En we lachen ons - geheel onterecht - rot.
Zo kort na het tragische ongeluk van prins Johan Friso is de Koninklijke familie alweer in het land. Om wat te doen? Ons belastinggeld op te maken, minzaam te zwaaien naar het gepeupel of een-tweetjes te beleggen met de Tjeenk Willinks van dit land? Nee, niets van dat alles. Deze hatelijke maar niet uit de lucht gegrepen suggesties gaan voorbij aan een belangrijke functie van ons koningshuis.
De Koninklijke familie is namelijk niet vies van vrijwilligerswerk. Ik begrijp dat de meeste lezers een enigszins vieze smaak in de mond krijgen bij zo een trivialiteit, maar hear me out. Koningin Beatrix heeft natuurlijk als voornaamste functie die van staatshoofd. Op die manier is zij de persoonlijke uitdrukking van onze nationale eenheid. En hoe gehaat dat idee ook is, haar politieke positie lijkt me geen overbodige luxe in een natie waar andersoortig nationalisme verboden is. Maar dat is niet alles.
Haar positie houdt verband met
al dit olijke schoonmaakwerk. Op ons vriendelijkst kunnen we hier alleen maar om lachen, maar in wezen is die betrokkenheid van de Koninklijke familie bij de publieke zaak heel belangrijk. Door haar plaats in onze nationale identiteit hebben de Koningin en de haren een voorbeeldfunctie. En voor u begint te fulmineren over die verrekte Bernhard (op wie u stiekem heel jaloers bent; ze was achttien, wat een held!): moet u weten dat de Koningin ons aanspoort haar na te volgen. Ze spoort de Nederlander aan zich betrokken te betonen bij de publieke zaak, door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen.
En mocht u dit gratuit vinden, bekijk het dan van een andere kant: de Koningin spoort ons aan de overheidsusurpatie van de publieke sector tegen te gaan. De overheid hoeft zich niet overal mee te bemoeien, niet alles van enig publiek nut moet gefinancierd worden met belastinggeld. Integendeel, een beetje betrokken burger kan dat prima zelf doen. De Koningin betuigt zich zo een medestander in de strijd tegen de overheid als hyperregelneef.