Het OM eist een boete van 500 euro voor het platleggen van tientallen Shell-stations. Greenpeace komt er weer veel te makkelijk mee weg.
Is Greenpeace een vredelievende organisatie die het beste voor heeft met het milieu en de aarde of is Greenpeace een schimmige actieclub met een duister verleden als het gaat om strafbare buitenparlementaire acties? Het laatste is aannemelijker.
Vorig jaar bestormden Nederlandse activisten van Greenpeace tientallen tankstations van Shell door het hele land; de brandstofslangen werden vastgemaakt en de economische schade voor Shell liep in de tienduizenden euro's. Dat was september 2012. Bijna een jaar later horen de Greenpeace-activisten een zeer minimale straf tegen zich eisen.
Het Openbaar Ministerie eist dat ze een boete van 500 euro betalen. Daarnaast moeten ze een voorwaardelijke boete van 500 euro krijgen, voor het geval ze weer plannen hebben om de tankstations te saboteren. Een goedkopere marketingstunt is er niet.
Het afschrikwekkende aan het bericht over de strafeis van het OM is dat slechts één van de achttien activisten aanwezig was tijdens de uitspraak van de eis. Volkomen respectloos. Greenpeace vindt de Nederlandse rechtsstaat maar vervelend, een sta-in-de-weg. De wet geldt niet voor Greenpeace, want Greenpeace is een 'idealistische' organisatie en die moet je niet teveel lastig vallen met de 'regeltjes'.
Volgens Greenpeace was de actie - die Shell dus heel veel geld heeft gekost - 'proportioneel', omdat Shell niet 'luistert' naar de protesteren van de actieclub. Greenpeace neemt het heft dus in eigen hand. De koude rillingen lopen over mijn rug bij de gedachte aan wat Greenpeace-activisten allemaal 'proportioneel' vinden als een organisatie of politieke partij niet wil 'luisteren' naar de eisen van Greenpeace.
Het valt te hopen dat de rechter, net als in de zaak-Donnie Rog, een veel hogere straf uitdeelt dan het OM eist. Maar dat is ijdele hoop, vrees ik.