Met gepaste trots stellen wij aan u voor de eerste van een nieuwe lichting politieke DDS-columnisten: Klaas Dijkhoff. Klaas, die onlangs promoveerde aan de Universiteit van Tilburg op een proefschrift over oorlogsrecht (30) is namens de VVD-fractie in de Tweede Kamer woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking. Hij zal op DDS schrijven over zijn vakgebied en wat hem verder zoal voor de pen komt. Klaas, kom er maar in... Het is niet de meest rustige tijd in de wereld. In het Midden-Oosten laat de mensheid zowel haar mooie kant zien via een gepassioneerde wens naar vrijheid als ook haar lelijke kant via een dwaze leider die de wapens richt op zijn eigen volk.
Intussen laat in Japan de natuur zien dat ze oncontroleerbaar is. Er is daar geen sprake van één ramp, maar van een aaneenschakeling van rampen en dreigingen. Aardbevingen die daarna een tsunami veroorzaakten met duizenden doden en vermisten als gevolg, totaal ontwrichte infrastructuren en een kerncentrale aan een zijden draadje. Het is begrijpelijk dat de meeste aandacht nu uitgaat naar wat er mogelijk nog kan gebeuren in deze kerncentrale. Het zorgt er echter voor dat de andere verschrikkelijke gevolgen van deze enorme natuurramp wat buiten beeld blijven. Onterecht, want de ramp die zich in Japan aan het voltrekken is, doet niet onder voor de ellende die we in bv Thailand, Aceh of Pakistan als gevolg van aardbevingen en tsunamis hebben gezien.
Het gebrek aan media-aandacht voor de bredere gevolgen van de ramp in Japan, lijkt ook te leiden tot een gebrek aan urgentie om Japan te hulp te schieten. Wat daarbij wellicht meetelt, is dat Japan een welvarend land is. Vergelijk de recente overstromingen in Australië en de initiële reactie op de orkaan Katrina in de VS. Voltrekken dit soort rampen zich niet in landen die we al zielig vonden zonder dat een ramp er huishoudt, dan is er in Nederland minder gevoel van urgentie om te gaan helpen. Om de een of andere reden lijken we dan te denken dat die landen zichzelf wel redden en onze hulp niet nodig hebben. En die gedachte is eigenlijk een beetje dom. Zelfs ons ontwikkelingssamenwerkingbeleid in al zijn gebrekkigheid erkent dat er een verschil zit tussen zielige landen en door rampen getroffen landen. Voor mensen en landen die altijd hulp nodig hebben, hebben we vaste patronen van structurele hulp. Voor mensen en landen die getroffen worden door rampen, hebben we een pot geld voor noodhulp. We geven dan geld omdat een ramp hulp noodzakelijk maakt, niet omdat een land al arm was. Zo heeft de Nederlandse overheid op verzoek van Japan al mensen en middelen beschikbaar gesteld om te helpen. Denk aan veldhospitalen en waterzuiveringsinstallaties.
Helaas lijken onze Nederlandse Goede Doelen niet genegen hulp te bieden of een hulpactie op te zetten voor het door rampen getroffen en hulpvragende Japan. Dat heeft me eerlijk gezegd verbaasd en doet me afvragen wat de criteria zijn om wel of juist niet een hulpactie op touw te zetten. De Samenwerkende Hulp Organisaties zelf zeggen hierover: "De SHO komt in actie bij grote humanitaire rampen, maar heeft wel een focus op ontwikkelingslanden omdat het in die landen meestal ontbreekt aan menskracht en middelen. In Japan is dat niet het geval." Verder melden zij in een persreactie dat ze er niks te zoeken hebben omdat ze niet zouden weten waar ze het geld naartoe moeten brengen nu ze in Japan geen partnerorganisaties hebben. Enigszins bevreemdend omdat eerder het argument was dat Japan juist zo goed georganiseerd is. Dan zou je dus als leek zeggen dat je juist bij zon hoge organisatiegraad je geld ernaartoe kan brengen omdat er veel minder risico is op een verkeerde besteding van deze gelden. Maar nee, die logica gaat voor de SHO kennelijk niet op.
Is het dan de logica van de chaos die de SHO ertoe brengt om een noodfonds op te zetten? Ook daarop is het antwoord neen. Want vorig jaar bij de overstromingsramp in Pakistan, was er in eerste instantie ook geen wil van de hulporganisaties om een actie op touw te zetten. Terwijl Pakistan toch niet vergelijkbaar is met Japan op de punten van welvaart en organisatiegraad die nu als argumenten worden aangevoerd om geen actie te houden. Toentertijd kwam de SHO met het argument dat: de ramp te weinig zou leven onder de bevolking en dat het zomerseizoen een lastige periode zou zijn om te werven. Navrant genoeg was toen wel al duidelijk dat de ramp in Pakistan de tsunami van 2004, waar wel een grote actie voor werd opgezet, overtrof. De hardnekkige geluiden dat de hulporganisaties inschatten dat Nederlanders niet aan moslimland Pakistan wilde geven, vond ik nogal bizar en bleken ook volstrekt misplaatst toen de actie eenmaal werd gestart. Nederland stortte miljoenen op Giro 555.
Zoals ik hierboven schreef, staan gewone ontwikkelingshulp en noodhulp los van elkaar. Noodhulp aan Japan en donaties bij een inzamelingsactie gaan dan ook niet ten koste van de reguliere ontwikkelingshulp. Hooguit zou het kunnen dat u de rest van het jaar minder gul bent als de hulpclubs om geld vragen voor hun normale werk. Maar ik kan me toch niet voorstellen dat de Nederlandse hulporganisaties in het licht van een humanitaire ramp zo cynisch zouden calculeren.
Een duidelijke lijn in de argumentatie wanneer de goede doelen wel en wanneer zij niet een hulpactie beginnen, kan ik helaas niet ontdekken. Dat is zachtgezegd onhandig omdat de goede doelen zo de schijn van willekeur op zich laden. Bovendien geven ze zo aan hen die dat zouden willen alle ruimte om de hulpclubs van motieven van eigenbelang te beschuldigen.
Als de SHO toch besluiten tot een actie voor Japan, dan ga ik, net als voor Pakistan, weer in het belpanel zitten. En om alvast te oefenen sluit ik nu dan ook af met de woorden waarmee wij Nederlanders bij dat soort hulpacties aangespoord worden gul te geven: Dames en heren, het gaat er alleen om dat we de mensen helpen die het slachtoffer zijn van deze ramp. Al het andere telt nu niet. Laat deze boodschap vooral de SHO bereiken.