1. Home
  2. 'Populisten laten al jaren het brandalarm afgaan. Wordt het niet eens tijd om te blussen?!'
GtYTvjNV2ZEmaxres 750x410 1

'Populisten laten al jaren het brandalarm afgaan. Wordt het niet eens tijd om te blussen?!'

Geen categorie22 mrt 2021, 15:30
Sid Lukkassen las het werk Concurrent of bondgenoot (2020), van SGP-denktankmedewerker Hans van de Breevaart. Een belangrijk boek, denkt Lukkassen: "Met de landelijke verkiezingen in achteruitkijkspiegel zijn er meerdere splinterpartijen tussen FVD en PVV ontstaan, waarbij toekomstige historici zullen terugblikken op deze rumoerige periode," meent hij: "Eén van de meest belangrijke en pregnante boeken die hierbij als toonaangevende bron zal dienen, is Concurrent of bondgenoot."
Onlangs besprak ik in de Zuilcast met Hans van de Breevaart over zijn recente boek. Het gesprek gaat over het populisme en de SGP, de macht van Big Tech en over sociale samenhang en soevereiniteit in eigen kring.
Als het aankomt op boekbesprekingen dan is uw auteur, zeker waar het de mainstream media betreft, één en ander gewend. Hoogst zelden hebben we échter zo’n bevooroordeelde behandeling van een boek gezien, als in het Nederlands Dagblad waarin Piet H. de Jong het werk bespreekt van SGP-denktankmedewerker Hans van de Breevaart, getiteld Concurrent of bondgenoot (2020). Vanaf het eerste woord is duidelijk dat het boek moet worden kapotgerecenseerd en dat de auteur dient te worden neergezet als iemand die niet deugt.
De ondertitel van het boek luidt “een christelijk perspectief op populisme.” In dit licht is de blinde afkeer van alles wat riekt naar populisme in deze bespreking ronduit verbazend. Het ND is gelieerd aan de ChristenUnie. Het is jammer en ronduit kwalijk dat zelfs boekbesprekingen zó zijn gepolitiseerd. Het doet denken aan een opmerking van de historicus Geerten Waling:

“Alle poortwachters kennen elkaar, dus een boek staat of valt met een bekende uitgever. Dat oude model betekende ook dat controversiële boeken, ‘incorrecte’ meningen en omstreden auteurs weinig kans maakten in het publieke debat. Dit geeft personen in die bubbels op hun beurt reden zich verder af te keren van de ‘mainstream media’.”

Als genoemd minpunten staat er bijvoorbeeld dat Van de Breevaart “het frame overneemt van de populistische denkwijze.” Wie het boek leest, constateert echter iets anders, namelijk dat de auteur probeert te begrijpen waar de kloof tussen populistische partijen en middenpartijen ontstaat. Dit is iets anders dan een blinde apologie voor populisme: Van den Breevaart wil de argumenten van de populisten wegen op hun eigen merites.
Voor die poging, überhaupt, kan De Jong geen sympathie opbrengen, maar enkel ten stelligste moreel veroordelen. Door de argumenten van populisten inhoudelijk te onderzoeken, zou de schrijver “het pad effenen voor viruswappies en complottheorieën.” Niet alleen wordt Van den Breevaart afgerekend op standpunten verwoord door de mensen die zijn onderzoeksonderwerp zijn, hij wordt zelfs veroordeeld voor dingen die niet zijn gezegd.
Als we geen neutrale en onbevooroordeelde besprekingen van boeken meer kunnen hebben, zelfs niet van onderzoeksboeken, dan is het einde van onze open intellectuele cultuur in zicht. Met de landelijke verkiezingen in achteruitkijkspiegel zijn er meerdere splinterpartijen tussen FVD en PVV ontstaan, waarbij toekomstige historici zullen terugblikken op deze rumoerige periode. Eén van de meest belangrijke en pregnante boeken die hierbij als toonaangevende bron zal dienen, is Concurrent of bondgenoot. De protestantse theoloog Van de Breevaart duidt populisme vanuit een brede waaier aan thema’s. Hij bekijkt het maatschappelijk middenveld, immigratie, integratie, klimaatbeleid en de EU. Zijn analyses hebben alle potentie om slapende kiezers de ogen te openen. Ik durf zelfs te zeggen: hij schreef het meest geredpillde boek van deze verkiezingsperiode.
De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) scheidde zich zo’n eeuw geleden af van de protestantse politieke stroming verenigd onder Abraham Kuyper. De reden was dat het politieke christendom te mainstream was geworden en te ver afdreef van de protestantse fundamenten. Tot vandaag is de SGP vóór de doodstraf en ook van het vrouwenkiesrecht is men geen fan. Vooruit, als het echt niet anders kan dan mag inmiddels ook een vrouw de politieke beginselen van de SGP vertegenwoordigen. Maar dat is zéker niet het uitgangspunt. Ook voor abortus en het homohuwelijk is hier op zijn zachtst gezegd weinig enthousiasme te bespeuren.
Men zou zeggen: wat een heerlijke conservatieve partij! Gewoon puur en authentiek in de smaak, zoals de PVDA in België nog onvervalste communisten heeft. Maar nu wil het lot dat de SGP zich de laatste decennia steeds meer opwierp als onderstutting van regeringscoalities, terwijl juist die regeringen alsmaar technocratischer, progressief-activistischer en linksliberaler werden. Jan-Peter Balkenende (CDA) werd bijvoorbeeld gekozen op een conservatief programma, maar voerde in de praktijk een neoliberaal beleid. De SGP gedoogde dit zonder morren. Van de Breevaart schrijft:

