Oud-correspondent voor NRC Handelsblad Michel Krielaars schreef een boek over Rusland, aan de hand van Anton Tsjechov. De parallellen tussen het Rusland van Tsjechov en nu zijn ontluisterend.
Ze zijn er bij de vleet, de boeken van (oud-)correspondenten die verslag doen van alle indrukwekkende, bijzondere en idiote dingen die ze in hun stationeringsland hebben meegemaakt. Meestal zijn het fijne boeken om te lezen, want schrijven kunnen de meeste journalisten wel, maar ver boven een verzameling vermakelijke anekdotes uitstijgen doen veel van zulke boeken niet.
Het brilletje van Tsjechov, een verslag van Michel Krielaars jaren in Moskou voor NRC Handelsblad, is niet zon boek. Met een vlotte, zij het niet erg opmerkelijke stijl beschrijft hij namelijk niet alleen zijn eigen belevenissen, maar plaatst deze duidelijk in de context van het Rusland van nu. Daarnaast is het boek ook een zoektocht naar de schrijver Anton Tsjechov, en wat er in het huidige Rusland nog van hem is overgebleven. Vervolgens is het ook nog een vergelijking tussen het Rusland van Tsjechov, in de tweede helft van de negentiende eeuw, en het Rusland van nu. Die parallellen zijn verhelderend en niet zelden ontluisterend.
Alcoholmisbruik
Natuurlijk, de bekende clichés over Rusland passeren de revue: wijdverbreid alcoholmisbruik, de vijandigheid naar vreemdelingen én de ongekende hartelijkheid naar vrienden, de enorme corruptie en wanstaltige rijkdom van een kleine elite, de gewone Rus die met behulp van wat geritsel en de groenten van zijn datsja het hoofd net boven water weet te houden.
Toch is het fascinerend om te lezen hoe al deze zaken zich in de praktijk tot elkaar verhouden. De duivel zit hem hierbij in de details. Zoals de vrouwen die in het Verre Oosten, vlakbij Vladiwostok, sinds tien jaar in toenemende mate met Chinezen trouwen en kinderen krijgen, omdat de Russische mannen massaal aan de drank zijn. Het Russische wanbeleid leidt hier tot demografische veranderingen die nog wel eens belangrijke consequenties in de toekomst zouden kunnen krijgen.
Of een bezoekje aan de ontnuchteringspolitie in Jaroslavl, waar openbaar dronken mensen (meestal mannen) een tijdje in de cel worden geplaatst om te ontnuchteren. Een oudere man zegt maar 700 ml wodka te hebben gedronken: Zoveel drink ik elke dag. Ik ben met pensioen, wat moet ik anders? Twee andere mannen zeggen maar een liter wodka op te hebben, omdat we vandaag de terugtrekking uit Afghanistan (in 1989! FvL) hebben gevierd. Hilariteit alom. Maar het toont ook aan hoe moeilijk het is om in dit land iets van verandering door te voeren.
Kampcommandant
En als een soort van wrange running gag zijn daar de Russische vrouwen die, met name in de provincie, Krielaars uit het niets huwelijksaanzoeken doen, wanhopig als ze zijn om te ontsnappen aan de uitzichtloze armoede, maar vooral de (ja, daar is hij weer) drankzucht en het bijkomende geweld van de Russische mannen. Overigens merkt Krielaars hier wel bij op dat veel Russische vrouwen zelf ook niet de makkelijkste zijn, en met hun verwende en veeleisende gedrag menig man (Russisch of niet) tot wanhoop hebben gedreven. Als je net verliefd bent, wast ze je voeten, maar een dag na de bruiloft verandert ze in een kampcommandant en doet ze niets meer, meent ook een Russische vriendin van Krielaars.
In zijn beschrijvingen van het leven van Tsjechov, die opgroeide in een tijd dat Rusland weliswaar economisch sterk groeide, maar zuchtte onder een onderdrukkend, reactionair Tsaristisch regime, zijn angstwekkend veel parallellen te trekken met het Rusland van nu. De toenemende invloed van veiligheidsdiensten en van de Russisch-orthodoxe kerk, de gigantische armoede buiten Moskou en Sint-Petersburg, een agressief buitenlands beleid om de stijgende binnenlandse onrust af te weren, de verlammende bureaucratie, de alomtegenwoordige lethargie en het cynisme (Zoals een Rus Krielaars adviseert, als deze heeft gezegd dat hij weg moet om een artikel te schrijven: Werken kun je ook morgen. Zo doen we dat in Rusland altijd. Eerst zuipen en eten, en daarna een beetje werken. Bovendien zuig je dat nieuws toch uit je duim, want zo doen Russische journalisten dat ook.).
En toch zijn er ook genoeg mensen die gewoon goed hun werk doen, zoals de politieagenten in Jaroslavl, maar ook zovele anderen: IT-specialisten, artsen, zelfs lokale bestuurders. Maar een combinatie van de duizelingwekkende corruptie van en het machtsmisbruik door de elite (honderdduizenden zakenmensen zitten bijvoorbeeld vast vanwege valse aanklachten, terwijl hun bezittingen zijn geroofd door een kongsi van politie, rechterlijke macht, hoge ambtenaren en criminelen) en het ingebakken fatalisme van veel Russen zeker buiten de grote steden maken dat er op korte termijn weinig positieve veranderingen te verwachten zijn.
Communisten
Erg mooi zijn de passages over Tsjechov, over zijn worsteling met zijn veeleisende familie, en de manier waarop hij zijn belevenissen wist te benutten voor zijn verhalen en toneelstukken, en zijn beschrijvingen van Rusland aan het einde van de negentiende eeuw. Veel blijkt er vaak niet te zijn veranderd behalve in Moskou, waar de bouwwoede van achtereenvolgens communisten en biznezmenny de stad onherkenbaar hebben veranderd (maar vaak niet ten goede). De stad, met nog geen miljoen inwoners in Tsjechovs tijd, heeft er nu waarschijnlijk zon vijftien miljoen, en groeit nog steeds koortsachtig. De hartenkreet van de drie zussen in de provincie in Tsjechovs toneelstuk Drie zusters, Naar Moskou, naar Moskou!, is onverminderd actueel.
De stad vervult dus dezelfde functie als in de negentiende eeuw, toen Tsjechov Moskou al zag als de dynamische tegenpool van de inertie en lamlendigheid van zijn meeste landgenoten, aldus Krielaars. Maar het blijft een vlag op een hele grote modderschuit. Ik zei het je toch: dit is een door God vervloekt land, aldus een bekende van hem, na een deprimerend bezoek aan een ziekenhuis. En het zal nooit goed komen (Tijdens dat bezoek zei een arts over de mogelijke gevolgen van de gigantische smog die Moskou teisterde tijdens de zomer van 2010: Het is allemaal zo erg niet. Die droge rook is onschadelijk voor astma- en bronchitislijders. Maar je krijgt er wel vier jaar eerder kanker van). Toch was het fijn om over de schouder van Krielaars mee te kunnen kijken. Al was het maar als ramptoerist.