Professor Frits Botermans levenswerk: 'Cultuur als macht'.
'Het is een bekende verzuchting: hoe kan het toch dat het land dat Goethe en Beethoven voortbracht ook verantwoordelijk was voor de holocaust? Maar die vraag, zegt historicus Frits Boterman, is niet de juiste. Er ligt een aanname in besloten: dat er geen verband zou kunnen zijn tussen Goethe en Hitler. Ik denk dat je het moet
omdraaien: wat hebben de Duitse cultuur en Duitse intellectuelen bijgedragen aan het ontstaan en de verwezenlijking van de ideologie van de nazis?'
Waarschijnlijk komt deze verfrissende gedachte schokkend over op de meeste mensen. Want hoe kan er een verband bestaan tussen het Heiliges Dankgesang uit Beethovens vijftiende strijkkwartet en de vernietigingskampen van de nazi's? Bij nadere inspectie blijkt echter dat ideeën en cultuur, het domein van de Geist, vaak (onbedoelde) politieke consequenties hebben in de arena van de Macht. Althans, voor zover we van 'nadere inspectie' kunnen spreken als we verwijzen naar Botermans meer dan duizend pagina's tellende 'Cultuur als macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800 - heden'. Het werk is naar eigen zeggen 'niets minder dan zijn levenswerk' en voor wie college van hem heeft gehad, weet dat dat waar is. Boterman leek helderziend ten aanzien van de Duitse geschiedenis. Dat wil zeggen: waar andere auteurs dikwijls een blinde vlek leken te hebben voor de rol die cultuur speelde in de tragische Duitse geschiedenis van de afgelopen tweehonderd jaar, belichtte Boterman altijd de wederzijdse relatie tussen cultuuruitingen en Duitse politieke geschiedenis.
Getuige zijn laatste boek heeft dat Boterman in staat gesteld het raadsel op te lossen hoe de Duitse culturele Olympos kon vervallen tot barbarij. Cultuur was van het begin af aan innig verstrengeld met politiek; ze hadden een 'Faustiaans pact' gesloten, zoals Boterman dat karakteriseert. Het is niet zo cultuur en politiek volledig van elkaar waren losgezongen en de gruwelen van de een niet meer in termen van de ander te begrijpen waren.
Het 'Bildungsbürgertum', de intellectuele burgerij, geldt als voornaamste drager van het Duitse cultuurgoed. Dat was vroeger zo en is vandaag het geval, alleen is de rol van deze burgerlijke elite inmiddels gemarginaliseerd. De cultuur die zij voortbrachten, propageerden en schiepen bracht het mooiste en het slechtste tot werkelijkheid. En nee, het zijn niet alleen de ideeën van Nietzsche en de muziek van Wagner die tot de Holocaust leidden. Ook in het werk van de Romantici als Herder (1744 - 1803) liggen kiemen voor de nazi-ideologie. Wat op geen enkele wijze wil zeggen dat Herders werk voldoende en noodzakelijke voorwaarde voor het nazisme was. Het gaat er slechts om te herkennen dat het ideaal van hem en zijn tijdgenoten van een Duitse 'culturele natie' als remedie tegen het politiek gefragmenteerde Duitsland, uiteindelijk een rol heeft gespeeld in de Duitse zelfperceptie als Kulturnation tegenover het decadente, oppervlakkige en op nutsdenken geënte Westen.
Meer dan honderd jaar verderop in de Duitse geschiedenis, en meer dan honderd jaar geleden voor ons, wijst Boterman op de vele nationalistische pressiegroepen die dankbaar gebruik maken van de Romantische erfenis. De Romantische gedachte dat Kultur als wezenlijk tekenend voor de Duitse natie was, resulteerde in een afkeer van het Westen, een zelffixatie en culturele vijandschap tegen 'de Moderniteit'. De 'Entfremdung' en 'Entzweiung' die de een groot deel van het (conservatieve) Bildungsbürgertum meende te ervaren, moest overwonnen worden. Uiteindelijk door een sterke leider.
En dat kan in het domein van de geest relatief vrijblijvend, zoals de Stefan George Kreis (~1890 - 1933) ten dele bewees. Maar liefde voor een leider die zich onttrekt aan de alledaagse realiteit en zich aan schoonheid en zelfverwezenlijking wijdt, is dan ook een stuk minder gevaarlijk dan diezelfde genegenheid voor een grote leider die zich buiten het domein van de geest begeeft. Verering van een intellectuele leider is geheel anders dan datzelfde voor een rücksichtlos Tatsachenmensch, om met Oswald Spengler (Botermans promotie-onderwerp) te spreken. De fatele sprong tussen geest en macht was echter gemakkelijk gemaakt.
Botermans boek is een fenomenale prestatie. De these die ik hierboven herkauw, is slechts in een enkel draadje weergegeven, terwijl Boterman dikke kabels door de geschiedenis spant zonder ooit teleologisch te worden. Dat wil echter niet zeggen dat het boek perfect is. Het is iets te encyclopedisch naar mijn smaak: in een drang zowat alles te beschrijven, zijn de overgangen tussen verschillende denkers soms niet het toppunt van soepelheid. Het gebrek is echter gering, want het betreft vooral een stilistische schokkerigheid; logisch is er niets op aan te merken. Daarnaast, en ik vind mezelf nu hopeloos aanmatigend klinken, zijn sommige secties in het boek beter dan andere. Waar Boterman de geboorte van de moderne Duitse cultuurgeschiedenis bij Immanuel Kant laat beginnen, is de tekst notendicht en de weergave van Kants uiterst complexe filosofie eerder obligaat dan van uitgesproken toegevoegde waarde. Hoe dichter we het heden echter naderen, des te sterker wordt de tekst. Vooral vanaf het Fin de Siècle (1890 - 1914) is het boek angstaanjagend erudiet en buitengewoon zorgvuldig geschreven. Voor een omvattende cultuurgeschiedenis van Duitsland over de afgelopen 125 jaar, is er dan ook geen boek dat warmer aanbevolen kan worden.