Het is dinsdag, tijd voor een nieuw verhaal over zakkenvullerij bij het zorgenkindje van het hoger onderwijs, de Hogeschool Inholland. Twee in opspraak geraakte bestuursleden van de onderwijsinstelling blijken namelijk bij hun gedwongen vertrek een
wel erg riante afscheidsregeling te hebben bedongen:
De in november bij de in opspraak geraakte hogeschool Inholland opgestapte bestuursleden Lein Labruyère en Joke Snippe krijgen tot maart van dit jaar gewoon doorbetaald, omdat hun arbeidsovereenkomst nog geldig is. Bovendien krijgen de twee per maart een gouden handdruk van respectievelijk 175.000 euro en 155.000 euro mee.
Elsevier weet te melden dat de twee ook tot begin deze maand
in hun dienstauto hebben rondgereden, dit alles onder het welbekende motto 'Het is maar belastinggeld, dus het kost niets'.
Het is de zoveelste keer dat de poenscheppers van het bestuur van de hogeschool in opspraak komen vanwege vastgestelde en vermoede gevallen van zelfverrijking met publieke middelen. We noemen een adviseur die voor drie dagen niets doen per week jaarlijks
178 duizend (plus onkosten en dienstauto) in rekening bracht. Een bestuursvoorzitter die na drie mooie dienstjaren een ontslagvergoeding van
180 duizend op zijn rekening kreeg bijgeschreven. En een bestuur dat als een tijger vecht tegen WOB-verzoeken van mediainstellingen (hulde voor
NRC Handelsblad ditmaal) om inzage te krijgen in het declaratiegedrag bij de hogeschool.
Staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft bij het bekendworden van de hoogte van de ontslagvergoeding van bestuursvoorzitter Geert Dales al eens flink op de rem getrapt door het overgrote deel ervan
terug te eisen. Hij kan nu iets vergelijkbaars doen natuurlijk - sterker nog: hij
moet het zelfs doen - maar zolang het probleem niet in de wortel wordt aangepakt, blijft het behelpen. Het kernprobleem is dat er bij de overheid een cultuur van zelfverrijking is ontstaan die alleen met de meest radicale maatregelen kan worden ingeperkt. Dat betekent het opleggen van forse salariskortingen en het afschaffen van de bonnetjescultuur door declareren onmogelijk te maken. Socialisten vertellen altijd dat werken voor de publieke zaak een roeping is. Ze willen dat werk dus ook vast wel zonder salaris met vijf nullen voor de komma en naar zelfverrijking geurende ontkostenregeling doen. En als niet, dan maar niet.