Houd sommige evenementen een beetje voornaam.
Werkelijk elitair is het bezoek aan de paardenraces op Royal Ascot al lang niet meer. Maar de laatste tijd dreigde het wel heel ernstig te vulgariseren. Daarom scherpt men de dresscode weer aan. Een prima plan, want het is belangrijk dat niet alle vorm vernietigd wordt vanuit de gedachte dat alles maar voor iedereen toegankelijk moet zijn. Hier zouden we in Nederland een voorbeeld aan moeten nemen.
Royal Ascot is niet alleen maar een plek om op paarden te wedden. Het is ook een podium voor voornaamheid. De baan wordt beheerd door de koninklijke familie en deze is ook jaarlijks op het evenement aanwezig. Vanzelfsprekend is dit terug te zien in het gedrag en de kleding van de bezoekers.
Tenminste, zo zou het moeten zijn. Helaas is gepaste kleding niet meer zo vanzelfsprekend. Met de bedoeling om wat meer bezoekers te trekken, heeft Royal Ascot de kledingvoorschriften wat 'relaxter' laten worden. Meer bezoekers kwamen er, maar daarmee ook bezoekers die het tact van Royal Ascot niet helemaal aanvoelen. Gevolg: bezoekers die zich kleden 'alsof ze naar het strand gaan'.
Dit stuitte de eigenlijke bezoekers van Royal Ascot tegen de borst. Gelukkig hebben ze in Groot-Brittannië nog lef genoeg om in te grijpen. Daarom zetten ze maar even zwart op wit dat minirokjes niet gewenst zijn. Wie niet aanvoelt, moet maar lezen.
Het is goed om de traditie en gebruiken van bepaalde evenementen in ere te houden. Iedereen mag komen, maar pas je wel aan aan de omgeving. Niet alles hoeft volks te zijn. In Nederland zouden we dit voorbeeld moeten volgen. In het Concertgebouw, bijvoorbeeld. Maar hier hebben we zelfs het lef niet om bezoek in korte broek en hawaïshirt te weigeren.