Soms kom je een film tegen waaraan alles klopt. Zon film is Blue Ruin. Een ultieme wraakthriller gedrenkt in warme kleuren en inktzwarte humor.
Regisseur Jeremy Saulnier zag het afgelopen jaar Blue Ruin, zijn tweede (onafhankelijk gefinancieerde) speelfilm, tot zijn verbazing een grote festivalhit worden. De sfeervolle thriller werd geselecteerd voor het programma Directors Fortnight van Cannes en met gejubel onthaald door de gezamenlijke filmpers (hij won er de prijs van de Internationale Filmcritici). Daarna volgde een zegetocht langs andere internationale filmfestivals.
Pontiac
Terecht, want Blue Ruin is een prachtige, complete en evenwichtige film, waarin vorm en inhoud subliem samenvallen, spanning en humor elkaar afwisselen en ondersteunen, het camerawerk de locaties en acties zowel liefkoost als versterkt en de acteurs het ijzersterke, met originele plotwendingen gelardeerde scenario niet alleen recht aandoen, maar ook verrijken met een indrukwekkend vertoon aan prachtig ingehouden danwel schitterend exploderende emoties.
De film begint in een huis nabij het strand, waar beach bum Dwight in bad ligt. Al snel wordt duidelijk dat hij een ongenode gast is, en dat zijn rechtmatige onderkomen bestaat uit een aftandse, blauwe Pontiac (de afgeschreven auto van Saulniers ouders). Het is daar dat hij het nieuws hoort: moordenaar Will Cleland is ontslagen uit de gevangenis. Vanaf dat moment wordt in de film die Dwight volgt op zijn pad dat moet leiden naar wraak op deze crimineel langzaam en trefzeker onthuld wat de oorzaak is van Dwights vastberaden, en van elk realistisch besef gespeend besluit.
Antiheld
Anders dan in de meer conventionele wraakfilms hebben we hier niet van doen met een slimme en doortastende hoofdpersoon. Dwight (Saulniers jeugdvriend Macon Blair) is de vleesgeworden antiheld: fysiek stelt hij niets voor, hij leeft al jaren letterlijk aan de rand van de samenleving, zonder baan, geld, aanzien of vriendin. Voor zijn wraakonderneming klopt hij aan bij de weinige mensen die hem nog een warm hart toedragen, maar dat kan niet voorkomen dat zijn impulsieve acties keer op keer niet het gewenste effect hebben. De toch al niet zo glamoureuze Pontiac moet het daarbij, net als zijn eigenaar, behoorlijk ontgelden, in scènes die soms neigen naar briljante slapstick.
De onderkoelde humor en het terloopse geweld doen denken aan het werk van de gebroeders Coen maar Blue Ruin is subtieler en fijngevoeliger, en geeft zelfs ruimte aan echte ontroering. Er is soms sprake van absurdisme, maar toch blijft alles geloofwaardig en voorstelbaar, door de grote menselijkheid die de karakters in de film in zich dragen ook de bad guys hebben gevoelens en een zekere moraal.
Melancholie
De film zit bomvol sfeer en melancholie, geladen door het (door Saulnier zelf uitgevoerde) vloeiende camerawerk, de compositie van de beelden waarin het kleurenpalet gedurende de film langzaam verandert -, het oogstrelende landschap en de donkere soundtrack. Saulnier schoot de film, min of meer gedwongen door zijn beperkte budget, op de plekken waar hij zijn jeugd doorbracht: een belangrijke rol is weggelegd voor het huis van zijn ouders. De liefde voor de locaties uit zijn kindertijd is zicht- en voelbaar in de manier waarop hij ze vastlegt: met oog voor zowel detail, als grootsheid.
Blue Ruin heeft alles in zich om een instant klassieker te worden: schoonheid, spanning, actie, geweld, absurdistische humor en emotie. Een film die je onder de huid kruipt en nog dagen als een weemoedige wolk boven je blijft hangen.
Blue Ruin draait vanaf vandaag in verschillende bioscopen. Filmfreak Distributie.