1. Home
  2. Klimaatdialoog: tussentijdse conclusies

Klimaatdialoog: tussentijdse conclusies

Geen categorie18 feb 2015, 17:00
De klimaatdialoog op het NRC–klimaatblog van Paul Luttikhuis blijft levendig en waardevol. Hierbij weer enige tussentijdse conclusies.
Paul Luttikhuis:
We sluiten deze dialoog af met enkele slotconclusies van de opposanten en moderator Gerbrand Komen.
Hier de opmerkingen van Jan Paul van Soest:
Als ik probeer de balans van deze discussie op te maken, dan helpt het onderscheid te maken tussen de Energiewende tot nu toe en zorgen en uitdagingen voor de toekomst.
Ik stel vast dat de kwalificaties die mijn opponenten naar voren brengen (fiasco, Duitse economie kraakt onder de kosten, ontwrichting, etc.) nergens worden waargemaakt. Wat blijft er over als we alle meningen en interpretaties scheiden van feiten? Steekhoudende argumenten zijn:
• De groothandelsprijzen van stroom zijn gedaald, en daarmee ook de energiekosten van de bedrijven die de Energiewende-opcenten niet betalen. Daarmee is hun exportpositie verbeterd.
• Voor de categorie industrie die de opcenten wél of gedeeltelijk betaalt is het beeld gevarieerd, afhankelijk van hun energie-intensiteit en de mogelijkheid de opcenten door te kunnen berekenen.
• Per saldo wijst niets erop dat de Energiewende de Duitse (macro)economie schaadt.
• Het aandeel hernieuwbare bronnen groeit snel, vooral ten koste van gas. De betrouwbaarheid van het net is tot nu toe toegenomen.
• Vooral de kleinere verbruikers betalen de opcenten, i.h.b. die groep die niet zelf ook stroom kan opwekken. En de ‘klassieke’ energiereuzen redden het niet of nauwelijks in de Wende.
Zie o.a. dit overzicht, waar ik me goed in kan vinden.
Maar resultaten uit het verleden geven nog geen garantie voor de toekomst. Als alle negatieve kwalificaties zouden worden geherformuleerd in termen van zorgen en uitdagingen voor de toekomst, dan zou dat best een goed gesprek tussen Energiewende–sceptici en –protagonisten kunnen opleveren. Over inpassing netwerkuitbreiding, opslag, doorfinanciering, lastenverdeling, enzovoorts. Dat soort vragen staat ook bij de Energiewende-voorstanders in Duitsland, en hier, op de agenda.
Een onderzoekende in plaats van opiniërende stijl van discussiëren zou ons verder brengen.
Terug naar het openingsartikel voor deze dialoog, dat breder was dan de Energiewende: kan klimaatbeleid ook andere doelen dienen? Of omgekeerd: kan uitstootvermindering meeliften met andere doelen? De Energiewende als casus is niet één op één vergelijkbaar met het rapport 'Better Growth, Better Climate', maar de ervaringen met de Energiewende tot nu toe zijn er in elk geval ook niet mee in strijd.
En dit is de conclusie van Hans Labohm:
De dialoog hier heeft naar mijn gevoel per saldo veel positiefs opgeleverd, niet alleen voor de actieve discussianten, maar ook voor de meelezers! Ik ken geen eerdere klimaatdiscussies in ons land, waarin een zo rijk palet aan degelijk onderbouwde opvattingen pro en contra werd geboden en waarin de discussie – op enkele dipjes na – zo netjes werd gevoerd.
Het laatste deel van de discussie spitste zich toe op de Duitse Energiewende, die door de aanhangers van de AGW–hypothese (AGW = ‘Anthropogenic Global Warming’) als model wordt gezien dat in ons land en elders navolging verdient.
Jan Paul van Soest schrijft dat hij zich goed kan vinden in dit artikel uit de Internationale Spectator van juli/augustus 2014: ‘De Duitse Ernergiewende, uitdagingen en lessen voor Nederland’, van Pieter Boot en Jos Notenboom.
