Gezond realisme lijkt weer terug te komen in de besluitvorming over onderwijs. Gisterenavond bekrachtigde minister Van Bijsterveld in een spoeddebat over intergratie en onderwijs haar eerdere uitspraak: zwarte scholen zijn geen issue voor dit kabinet. Tegenover eerdere kabinetten, waarbij het realiseren van de ideale kleurverdeling op scholen steevast op de agenda stond, is dit
heerlijk pragmatische politiek.
Met het nieuwe beleid komt een einde aan de - Van Bijstervelds eigen woorden - 'mengdoctrinatie die van bovenaf wordt opgelegd'. Fijn dat onze kinderen niet meer zullen worden gebruikt om de verwittingsdoelen van het kabinet te realiseren! Nadat we jarenlang hebben gedacht dat de school in de eerste plaats een instrument voor integratie was, mogen ze zich nu op iets anders gaan richten: onderwijs.
Goed onderwijs, welteverstaan. Hopelijk betekent dit, dat de school zich minder hoeft te richten op multiculticompetenties zoals samenwerken, integratie en zelfopheffing bij contact met iemand die anders is. Misschien komt het zelfs zover, dat er weer ruimte is voor inhoudelijk onderwijs, zoals - ik noem maar iets geks - beheersing van de Nederlandse taal en geschiedenis.
In hoeverre dit naïef optimisme is van mijn kant, zal de tijd uitwijzen. In ieder geval is het een verademing, dat we weer vrij zijn zelf de school voor onze kinderen te kiezen. Geen korting meer van het recht op vrije schoolkeuze, omdat de school een afspiegeling moet zijn van de buurt waarin hij staat. Nu hopen dat het afschaffen van dit integratiebeleid de eerste stap is opweg naar concessieloos goed onderwijs.