Vandaag is het precies elf jaar geleden sinds de moord op deze indrukwekkende politicus.
Zoeterwoude. Maandag 6 mei 2002, 18:15u. Een dertienjarige jongen zat op de eerste verdieping van een rijtjeshuis achter z'n computer. In zijn eigen kamer, rustig aan het werk. Plots hoorde hij verderop in het huis gestommel; er kwam iemand vanuit de woonkamer de trap opgelopen. De jongen hoorde de deur naar de overloop openzwaaien. "Ben je daar?" vroeg een vrouwenstem, op een toon die onheil van de meest alarmerende categorie verraadde. De jongen antwoordde bevestigend; hij herkende de stem als die van zijn moeder. "Pim Fortuyn is neergeschoten!" zei ze. Hij hoorde haar verslagen voetstappen daarna weer de trap afdalen.
De tiener zette onmiddellijk zijn televisie aan; de NOS was reeds live aanwezig in Hilversum. Dat was ook niet zo moeilijk, want Fortuyn was op een steenworp afstand van het NOS-hoofdkwartier door het hoofd geschoten door een verdwaasde milieu-activist die dacht dat hij het recht had zelf voor politie-agent, rechter en beul te spelen.
De jongen keek weinig begrijpend naar de onduidelijke televisiebeelden. Allerlei haastige commentatoren die al struikelend over woorden flarden aan nieuws probeerden te brengen. Was Fortuyn nu neergestoken, zoals één nieuwslezer beweerde? Heeft Fortuyn de aanslag overleefd? Was de dader nu nog voortvluchtig, of was hij reeds ingerekend? Gaandeweg de avond kwamen op al die vragen antwoorden. Langzaamaan werd het duidelijk: Fortuyn was dood, en Nederland had voorgoed zijn onschuld verloren. Politiek was nu guerilla.
Het hele tafereel maakte aanvankelijk maar weinig emotionele indruk op de jongen; door het surrealisme een politieke moord, hier in Nederland drong de ernst van de situatie niet tot hem door. Pas een aantal dagen later, toen de jongen op een zwoele mei-avond de slaap niet kon vatten, biggelden de tranen ineens over zijn wangen. Fortuyn! Hij is dood! Hij is gewoon vermoord! In Nederland! De jongen had nog weinig politieke opvattingen linksom of rechtsom maar hij wist dat hier een point of no return was gepasseerd.
Jaren later kon de jongen het pas exact duiden: na de welvarende jaren '90 was het in één klap duidelijk dat de door Francis Fukuyama voorspelde 'End of History' niet zou aanbreken. De vette jaren waren voorbij, en de magere dienden zich aan. De welvaart zou weer afnemen, de multiculturele samenleving bleek plotsklaps een illusie en politiek werd weer bloeddorst. De 21e eeuw begon in Amerika op 11 september 2001, maar in Europa wellicht pas op 6 mei 2002. En de man die ons dit nieuwe tijdperk moest binnenleiden was niet meer.
Sinds die zesde mei, elf jaar geleden heeft de tijd zeker niet stilgestaan. Sterker nog, de jaren vlogen voorbij. In 2006 verdwenen de laatste partijgenoten van Fortuyn na vier turbulente jaren uit de Tweede Kamer, in 2009 werden Fortuyns bezittingen en zijn iconische woonhuis Palazzo di Pietro geveild en in 2010 werd het Rotterdamse standbeeld van Fortuyn weer opgeborgen.
Maar ook de politieke cultuur lijkt te zijn teruggezet in de pre-Fortuynistische toestand. De jongen heeft gedurende zijn latere jeugd een hele generatie politici zien opkomen die zich na de tragische moord openlijk geen raad wisten met het door Fortuyn op de kaart gezette immigratie-vraagstuk. VVD en PvdA Fortuyns tegenstanders van weleer hebben zich tien jaar na de 'puinhopen van acht jaar paars' gecomitteerd aan een nieuw verstikkend rood-blauw monsterverbond. Die laatste partij is ook op deze elfde sterfdag van Fortuyn nog openlijk aan het ruziën over immigranten; mogen die nu wel of niet illegaal in Nederland verblijven?
Is het tijdperk-Fortuyn alweer voorbij? Soms lijkt het alsof er weinig veranderd is. Juist daarom moeten we Pim Fortuyn herdenken; een man die de bijl aan de wortel wilde zetten van de valse en verstikkende harmonie van polderend Nederland.
Rust in vrede, Pim Fortuyn. Opdat wij niet vergeten. Opdat wij nóóit zullen vergeten!
De woorden van de charismatische politicus galmen nog altijd door mijn hoofd:
Ik kan niet anders. En ik doe niet anders. Dan maar ik afgemaakt. Oké, prima. Maar het probleem meneer, dat blijft...
Dat blijft.