zo meldt een islamitische koopman. Nu vraag ik me af of dat een verklaring is voor het toenemende antichristelijke geweld in Egypte, maar de redacteur vindt het van het grootste belang dat het niet onvermeld blijft. Net als het volgende:
De christelijke auteur Amin Makram Ebeid zegt in meer gepolijste taal hetzelfde als koopman Mahmoed: De staat ontneemt de mensen hun waardigheid.
Nu vraag ik u wat de staat ermee te maken heeft. Dat is echter een uiting van mijn onwetendheid, want 'de staat' zou verantwoordelijk zijn voor de onvrede in Egypte:
De onvrede zoekt een uitweg. Tot de kwellingen van het land van de tien bijbelse plagen behoren de gigantische overbevolking en armoede. Wantrouwen, in de hand gewerkt door vergaande rechteloosheid, ondermijnen de loyaliteit aan de staat. Andere, soms gevaarlijke nieuwe loyaliteiten komen daarvoor in de plaats.
Dus als de staat het verknalt, is het logisch gevolg dat mensen loyaal worden aan andere (antichristelijke) clubs? Dat is allemaal perfect te legitimeren. Je moet mensen nooit aanspreken op hun eigen moraal en waardigheid, maar enkel zien als willoze speelbal van externe machten. Is hier een UvA-socioloog aan het woord?
Na de lezer te hebben ingeleid in de penibele situatie waarin de moslims in Egypte verkeren, wordt de tragische conclusie van zijn rondvraag bekend gemaakt.
Feit is dat veel moslims, zonder de moorden goed te keuren, wel vonden dat de christenen een lesje hadden verdiend.
Verderop worden allerhande politieke factoren (president Mubarak is oud en zijn toekomst is onzeker) aangedragen die de onrust zouden kunnen verklaren en zo gaat het even door. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de redacteur zich geconfronteerd zag met een ongemakkelijke waarheid.