Het is niet de eerste keer dat Martin Sommer het volkomen bij het juiste eind heeft, maar dat maakt zijn column van vandaag in de Volkskrant niet minder opmerkelijk. Onder een wat traditionelere Volkskrant-bijdrage met de titel 'Redelijk rechts' vernietigt zichzelf, schrijft de parlementair journalist van de Volkskrant wat voor apenkermis de mensen ervan maken door de grondwettigheid van de PVV in twijfel te trekken.
De Grondwet is uiteraard ook een product van de geschiedenis. Niet dat er zoveel over is nagedacht. Eigenlijk heeft geen hond hem gelezen, ik wed ook 90 procent van die bezorgde CDAers niet. Wouter Bos schreef in Dit land kan zoveel beter dat de Grondwet veel te abstract is om een rol te spelen in het maatschappelijk debat. Guusje ter Horst, die er als minister naar moest kijken in verband met eventuele aanpassing, vond hem flets, ouderwets, ontoegankelijk. Je moet bijna tussen de regels lezen om erachter te komen dat Nederland een democratie en een rechtsstaat is.
Daar zit geen woord Spaans bij, als je het mij vraagt. Maar Sommer gaat verder, en debunkt tussendoor ook de hysterie rondom etnische registratie even.
Het kalme antwoord zou zijn: etnische registratie gebeurt allang, meneer Wilders. Scholen registreren de achtergrond van leerlingen, om vast te stellen hoe ze extra subsidie kunnen krijgen voor allochtone kinderen met een leerachterstand. Ex-minister Guusje ter Horst vertelde in een interview dat ze ooit als tandheelkundig onderzoekster werkte. En vaststelde dat Turkse en Marokkaanse kinderen veel meer gaatjes hadden. Ze wilde weten waarom. Toen hebben we een vragenlijst bedacht. Nou dat mocht niet. Dat was discriminatie, want teveel op één groep gericht. Vreselijk toch.
En zo maakt uitgerekend de Volkskrant-columnist de weg vrij voor de eerste Grondwetswijziging sinds 1983. Artikel 1? Het mag van hem gisteren nog door het riool gespoeld worden.
Als Martin Sommer in serieproductie vervaardigd zou worden, dan zou ik mij niet zo'n zorgen maken over de staat van de journalistiek in Nederland.