Het lijkt heel wat, 15 procent minder inbraken in de eerste helft van dit jaar. Maar laten we niet te vroeg juichen.
Het ministerie van Veiligheid & Justitie klopt zich op de borst, want het aantal inbraken daalt in Nederland. De cijfers zijn goed: in de eerste zes maanden van dit jaar is 15 procent minder ingebroken dan in dezelfde zes maanden van vorig jaar. In totaal zijn er de eerste helft van dit jaar
6700 minder inbraken gepleegd. Klinkt goed, toch? Zeker. Maar zoveel is 15 procent helemaal niet.
Minister Ivo Opstelten maakte de aanpak van inbraken vorig jaar tot een speerpunt. Hij wil dat het aantal inbraken in 2017 met een derde is afgenomen ten opzichte van 2012. Op dat moment stond de teller op 91.500 inbraken. In 2017 moeten dat er dus zo'n 30.000 minder zijn.
Opstelten zegt dat het "mooie resultaten" zijn en dat hij de cijfers ziet als een stimulans "om de voortvarende aanpak door te zetten". Ik ben blij dat Opstelten blij is. Maar ik ben niet blij met het einddoel: ruim 60.000 inbraken per jaar in 2017. Dat is een derde minder dan in 2012, maar kom op, daar kan toch niemand tevreden mee zijn? Iedere inbraak is er één teveel, omdat het slachtoffer achterblijft met het gevoel dat hij niet meer veilig is in zijn eigen huis.
Daarnaast vraag ik me af of het terecht is dat Opstelten claimt dat hij verantwoordelijk is voor de daling van het aantal inbraken. Het kan ook te maken hebben met een betere weerbaarheid en oplettendheid van buurtbewoners. Hoe dan ook, laten we eerst maar eens kijken hoe de cijfers uitvallen tegen het einde van dit jaar. Dan kun je pas echt goed spreken van een (positieve) trend.
En dan nog verdient Opstelten niet alle lof. Waarom niet? Omdat ik een vermoeden heb dat de daling van het aantal inbraken verband houdt met het aantal uitreizende jihadreizigers. Geen grap. De jihadisten zijn weg uit Nederland (dood of levend) en kunnen dus niet meer inbreken om de internationale jihad
te financieren. Heel mooi natuurlijk (waarom sturen we niet gewoon álle jihadsympathisanten die kant op?), maar dat heeft dan weer niets te maken met het anti-inbraakbeleid van Opstelten en zijn ministerie.