De Telegraaf maakte zojuist bekend dat om 12:00 vanmiddag de onderhandelingen over de vorming van het kabinet DDS-I zullen worden voortgezet. Dat is uiteraard een mooie opsteker, vooral voor Maxime Verhagen die daarmee het werk van de afgelopen dagen bekroond ziet worden.
Het was overigens niet vanzelfsprekend dat de gesprekken ook inderdaad hervat zouden worden. Want hoewel Mark Rutte vooral goede redenen had om wel door te zetten, gold datzelfde niet voor Geert Wilders. In CDA-kring leefde gisteren de vrees dat Wilders zou besluiten dat hij de zaak niet meer vertrouwde. Hij had dan met zetelwinst de verdere gang van zaken vanuit de veilige beschutting van de oppositie kunnen afwachten -- na de perikelen van afgelopen week kon immers niemand het hem kwalijk nemen wanneer hij zou hebben aangegeven niet te geloven dat Verhagen in staat zou zijn zijn woorden gestand te doen. De grote verliezer zou in dat geval Verhagen zelf zijn, die zijn partij immers een moeilijk debat over de eigen identiteit zou hebben opgedrongen. Binnen de context van een door linkse weigerachtigheid noodzakelijk geworden formatie viel die stap zonder meer te rechtvaardigen. Daarbuiten zou het echter pure zelfmoord zijn geweest.
Door nu voluit voor het slagen van de onderhandelingen te kiezen, geeft Wilders politieke rugdekking aan zijn provinciegenoot. Hij laat bovendien zien in staat te zijn boven het eigen kortertermijngewin heen te kijken en zich vooral te richten op het landsbelang. Een dubbel kudos dus voor de PVV-leider, die zich op een cruciaal moment een betrouwbare onderhandelingspartner heeft betoond.