Hoewel op dit moment begrijpelijkerwijs alle aandacht op het internationale toneel uitgaat naar het oprukken in Irak van de bloeddorstige ISIS- terroristen, zijn er andere ontwikkelingen die eveneens de aandacht vragen.
Zo lijkt het erop dat Zuid-Amerika steeds meer afglijdt in de richting van een links-autoritair blok. Wordt Obama met een toenemende dreiging geconfronteerd in zijn eigen achtertuin? En heeft hij daar wel een antwoord op?
In een interessant bericht van de liberale Venezolaanse politicologe Marcela Estrada op de website PanAm Post, wordt verslag gedaan van de G77 bijeenkomst afgelopen weekend in Santa Cruz te Bolivia. De G77 is een club van ontwikkelingslanden die sinds 1964 bestaat en die vaak overleg plegen in VN-verband. Inmiddels zijn er veel meer dan 77 lidstaten (nu 133). Het voorzitterschap wordt in 2014 bekleed door de socialistische president Evo Morales van Bolivia, de man die onlangs nog het middelpunt was van een internationale rel omdat zijn vliegtuig gedwongen was te landen in Oostenrijk. Een aantal landen vreesden (achteraf onterecht) dat Morales de superklokkenluider Edward Snowden aan boord had.
Hoewel dit G77-blok nog niet heel veel in de melk te brokkelen heeft als het gaat om internationale machtspolitiek, signaleert Marcela Estrada een aantal opvallende trends. De themas die op de agenda stonden waren onder andere het milieu en het streven naar meer gelijkheid, maar in feite had de bijeenkomst een sterk anti-imperialistisch karakter. Deze terminologie, waarvan we 20 jaar geleden dachten dat die tot de koude oorlog behoorde, begint met name in Zuid-Amerika steeds toonaangevender te worden. Morales werd dan ook geprezen door zijn collegas voor het uit zijn land zetten van US ambassadeur Philip Goldberg tesamen met de DEA en USAID vertegenwoordigers aldaar. Daarentegen was China van harte welkom op de bijeenkomst en worden er door de G77 ook warme contacten onderhouden met het Rusland van Poetin.
Nieuwe wereldorde
Ondanks het overlijden in 2013 van Hugo Chávez, zijn het nog steeds de linkse (en vaak autoritair ingestelde)staatshoofden die de toon zetten in Zuid-Amerika, zoals José Mujica (Uruguay), Nicolás Maduro (Venezuela), Rafael Correa (Ecuador), Cristina Fernández de Kirchner (Argentina), Raul Castro (Cuba) en bovengenoemde Evo Morales (Bolivia). Daarbij gaat het om niets minder dan het streven naar een nieuwe wereldorde.
Morales brak een lans voor zijn door een volksopstand geplaagde collega Maduro van Venezuela. In plaats van Maduro aan te spreken op diens flagrante schendingen van de mensenrechten, waren het natuurlijk weer de Amerikanen die de rol van boosdoener toebedeeld kregen. Volgens Morales moet voorkomen worden dat Venezuela een nieuw Vietnam wordt. In dat kader deed Morales nog het voorstel om de VN Veiligheidsraad maar af te schaffen.
Marcela Estrada beschrijft hoe staatshoofden die er in financieel opzicht een potje van maken, zoals de Venezolaanse president Maduro (inflatie 61%) of de Argentijnse Cristina Fernández de Kirchner (inflatie 30%), op dit soort bijeenkomsten graag uitweiden over de nieuwe financiële wereldorde. Ze gaan tekeer tegen de vrije markteconomie (door Fernández de Kirchner als anarcho-kapitalisme omschreven) en tegen de hegemonie van het westen. Ze schilderen prachtige visioenen van een wereld vol gelijkheid en proberen zo hun eigen verantwoordelijkheid voor economisch wanbeheer en corruptie te ontlopen. Ze filosoferen over een eigen IMF, een eigen Wereldbank en op termijn een gemeenschappelijke munt in Zuid-Amerika (SUCRE).
Hoe moeten we dit beoordelen? Een onschuldige bijeenkomst vol linkse dromerij, of als een acute bedreiging voor het Westen? Het is misschien te vroeg om dit te beoordelen, maar het lijkt mij op zijn minst zorgelijk als deze club van 133 landen (of delen daarvan) samen met China en Rusland een autoritair, anti-westers blok gaan vormen.
Dat zal niet alleen in economisch opzicht een bedreiging vormen voor het Westen. Ook als we kijken naar aspecten als drugshandel en internationale terreurbewegingen, is dit iets om je zorgen over te maken. In de tijd van de Venezolaanse president Hugo Chávez zijn er hechte banden gesmeed tussen Zuid-Amerika en Iran inclusief de aan Iran gekoppelde Hezbollah beweging, die nu vertegenwoordigd is in een aantal Zuid-Amerikaanse landen. Wie zich daar eens grondig in wil verdiepen, verwijs ik naar dit 60 bladzijden tellende rapport van het Amerikaanse Congres, onder de titel: 'Hezbollah in Latin America - Implications for Homeland Security'.
Wie dit allemaal tot zich neemt, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de regering Obama heeft zitten slapen. In Irak hebben zij zichzelf in een positie gemanoeuvreerd dat ze afhankelijk zijn van samenwerking met aartsvijand Iran, als ze de opkomst van de Jihad-terroristen van ISIS nog enigszins willen beteugelen. In Zuid-Amerika is de positie van Iran en Hezbollah in de afgelopen jaren enorm versterkt en wordt Amerika steeds meer gezien als de Kop van Jut. De wereld is er de afgelopen jaren niet veiliger op geworden.