“De managers van grote instellingen en multinationals profiteren van zowel een links-liberale politiek als van de toenemende globalisering. Het kiezersvolk achter ‘de elite’ wordt ondertussen gevormd door hen die hun brood verdienen binnen de instellingen die door experts geleid worden. Daarnaast zijn er de medewerkers van multinationals en ngo’s die zich identificeren met het globale karakter van de organisatie waarvoor zij werken.” (p.80-81)

Het is de auteur duidelijk dat het maatschappelijk middenveld niet voor christelijk-conservatieve denkbeelden of beleidspunten te mobiliseren is. De bijbehorende instellingen en verenigingen zijn overgenomen door cultuurmarxisten en zelfs wie niet cultuurmarxistisch is, laat zich leiden door overwegingen rond beeldvorming en imagoschade. In dit licht is het zeer tekenend wat de auteur te berde bracht tijdens de officiële boekpresentatie, die onder Gods zegen ondanks de coronacrisis tóch kon doorgaan. Naar eigen zeggen heeft Van de Breevaart als auteur méér vrijheid ervaren bij het wetenschappelijk instituut van de SGP dan bij de Universiteit van Leiden, ooit.
Het boek is geschreven tégen de zelfvoldaanheid van onze eigen tijd, die zich superieur waant aan de andere tijden. Alsof wat achter ons ligt per definitie primitiever en minder ontwikkeld zou zijn, dan dat wat zich vandaag afspeelt en door de culturele progressieve instellingen wordt gebillijkt. Al decennia trekken populistische politici zorgwekkende verhalen op vanuit de haarvaten van de samenleving. In die zin schudden zij mensen wakker. Inmiddels is het de hoogste tijd om niet alleen het brandalarm te laten afgaan, maar ook de brand eens te blussen.
Van de Breevaart is niet zomaar een bemanningslid van de ‘Renaissancevloot’ – het lijkt soms alsof hij hoogstpersoonlijk de zeilen hijst. Dus ja, Piet H. de Jong heeft een punt als hij bij de auteur enige sympathie voor het populisme bespeurt, maar de schrijver staaft alles met analyses en feiten. Die feiten passen niet goed in het referentiekader van de De Jong, en dus neemt hij het de auteur kwalijk dat ook ‘alternatieve feiten’ een plek hebben in het boek. Maar alternatieve feiten zijn geen onwaarheden – het zijn feiten die in de mainstream media liever worden doodgezwegen, zoals de meisjeshandel door Pakistaanse bendes in Telford en Rotherham of de massa-aanrandingen van de nieuwjaarsnacht in Keulen.
De auteur legt bijvoorbeeld glashelder uit dat de hysterie over ‘het ondermijnen van de rechtstaat’ ongefundeerd is. De populisten stellen het referendum voor als kleine correctie op de democratie, omdat veel geluiden nu worden genegeerd door de bestuurlijke elite. Zelf is de SGP natuurlijk niet populistisch, maar confessioneel-conservatief: “Wij doen niet aan identiteitspolitiek: wij zetten geen mensen weg. Wij gaan eerst een rustig lezen, we laten het eens op ons inwerken en daarna vellen we ons oordeel.” Oftewel, onderzoek alles en behoud het goede.
In de theologie van de SGP worden het socialisme en liberalisme bezien als twee dochters van dezelfde zieke moeder. Waar de confessioneel-conservatieven spreken over de maatschappij, bedoelen zij het maatschappelijk middenveld en verenigingsleven, kortom de natie als expliciet afgescheiden deel van de staat. Precies die sfeer is onherroepelijk en ongeneeslijk verloren aan het cultuurmarxisme. Dit stelt de conservatieven voor een existentiële uitdaging: het ligt immers niet in hun aard om dan, zoals de socialisten, de staat maar de hoofdrol te geven bij het organiseren van sociale banden tussen mensen. Verdere liberalisering zal echter uitdraaien op een toenemende commercialisering van alle bezielde betrekkingen.
Deze achtergrond dwingt ons te denken volgens een existentiële breuklijn: alle verziekte instellingen moeten nu als een zieke tumor worden afgesneden en kunnen niet langer tot het conservatieve ‘ons’ worden gerekend. Immers het landsbelang hoort voorop te staan, het streven naar waarheid, en niet het partijbelang in de zin van positieve beeldvorming nastreven door zoete broodjes te bakken met allerlei krachten die jou als conservatief het liefst morgen zouden uitwissen. Sowieso weet iedereen dat de SGP uitsluitend groeit via demografie, gewoon door zelf meer kiezers te maken. Dit is de weg voorwaarts.
De meerwaarde van een auteur als Van de Breevaart is dat hij zijn blik richt op de lange termijn, zich niet fixeert op de man maar op de bal. Hoe het ook loopt met alle populistische splinterpartijen: de maatschappelijke problemen die hun voedingsbodem zijn, blijven aanwezig. Dit maakt zijn visies blijvend actueel.
U kunt Sid Lukkassen volgen via Telegram, zijn nieuwsbrief en steunen via BackMe.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten