Het is niet alleen onzin als Nederlandse politici nu spijt betuigen over de slavernij, een onrecht dat honderdvijftig jaar geleden door het Nederlands parlement is afgeschaft, het is ook verkeerd. De Nederlanders van nu voelen zich helemaal niet schuldig over wat hun verre voorvaderen in verre streken hebben aangericht en willen zich zo'n schuldgevoel ook niet laten aanpraten. Dan zet zo'n spijtbetuiging kwaad bloed, het tegendeel van wat ermee wordt beoogd. Misschien moeten we zelfs blij zijn dat Desi Bouterse het 'ons' vergeeft. Over die verklaring van Bouta is hier lacherig gedaan, omdat het de wereld op z'n kop zet. De voormalig legerleider is een schurk en in Nederlandse ogen niet in de positie om 'vergeving' te verlenen. Maar hij had de viering in eigen land evengoed kunnen aangrijpen om stemming te maken tegen de oude kolonisator. Bouterse besloot echter tot een handreiking die Nederland niet kan afslaan. Heel erg slim, waarmee hij zich opnieuw een begenadigd volksmenner toont. En laten we niet vergeten dat niet alleen Suriname, maar ook Bouterse zelf, voor honderd procent het product zijn van het Hollandse kolonialisme. Ik heb nooit zo geloofd dat Nederland door schuldgevoel wordt verteerd over de wandaden van het kolonialisme. Als dat zo is, dan heeft dat maar kort geduurd, van halverwege de jaren zestig tot pakweg de jaren tachtig. Na de decembermoorden in Suriname was het wel voorbij, terwijl het vingertje om de (voormalige) koloniën de les te lezen nooit is verdwenen. Dat maakt het voor politici in Suriname en de Nederlandse Antillen ook zo makkelijk om die bemoeizuchtige Hollanders om hun vinger te winden. Tegelijk denk ik dat dat koloniale schuldgevoel, dat alleen bij links en in domineeskringen kortstondig aanwezig was, samenviel met de eerste televisiereportages over de honger in Afrika en de oorlog in Vietnam. Dat maakte indruk op een groot publiek, en het blanke Westen kreeg daarvan de schuld, ofwel omdat het neokolonialistisch of imperialistisch was, ofwel omdat het tegen al het leed in de wereld niks zou willen doen.
De 'modeldekolonisatie' van Suriname was deels het product van die postkoloniale missionarissensfeer. Het progressieve kabinet-Den Uyl wilde, zeker nadat de 'revolutie' in Angola en Mozambique naar het moederland Portugal overstak, niet te boek komen te staan als 'laatste kolonisator ter wereld'. Ook was er in Haagse kringen paniek ontstaan na rellen in Willemstad in 1969, waar mariniers moesten worden ingezet om de orde te herstellen. Niet weer een nieuwe kwestie Indonesië of Nieuw Guinea! Het gevolg was de onafhankelijkheid van Suriname dat dit aanvankelijk niet wilde (de Hindostanen, die een Creoolse overmacht vreesden, wilden het zelfs helemaal niet), terwijl de 'lastige' Antillen (die Nederland liever kwijt dan rijk is) nog steeds onderdeel van het koninkrijk zijn. Het laat zien dat Suriname, en niet alleen de slavenbevolking, voor de Hollanders eigenlijk altijd een ruilmiddel is geweest. Ooit kregen we het in ruil voor New York (ook iets om spijt van te krijgen!). Daarna was het een plantage, met arbeidskrachten die uit alle delen van de wereld (ook uit Nederlandsch- en Brits-Indië) naar Suriname werden gehaald. Een echt land met een eigen cultuur waarop het kon terugvallen was het nooit. En toen het onafhankelijk werd, vertrok de helft van de bevolking naar Nederland, waardoor Suriname nog veel meer verknoopt raakte met het voormalige moederland door wie het verstoten werd. Vanuit de koopmansgeest die in Nederland zo sterk is, was Suriname altijd een slechte deal. Misschien verklaart dat waarom onze koopman bij uitstek, Frits Bolkestein, onze hele houding tegenover de Derde Wereld uit een gemankeerd westers schuldgevoel verklaart. Een opgelegd schuldgevoel ('wij zijn slecht') dat door niemand wordt geloofd en nieuwe mythen ('linkse Gutmenschen spelen mooi weer op onze belastingcenten) in de wereld heeft geholpen.
