De Franse en Griekse kiezers willen niet bezuinigen. Wat betekent dit voor de euro?
In ieder geval geeft dit bepaald geen boost aan het vertrouwen in de toekomst van de eenhoudsmunt:
With a Socialist president in France and a strong popular mandate in Greece for re-negotiating the terms of its bail-out, the German-driven focus on budget discipline in Europe may have to soften.
Aldus
EUobserver vandaag. In beide landen heeft de kiezer dus de hakken in het zand gezet, maar hoe gaat dit verder?
Frankrijk
Toekomstig president François Hollande kan natuurlijk een loopje nemen met de Europese begrotingsregels, maar dat zal hem duur te staan komen. Niet zozeer omdat hij dan straf krijgt van Frau Merkel, maar veeleer door de disciplinerende werking van de internationale kapitaalmarkt in nauwe samenwerking met de ratingbureaus. De Franse situatie is precair en een forse renteverhoging zou weleens catastrofaal kunnen uitpakken.
Om toch nog leuke dingen te kunnen doen voor de mensen, zoals het ambtenarenapparaat fors uitbreiden en de pensioenleeftijd verlagen, zal Hollande dus andere bronnen moeten aanboren. Verhoging van de belastingen voor 'de rijken' is daar een van. En natuurlijk het buitenland. Via de structuurfondsen, de Europese Investeringsbank of nieuw te creëren transfermechanismen kan het streven naar 'groei' (lees: meer geld uitgeven) gestalte krijgen. De rekening hiervan komt linksom of rechtsom terecht bij de belastingbetaler in Duitsland en die paar andere kredietwaardige landen in Noord-Europa, waaronder - nog steeds - Nederland.
Griekenland
In Griekenland zijn de partijen die formeel instemden met de voorwaarden die Europa, respectievelijk de 'Trojka', heeft verbonden aan de Griekse bail-out, hun meerderheid in het parlement kwijt. Dit lijkt belangrijk, maar is er werkelijk zo veel veranderd? Er wordt wel degelijk bezuinigd in Griekenland, maar de benodigde hervormingen liggen niet op schema en er is geen enkel uitzicht op een concurrerende economie. Of het land moet uit de muntunie, of het moet tot in lengte van jaren aan het infuus van de Noord-Europese belastingbetaler. Meer smaken zijn er niet en daar verandert deze verkiezingsuitslag weinig aan.
De bereidheid om geld te blijven storten in de bodemloze Griekse put is vooral ingegeven door vermeend eigenbelang van de donorlanden. Het gaat niet om Griekenland, maar om de domino-theorie. Als Griekenland afvalt, dan zullen de andere zwakke broeders (Spanje, Portugal, Italië) volgen en dat kunnen we als eurozone beslist niet hebben, zo is de redenering. Of de Grieken gewoon tegenstribbelen, zoals voor de verkiezingen, of heel hard tegenstribbelen, zoals nu na de verkiezingen, is slechts van secundair belang.
Hoe verder?
In de visie van Syp Wynia van
Elsevier kunnen we de volgende conclusie trekken:
Franse kiezers willen niet bezuinigen en wel 'investeren'. Griekse kiezers eisen wel solidariteit, maar willen niet bezuinigen. De eurozone kan niet veel langer op de been worden gehouden.
Kiezers wijzen de verplichtingen van bezuinigingen en solidariteit binnen de eurozone af, kredietverstrekkers zullen hun vertrouwen verder verliezen. Hoe langer het voortduurt, hoe erger het wordt.
Hopelijk zien Merkel en Hollande in dat het besluit van Merkel en Sarkozy van twee jaar geleden om de eurozone koste wat kost bijeen te houden, moet worden verlaten. Het probleem van de euro is niet per se dat die er is, maar dat er landen aan meedoen die dat niet aankunnen.
Zoals het woordje 'hopelijk' aangeeft is er een zekere spanning tussen wat wenselijk is en wat waarschijnlijk is. Daar komt nog bij dat er volgend jaar verkiezingen zijn in Duitsland en het zou dus zomaar kunnen dat Merkel van het toneel verdwijnt en wordt opgevolgd door een politieke geestverwant van Hollande. Ik ga niet speculeren over wat hiervan de gevolgen zouden zijn, maar erg vrolijk word ik niet van het idee.