Enkele weken geleden werd bekend dat de Koninklijke Landmacht een klein aantal Leopard 2 tanks uit de verkoop haalt, en hier een nieuwe eenheid mee gaat vormen. Dit werd bewust niet aan de grote klok gehangen, want dat zou de foute beslissing die met het wegbezuinigen in eerste instantie genomen was, pijnlijk duidelijk maken.
Bovenstaande situatie is slechts één van de voorbeelden waaruit men de conclusie zou kunnen trekken dat het bij het ministerie van
Defensie de laatste jaren ontbreekt aan visie. Beslissingen worden doorgevoerd, veelal onder druk van bezuinigingen, en wanneer er later tóch ruimte in het budget blijkt te zijn, weer teruggedraaid. Eenzelfde situatie deed zich voor toen het Joint Support Ship Karel Doorman bijna afgebouwd was. Minister Hennis besloot dat het schip toch te duur was, en daardoor voordat het officieel in de vaart genomen zou worden, alweer verkocht zou worden. Dit laat zien dat Defensie door de Haagse
politiek vooral als sluitpost op de begroting gebruikt wordt, en men maar moet schikken naar het grotere geheel.
Los van het feit dat defensie wat mij betreft die rol als sluitpost nooit zou mogen krijgen - onze soevereniteit staat of valt bij de capaciteiten om grondgebied en belangen te verdedigen – zorgt deze manier van doen voor veel onzekerheid onder militair personeel. Zolang men afhankelijk is van de Haagse grillen weet men immers niet of de eenheid waartoe men behoort, over een half jaar nog wel bestaat. Deze demoralisatie doet de slagkracht van de krijgsmacht uiteraard geen goed.
Defensie heeft geen visie, maar kán deze ook niet ontwikkelen, omdat men elders over haar inzet en capaciteiten beslist. Het feit dat ons parlement deze taken heeft, is inherent aan de in Nederland aanwezige rechtstaat, maar alles wijst erop dat de huidige gang van zaken niet werkt.
Defensie zou daarom losser moeten staan van de alledaagse politiek. Laat de militaire staf en de topambtenaren van het ministerie zélf een beleid uitstippelen voor de komende 5 en 10 jaar, waar vervolgens maar beperkt aan getornd kan worden door andere partijen. Wanneer snelle inzet nodig is (en parlement hierom vraagt), moet hier uiteraard ruimte voor zijn, maar dit kan in de plannen van het ministerie meegenomen worden.
Onze krijgsmacht is simpelweg te belangrijk om tot speelbal van het politieke proces te verworden. Om continuïteit te garanderen dient er het een en ander te veranderen. Doormodderen is geen optie, anders lopen we ooit tegen de gevolgen aan.
Maarten Zoutendijk
(auteur studeert Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Leiden en is in zijn vrije tijd werkzaam bij het Korps Nationale Reserve van de Koninklijke Landmacht)