Het kan dus raar gaan in de geschiedenis van dat kolonialisme. Daarom zou het volgens mij goed zijn om meer aandacht te besteden aan 'ons' koloniaal verleden en dat tegelijk in een mondiaal perspectief te plaatsen. Dan kunnen we zien dat de ontdekkingstocht van de Hollanders over de wereldzeeën op alle continenten sporen heeft nagelaten. Daarmee waren we bepaald niet de enigen: Portugezen, Spanjaarden, Fransen en Britten deden het ook. Maar de onwetendheid over het Hollandse koloniale verleden is groot. Wie weet nog iets over Formosa, Ceylon, Decima, de Goudkust in Afrika, Bahia in Brazilië? Wie weet nog van de bijzondere betrekkingen met het Ottomaanse Rijk? Stel je eens even voor hoe Nederland er vandaag uit zou zien als Indonesië niet na een Hollandse aanwezigheid van driehonderdvijftig jaar in 1949 maar in 1975 onafhankelijk was geworden. Honderd miljoen rijksgenoten erbij, Nederland zou zijn ondergestroomd. Over islamisering gesproken! Zo gezien bofte het moederland toch maar met Soekarno, die op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uitriep. Niet dat Nederland die datum moet erkennen; dat zou geschiedvervalsing zijn en een ontkenning van de strijd die tussen 1945 en 1949 is geleverd. Als voormalige kolonisator kan Nederland niet 'aan de goede kant van de geschiedenis staan', domweg omdat het na 1945 aan de verliezende en vanuit hedendaags perspectief aan de verkeerde kant stond. Maar meer kennis van het Hollandse koloniale verleden zorgt er wel voor dat het huidige zelfbeeld, dat strikt op dat kleine, moerassige en dichtbevolkte stukje aarde aan de Noordzee is gericht, minder eng wordt.
Dan zien we ineens weer dat Nederland groter is dan het kleine stipje op de wereldkaart. Dat handelsmacht Nederland zijn rijkdom voor het grootste deel buiten de eigen grenzen verdient (vooral door daghandel met de eigen buren en met Amerika). Dat Nederland er niks bij wint om zich achter de eigen dijken terug te trekken. Dat immigratie en emigratie onderdeel uitmaken van de Nederlandse geschiedenis en dus van de Nederlandse identiteit. Dat Nederlanders eerder kooplieden zijn dan dominees, al denken kooplieden dat wij vooral dominees zijn terwijl dominees juist het omgekeerde denken. En dat er Nederlanders met een kleurtje zijn als erfenis van een groots en niet altijd even heldhaftig verleden in alle delen van de wereld. Wie dat allemaal niet weet, begrijpt ook niks, en gaat warempel denken dat wij gekkie Henkie zijn door hier de hele wereld binnen te halen. Maar als de onwaarschijnlijk succesvolle Nederlandse geschiedenis van de afgelopen vijfhonderd jaar iets leert, dan is het dat wij geen gekke Henkies zijn. Zelfs Desi Bouterse in Paramaribo, opgeleid in Hollandse kazernes, is een calculerende slimkees. Begonnen als sergeant greep hij de macht en ontwikkelde zich van een ordinaire dictator tot een gewone drugshandelaar met ambtsketen. Al die tijd bleef hij uit handen van de Nederlandse justittie, die hem niet durfde op te pakken. Een zéér Hollands verhaal, wat je er verder ook van mag vinden.