Manuscripta en de paradox van de zichtbare schrijver

Geen categorie17 aug 2013, 12:00

Chrétien Breukers is dichter en beheerder van de literaire blog De Contrabas, met recensies, beschouwingen en polemieken over literatuur en poëzie. Voor Het Goede Leven schrijft hij een letterkundige kroniek over hedendaagse literaire verschijnselen.

Manuscripta: een uitje
Manuscripta is het jaarlijkse uitje voor de in boeken geïnteresseerde Nederlander die wel eens een schrijver van dichtbij wil zien, zonder meteen hinderlijk te worden lastiggevallen door al te veel literair gewauwel. Het moet namelijk leuk blijven, en er moeten genoeg beroemdheden te spotten zijn. Anders was het een mislukt uitje.
Daarom trekt er eind augustus begin september een stoet bekende auteurs door Amsterdam (boekenliefde en Amsterdam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, ik heb geen idee waarom), op zoek naar het liefhebbende publiek. Auteurs en publiek doen hun gloedvolle paardans, tot meerdere eer en glorie van de uitgevers, de zet- en koppelbazen die het in de republiek der letteren voor het zeggen hebben.

Een kras op de eeuwigheid
Wie schrijft, wil blijven. Ja, het spreekwoord zegt iets anders, maar toch klopt het. De wens om een kleine, zichtbare kras in de eeuwigheid te maken, brengt menigeen ertoe om lijf en gezondheid op te offeren tijdens een soms jaren durende periode van afgezonderdheid, waarin aan een tekst wordt gewerkt.
Is dat droevig, of niet? Ja, dat is droevig. Zeker als je bedenkt wat er gebeurt als het allemaal lukt en de lange mars door de literaire en letterkundige instituties wordt bekroond met (enige) roem: dan eindigt een schrijver op Manuscripta.
Wat is Manuscripta? Manuscripta is een verkoopbeurs voor uitgeverijen, een keer per jaar gehouden aan het begin van het ‘literaire seizoen’, waarin deze bedrijven hun auteurs (hun stukarbeiders) richting het publiek duwen. Dat publiek is er alleen maar om de door uitgeverijen uitgestalde waar (de boeken van de auteurs) te kopen, pardon, om in contact te treden met de auteurs die optreden tijdens Manuscripta.
Ziehier de paradox waar de literaire wereld onder zucht. Aan de ene kant heb je de producenten (de uitgevers) en de wederverkopers (de retail, de detailhandel) en aan de andere kant de auteurs, die weliswaar moeten zorgen voor een constante aanvoer van literaire teksten, een aanvoer waar afzondering en concentratie voor nodig is, maar die aan de andere kant voortdurend dienen mee te doen aan het circus dat hun broodheer, de uitgever, met vlijt en toewijding heeft uitgezet.
Auteurs kunnen niet zonder uitgevers, uitgevers kunnen niet zonder auteurs en niet zonder mensen die de boeken die ze uitgeven ván die auteurs kopen.

Rode en blauwe schrijvers
Wie het programma van Manuscripta bekijkt, ziet dat strikt-literaire auteurs worden afgewisseld met vakbroeders uit het lichtere segment. De thriller-, kookboeken- en pulpauteurs spelen op het hoofdpodium (want ze verkopen meer boeken), de populaire bestsellerschrijvers die ook literatuur schrijven (of schreven) mogen er soms bij, en de rest vult het bijprogramma, dat op die manier een beetje een literair tintje krijgt, zonder het al te hinderlijk te zijn.
Kijk maar naar het hoofdpodium dit jaar: links (in het rood) de schrijvers die literatuur maken, rechts (in het blauw) de publiekstrekkers. De kleuren maken het al meteen duidelijk: het rood van het verbodsbord versus het blauw van de gebodsborden: gij zult genieten van wat Tessa de Loo en anderen u bieden. Frank Westerman is overigens geschikt voor rood én blauw, net als Hanneke Eggels (wie?). Een veeg teken voor de kwaliteit van zijn werk, vrees ik.
Is dat erg? Is het niet altijd zo geweest dat de boeken die wél verkochten de boeken die niet verkochten (vaak: de literaire titels) moesten subsidiëren? Harry Mulisch, Gerard Reve of W.F. Hermans waren niet metéén bestsellerauteurs en hun uitgevers moesten andere titels brengen om zich de uitgave van hun werk te kunnen permitteren. Dat is van alle tijden en in die zin is Manuscripta niets nieuws – je zou het tweedaagse festival zelfs kunnen zien als de opvolger van zoiets als de bijeenkomsten die vroeger werden gehouden door de Bijenkorf, tijdens welke bekende en onbekende auteurs samenkwamen en signeerden.

Lectuur? Literatuur?
Toch vind ik het wel erg. Ergens is de scheiding tussen literatuur en lectuur definitief zoekgeraakt, en een beurs als Manuscripta is daarvan een van de (treurige) resultaten. Onlangs mocht ik emeritus-uitgever Theo Sontrop interviewen. Hij vertelde me hoe hij zijn uitgeefbeleid uitzette en hoe hij probeerde om met literaire teksten een goedlopend fonds op te zetten. Daarbij deed hij zo weinig mogelijk concessies aan wat hij ‘versmoezeling’ noemde: het brengen van titels die weliswaar goed lopen, maar het fonds een wat ranzig randje geven.
Nu literaire uitgevers de scheiding tussen literatuur en niet-literatuur hebben losgelaten, iets wat misschien niet nieuw is maar wel veel drastischer (en veel schaamtelozer) wordt gedaan dan in de hoogtijdagen van de literaire, naoorlogse cultuur (tussen 1950 en 1999), is er voor schrijvers die een literaire carrière nastreven geen ‘handvat’ meer beschikbaar; zij waden rond in een poel vol titels die vlees zijn, noch vis – en als ze niet heel snel goed beginnen te verkopen zijn ze binnen een jaar of vijftien schrijver-af.
Zichtbaar zijn, dat is het nieuwe devies. Zelfs het Letterenfonds, een non-gouvernementele organisatie die schrijvers die niet kunnen leven van hun werk ondersteunt met werkbeurzen, is daarop overgestapt. Men hanteert er een ‘zichtbaarheidsbeleid’. Een niet-zichtbare schrijver, opgesloten binnen de twee kaften van zijn boek, verscholen achter de rug ervan, zich schuil houdend aan gene zijde van de snee, is blijkbaar geen schrijver. Al die jaren in eenzaamheid doorgebracht, hebben alleen maar zin als de schrijver vervolgens in het volle licht van de publiciteit treedt, richting zijn publiek. Waar is de tijd dat Multatuli kon schrijven: ‘Publiek, ik veracht u met groote innigheid’? Die tijd, het komt niet als een verrassing, is voorbij.
En op Manuscripta heeft die arme schrijver dus contact met zijn publiek, dat hem regelmatig zelfs niet zal kennen... Want wie voor Angela Groothuizen (de eminente kinderboekenschrijfster) naar Amsterdam reisde, zal niet meteen weten dat Frouke Arns een veelbelovende dichteres is.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten