De Libische burgeroorlog (want daar mogen we inmiddels wel van spreken) leidt tot voorspelbare reacties in het westen. De gevoelens van onmacht over de wreedheid van het regime worden gesublimeerd tot oproepen tot militaire interventies, ook al is dat op korte termijn helemaal niet mogelijk en hebben de opstandelingen al aangegeven daar helemaal geen behoefte aan te hebben. Tegelijkertijd leiden de beelden van vluchtelingen aan de Tunesische en Egyptische grens tot oproepen om onze grenzen open te stellen voor de arme drommels die het geweld moesten ontvluchten.
Laten we dat dus maar niet doen. De ervaringen met de vluchtelingenstroom uit de Balkan in de jaren negentig leren dat tijdelijke vluchtelingen, als ze eenmaal hier gevestigd zijn, doorgaans niet meer terugkeren naar het land van herkomst.
Omdat opvang in de regio door de instabiliteit van de andere regimes niet echt een optie is, moet dus inderdaad zoals VN Secretaris Generaal Ban Ki Moon
gisteren voorstelde worden ingezet op het enige beschikbare alternatief, namelijk het mogelijk maken van terugkeer naar de eigen thuislanden van de vluchtelingen. Als dat betekent dat Nederland in EU of VN-verband materieel en middelen beschikbaar moet maken om deze transporten mogelijk te maken, dan moet dat maar.