Op blz. 17 en 18 van dit artikel wordt echter uitvoerig melding gemaakt van de onopgeloste problemen van de Energiewende. Het zijn deze passages, waarin ík mij nu zo goed kan vinden.
Jan Paul schrijft: ‘Maar resultaten uit het verleden geven nog geen garantie voor de toekomst. Als alle negatieve kwalificaties zouden worden geherformuleerd in termen van zorgen en uitdagingen voor de toekomst, dan zou dat best een goed gesprek tussen Energiewende–sceptici en –protagonisten kunnen opleveren. Over inpassing netwerkuitbreiding, opslag, doorfinanciering, lastenverdeling, enzovoorts. Dat soort vragen staat ook bij de Energiewende–voorstanders in Duitsland, en hier, op de agenda.’
Dat alles neemt niet weg dat de olifant in de zaal nog steeds onopgemerkt blijft. Wat is het klimaateffect van alle extra lasten die de Duitse samenleving moet dragen als gevolg van de Energiewende? Dat effect is niet aantoonbaar. Het is dus ‘all pain and no gain’ – anders gezegd: pure getuigenispolitiek om de klimaatflagellanten onder ons satisfactie te geven.
Bovendien, we kunnen wel door blijven praten tot we een ons wegen – de bekende ‘analysis paralysis’ – maar de ‘fact check’ heeft reeds plaatsgevonden. Daar moeten onverwijld de juiste conclusies uit worden getrokken.
In zijn magistrale voordracht, ‘Energiewende ins Nichts’, heeft de Duitse topeconoom Hans-Werner Sinn (géén klimaatscepticus!) alles nog eens doorgerekend en kwam tot de conclusie dat de Energiewende tot niets zal leiden. Zijn voordracht is een hele zit, maar verplicht voor degenen die niet willen blijven steken in wensdenken, maar tot oplossingen willen komen van het energieprobleem.
Tot slot de opmerkingen van moderator Gerbrand Komen:
1. Inhoud
Persoonlijk ben ik vooral geïnteresseerd in de haalbaarheid van een energie (cq emissie) transitie. Het al dan niet samengaan van economische groei en klimaatbeleid is daarbij een interessante maar ook zeer wijde vraag. Dat vonden anderen kennelijk ook, want de discussie spitste zich al gauw toe op de Duitse Energiewende, relatief concreet en ook relevant.
2. Proces
De dialoog over de dialoog was ook weer levendig. Er was kritiek op Jan Paul van Soest, maar vooral ook op de stijl van Hans Labohm (zie bv bijdragen van Jan van Rongen, Goff Smeets en Lennart van der Linde). Ik had gehoopt dat Hans daar dieper op in zou gaan, maar daar is het niet van gekomen. Het is me overigens ook niet goed gelukt om Jan Paul en Hans met elkaar te laten praten. Daardoor had de dialoog een beetje het karakter van twee monologen.
3. Off-topic
Wederom was er veel te veel off–topic. Jammer dat dat niet weggemodereerd kon worden. Hans Labohm gaf het slechte voorbeeld door de hiatus en het risicoaspect erbij te halen. Anderen volgden. [Noot HL: Tja, sorry hoor! Maar een klimaatdiscussie zonder hiatus is als een beschrijving van Zwitserland zonder bergen.]
Dat neemt niet weg dat er ook positieve dingen aan deze dialoog zaten.
• Er is redelijk beschaafd gecommuniceerd, ook daar waar de emoties opliepen.
• Ik heb meer begrip gekregen voor de verschillende standpunten. Dat van van Soest is veel genuanceerder dan ik dacht. Bij Labohm wordt alles gekleurd doordat hij CO2–emissies niet als een risico ziet.
• Ik heb ook nog wat geleerd, namelijk hoeveel haken en ogen er aan de Energiewende zitten.
Door verschillende deelnemers zijn suggesties gedaan voor het vervolg van deze reeks dialogen. Die suggesties, evenals de ervaringen met deze ronde, zullen we ongetwijfeld meenemen bij de discussie over een vervolg.
Aldus Gerbrand Komen.
Lees verder hier.
Voor mijn eerdere DDS–bijdrage zie hier.
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten