In de laatste week van 2013 was het weer raak voor accountant KPMG.
Justitie verwijt het kantoor witwassen en valsheid in geschrifte bij de goedkeuring van jaarrekeningen van Ballast-Nedam. KPMG schikte voor 7 miljoen met het openbaar ministerie. Weliswaar betrof het jaarstukken uit het begin van deze eeuw maar het is toch weer pijnlijk. Eerder dit jaar liep er ook al een zaak tegen KPMG aangaande de controle van de jaarrekening van de in problemen geraakte woningcorporatie Vestia. Dienstdoende accountant had met name wat betreft de derivatenposities van Vestia nogal wat steken laten vallen. Een schrale troost voor KPMG is dat ze niet het enige kantoor is dat negatief in het nieuws komt. Ook kantoren als PCW en Ernst & Young zijn betrokken bij verwijten van gebrekkige of tekortschietende controle en tuchtrechtzaken.
Het gaat dus nogal eens fout bij de controle. Niet omdat accountants allemaal schurken of oplichters zijn. Het heeft alles te maken met de verhouding tussen accountant en bedrijf. Voor de accountant is het bedrijf een betalende opdrachtgever.
Een accountant die een relatief lage prijs offreert heeft een grotere kans een controleopdracht te verwerven. Met als mogelijk gevolg dat om op die lage prijs nog wat marge over te houden, er beknibbeld wordt op de uren die gemaakt worden. Of op de inkoop van specialistische kennis ten aanzien van bijvoorbeeld derivaten wanneer die intern niet aanwezig is.
Naast dit aspect is het ook niet verwonderlijk wanneer je als accountant creatief meedenkt met je opdrachtgever. Niet goed, maar wel heel menselijk.
Wat mij betreft zijn beoordelende of controlerende diensten of taken minder geschikt om in een marktverhouding te gieten. Niet tenminste wanneer de te controleren partij de klant is van de controleur. Het geeft een onwenselijk belangenverstrengeling met de eerder geschetste affaires als gevolg. In principe is het bedrijf of het management natuurlijk ook niet de werkelijke klant van een accountant. Dat zijn de aandeelhouders en andere betrokkenen die gebaat zijn bij adequate en accurate informatievoorziening.
Wanneer jaarrekeningen fouten blijken te bevatten zijn geven ze doorgaans een te rooskleurig beeld dan de werkelijkheid. Het kan een manier zijn voor managers om eigen falen (tijdelijk) te verdoezelen. Tevens geven managers aan dat ze druk vanuit de financiële markten voelen om zich te richten op korte termijn indicatoren zoals de winst per aandeel (WPA). In een onderzoek van consultant McKinsey dat december 2013 verscheen zei 63% van de bevraagde managers dat die druk sinds 2008 was toegenomen. Eerder al, in een onderzoek uit 2005 gaf 78% van de managers aan dat ze niet investeren in op langere termijn rendabele projecten als ze verwachten dat het op korte termijn leidt tot een daling van de WPA.
Eenzijdige focus op WPA kan er dus toe leiden dat rendabele projecten niet worden ondernomen en dat met boekhoudkundige trucs getracht wordt die WPA continu te laten stijgen. Er wordt wel gedacht dat de focus op WPA de belangen van aandeelhouders dient. Maar voor zover de markten niet door opgeklopte WPAs heen prikken is het geluk echter altijd van korte duur. In het jaarverslag van 2000 gaf de Amerikaanse energiegigant Enron aan dat het management laser focused was op WPA. In 2001 bleek dat Enrons omzet en winstcijfers op drijfzand waren gebaseerd. Het werd een van de grootste boekhoudschandalen in een tijd van vele anderen. Enron ging failliet en ook Arthur Andersen, de accountant die de geflatteerde jaarrekeningen had goedgekeurd bestaat niet meer.
Er lijkt dus veel te winnen bij een meer kritische controle van de jaarrekening. In plaats van een klantbelang, moeten de accountants eerder een algemeen belang dienen. Maar gegeven de huidige relatie tussen onderneming en accountant is dat lastig te realiseren. Misschien moeten we van die accountants maar een soort ambtenaren maken, analoog aan belastinginspecteurs.
Tevens zou de rapportagehorizon geen negatieve invloed moeten hebben op te nemen beslissingen. Managers die zeggen potentieel rendabele investeringen te laten liggen wegens de gevoelde focus op korte termijn resultaten van de financiële markten moeten hun plannen beter uitleggen. En als dat niet lukt dan gaan ze maar op zoek naar een passender functie.
Ewoud Jansen Econoom & publicist. Twitter @ewoudjansen