Vanwege het reces zijn er deze week geen peilingen, maar Maurice de Hond was zo vriendelijk om alsnog een analyse van het politiek stelsel in te sturen. De Hond analyseerde lange termijn trends, deze suggereren dat sinds 1994 een veenbrand woedt in de Nederlandse politiek. De burger wordt mondiger, kijkt vaker buiten zijn eigen bubbel en kiest vooral voor lokale partijen. De traditionele partijen PvdA en CDA verliezen. De VVD leeft iets op, maar vooral lokale initiatieven zijn succesvol.
Terwijl de kiezer steeds meer bewust wordt van het effect van massamedia op publieke opinie en door haar eigen bubbel prikt, verliezen de traditionele partijen veel van hun aanhang. Deze bewustwording bij de kiezer wordt gevoed door de onverwachte verkiezing van Donald Trump en de behandeling van het concept nepnieuws in het maatschappelijk debat. Ook het internet en de opkomst van alternatieve media en een verbeterde informatievoorziening leidt tot de opkomst van nieuwe initiatieven.
Maar, eigenlijk speelt een politieke aardverschuiving al veel langer, aldus de Hond. Deze is vooral gesymboliseerd door de opkomst van Pim Fortuyn, maar over de afgelopen veertig jaar zijn de trends duidelijk. Als we dieper graven in de analyse van De Hond zien we dat in de afgelopen 40 jaar het CDA en de PvdA gezamenlijk van 66% van de kiezersaandeel afzakten naar 18%!
De werkelijke ommekeer zou in 1994 te zien zijn. Het was in dat jaar, toen Kok en Lubbers samen regeerden, dat een trendwijziging zich manifesteerde, die tot op de dag van vandaag doorzet. Leefbaar Hilversum werd tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 vanuit het niets de grootste partij. In 1998 herhaalde Leefbaar Utrecht dit ook. De kiezer is sindsdien gaan zweven en dit is terug te zien in het 'marktaandeel' van de overige partijen:
[caption id="attachment_212204" align="aligncenter" width="500"] Het kiezersaandeel van de overige partijen (PvdA, CDA en VVD niet meegenomen in de grafiek) Bron: Maurice de Hond[/caption]
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 leek dit lokale fenomeen, waarbij burgers steeds meer op lokale partijen stemden weinig invloed te hebben op de Tweede Kamer. Men dacht dat dit fenomeen beperkt zou zijn tot de lokale verkiezingen en dat de traditionele partijen weer goed zouden scoren, maar dit bleek met de opkomst van Fortuyn toch anders te zijn. De Hond had het in 1998 bij het juiste eind toen hij zei: "Een nieuwe club met een aansprekend issue en een aantrekkelijke leider kan best eens vanuit het niets zich kunnen voegen bij de huidige grote drie".
Die nieuwe club en die aantrekkelijke leider was op dat moment in de tijd Pim Fortuyn. Zijn partij werd na zijn dood kortstondig de tweede partij van Nederland met 26 zetels. Volgens de Hond was de kiezer verweest van de traditionele politiek en op zoek naar iets nieuws.
In 2001-2002 bracht Fortuyn de puzzelstukjes bij elkaar: sterke onderwerpen, goede debatten, inhoud, charme, charisma en vernieuwing. Het was toen duidelijk dat de PvdA haar glorietijden van de jaren '70 niet meer zou herleven. De gegevens tot 2018 suggereren dat de partij sterven na dood is:
[caption id="attachment_212205" align="aligncenter" width="500"] De ondergang van de PvdA in cijfers. Bron: Maurice de Hond[/caption]
Maar tot een 'minister president Fortuyn' heeft het nooit mogen komen. Een politieke moord verijdelde een democratische tsunami. De kiezer is wel gewoon blijven zweven. Dat is niet positief voor de stabiliteit van de parlementaire democratie.
Dit komt onder meer doordat het stelsel ouderwets is. De Hond: "Deze fundamentele ontwikkelingen binnen het electoraat leiden overal tot grote problemen om regeringen te vormen. Maar omdat dit gebeurt binnen een politiek stelsel uit de 19e eeuw, dat juist niet is gericht op het adresseren van dit soort electorale ontwikkelingen, zie je dat kiezers zich daarna steeds minder door die regeringen vertegenwoordigd voelen."
Volgens de Hond is het triest dat ruim 25 jaar, nadat deze trend is ingezet, de bestuurlijke wanorde groter lijkt te worden. Het bestuur versplintert en ook nu is er een coalitie met minimale meerderheid en vier verschillende partijen. Ondertussen doet men in Den Haag alsof de aardverschuiving voorbij is, maar de werkelijke aardverschuiving moet nog komen volgens De Hond: "Het zou me niet verbazen als er binnen afzienbare tijd, net zoals in 2001-2002, iemand opstaat, die dat gevoel van “buisness as usual” snel zal doen verdwijnen."