Het Rode Kruis luidt de alarmklok over Europa, omdat structurele werkloosheid en sociale uitsluiting voor miljoenen burgers dreigt, de rechtspositie van werknemers verder dreigt te worden uitgehold en de enige groeisector die van de voedselbanken lijkt te zijn.
De EU als hoeder van de banken en de multinationals, waarschijnlijk tot volle tevredenheid van voormalig veilingmeester Pechtold, maar voor grote delen van de Europese bevolking rest weinig anders dan de bedelstaf. Intussen zouden we in al dit klokkegebeier bijna vergeten dat ook de WTO bezig is de belangen van vooral de grote bedrijven te behartigen ten koste van het middenbedrijf en de middenklasse van Europa.
'Really Good Friends of Services' heet de club die stilletjes de onderhandelingen voorbereidt voor de liberalisatie van allerlei diensten wereldwijd. Wiens vrienden zijn dat? Duidelijk niet van de locaal opererende middenbedrijven. En wie kent niet het 'Apellate Body', het permanent rechtsprekend orgaan van de WTO, bestaande uit zeven leden, die door de Assemblee van Staten voor een periode van vier jaar worden benoemd (en één keer herbenoembaar zijn). Verantwoordelijk voor een opeenstapelig van wetgeving. Wetgeving die een supranationaal karakter kent, die weer vooral in het belang is van multinationaal opererende bedrijven.
Zo heeft het AB in september 2007 bepaald dat de regelgeving van de Europese Unie geamendeerd dient te worden. Dit betekent dus dat de WTO optreedt als 'internationaal gerechtshof', wiens uitspraken de nationale regeringen en parlementen overstijgt! Bovendien bepaalt de AB of het 'bewijsmateriaal' eigenlijk wel noodzakelijk is. Dat is verstrekkend, want dat betekent, dat bijvoorbeeld argumenten van religieuze, politieke of ethische aard niet langer 'noodzakelijk zijn voor de bescherming van de publieke moraal', maar wenselijk. Mooi voorbeeld is dat de WTO in 2005 zich opeens ging bemoeien met immigratie. Er werd toen al uitgebreid gedebatteerd over de vraag of westerse landen de visamogelijkheden voor tijdelijke arbeidskrachten dienden te verruimen (WTO vond van wel). Vastgesteld moet worden dat de WTO steeds meer (politieke) macht naar zich toetrekt en de vraag die daarbij gesteld kan worden is of dat wel wenselijk is.
Het ligt dus voor de hand dat in toekomstige zaken de AB opnieuw uitspraken zal doen over ethische, politieke of milieuvraagstukken. Ook zullen landen moeten luisteren naar de AB inzake opgelegde importrestricties, kinderarbeid of religieuze aangelegenheden. Als westerse landen handelsrestricties zouden willen instellen tegen bijvoorbeeld een dictatuur uit het Midden-Oosten, dan zou de WTO weleens daar voor kunnen gaan liggen. En wat te denken van cultureel protectionisme? Bijvoorbeeld de Franse wet die bepaalt dat een zeker percentage van de liedjes van Franse makelij moet zijn. Besluiten hierover zijn voortaan in handen van de WTO en hun zeven beslissers van de Appelate Body. Was dit de oorspronkelijke idee van een mondiale vrijhandelsorganisatie? Het moge duidelijk zijn dat geen enkel besluit van supranationale organisaties, zoals ook de WTO is geworden, vrij zijn van politieke gemotiveerde keuzes. Vanuit de WTO wordt een neoliberaal gezichtspunt (mondiale vrijhandel) institutioneel verankerd en politiek beïnvloed.
De vraag is of dit nodig en wenselijk is. In 1913, toen er nog geen supranationale organisatie bestond die de nationale handelsbarrières coördineerde, werden er naar verhouding meer internationale investeringen gepleegd dan tot diep in de jaren negentig van de vorige eeuw. Maar er komen steeds meer wereldvreemde types die open en bloot pleiten voor een wereldregering, zoals de president van het Center for Global Development, Nancy Birdsall. Zij beweert met droge ogen:
"...ordinary people are better off with global institutions, notwithstanding their weakness relative to their most powerful sovereign members and their lack of legitimacy relative to their democratic members".
Dit soort wereldvreemde vredestichters zijn 'useful idiots' voor bedenkelijke clubs als 'the really good friends of services' van de WTO. Het valt te hopen dat er binnen de natiestaten van West-Europa er nog voldoende nuchter denkende mensen overblijven om dit soort gekkigheid buiten de deur te houden. Maar echt gerust ben ik er niet op.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.