Het is inmiddels alweer zes jaar geleden dat Barack Obama president van de Verenigde Staten werd. Je kan het je bijna niet meer voorstellen, maar toen hij begon was er een zeker gevoel van verfrissing te vinden bij veel mensen. Obama zou de wereld gaan veranderen: vote for change was de slogan van zijn eerste campagne. De wereld was Bush-moe en deze charismatische man met zeer mooie woorden zou Amerika en de wereld veranderen... ten goede, uiteraard.
Eén van de speerpunten van Obama was nieuwe beleid ten aanzien van het Midden-Oosten. Obama gaf speech na speech over hoe islamitische landen een 'ander' Amerika konden verwachten die met hen, niet tegen hen, wilden leven in de wereld. Op verscheidene plekken in het Midden-Oosten, Turkije en Egypte onder anderen, hield Obama speeches over hope and change in de islamitische wereld. Hij prees Egypte en Turkije de hemel in als voorbeelden voor de islamitische wereld. Dit was natuurlijk vóór de "Arabische Lente" en de power grab van Erdogan. Dit waren allemaal mooie woorden die, wanneer ze realiteit waren, een nieuwe wereld betekende.
Ook Rusland kreeg hartverwarmende woorden van Obama. Nieuwe banden met Rusland werden in eerste instantie niet gelegd, maar er werd wel gewerkt aan deëscalatie in Europa. Obama zijn regering was assertief in het onderhandelen met Rusland over het raketverdedigingssysteem van de NAVO in Oost-Europa, maar bleef een echte deal voor zich uitschuiven. In Seoul in maart 2012 was er een gesprek van 30 seconden dat zowel de Amerikaanse als de Russische politiek blootlegde.
Obama vertelde toenmalig president Medvedev (Poetin was premier, maar zou in mei weer president worden) dat hij na de 2012 presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten ‘meer flexibiliteit’ zou krijgen ten aanzien van de onderhandelingspositie van de Verenigde Staten. Medvedev antwoordde dat hij de informatie aan Poetin door zou geven. Met andere woorden, Obama was bereid tot grote concessies ten aanzien van Europese veiligheid en Medvedev was Poetins spreekpop.
Obama's grootste probleem als president van de Verenigde Staten is dat hij zelf in zijn eigen speeches is gaan geloven. De woorden zelf zag hij als enorme machtsfactor. Obama zag draagvlak voor zijn woorden en dacht dat als hij het zei, het ook ging gebeuren. Dat was een naïeve conclusie van Obama en zijn adviseurs (want, laten we eerlijk zijn, een president is niks zonder adviseurs). Buitenlandse politiek draait niet alleen om lovende woorden in speeches. Reagans 'Tear Down This Wall'-speech was krachtig, maar natuurlijk alleen doordat er buitenlandse culturele, militaire en politieke druk achter zat. Buitenlandse politiek is een spel waarin diplomatie, tact en geopolitieke machtsbalans, en niet alleen mooie worden, bepalend zijn.
De Obama-regering is ook naïef geweest ten aanzien van andere machten. Het idee dat iedere politicus en wereldmacht "een betere wereld" wil bewerkstelligen is de politiek van een leunstoel generaal. In theorie klinkt dat heel mooi, in de praktijk is het klinkklare onzin. Alle brandhaarden die we de afgelopen jaren hebben zien ontstaan, Syrische burgeroorlog, Boko Haram, Oekraïne etc., zijn allemaal het resultaat van mensen die iets heel anders willen dan een betere wereld of, op zijn minst, een dubieuze visie hebben op een betere wereld. En er zijn potentieel veel meer van dit soort conflicten op de wereld die allemaal een realistische, niet een idealistische, aanpak vragen.
We kunnen van geen enkele politicus op aarde verwachten dat hij wereldvrede brengt en alle brandhaarden voorkomt. Maar als we kijken naar Obama's 'red line' ten opzichte van Syrië, zijn naïviteit ten opzichte van Rusland en de "Arabische Lente" belooft dat niet veel goeds voor de komende twee jaar, gegarandeerd vol internationale onrust. Een forse dosis realisme bij Obama kan levens redden en het internationale politieke landschap veranderen... ten goede, uiteraard.