President van het volk
Met de inauguratie van Indonesisch zevende president Joko Widodo, ofteweg Jokowi, begon het land in oktober aan een nieuw hoofdstuk boordevol kansen. De nieuwe president is een afgestudeerde ingenieur en was een geslaagd zakenman voordat hij burgemeester werd van Solo op Midden-Java. De man van het volk wist in korte tijd het openbaar transport te reorganiseren en de stad om te turnen tot regionaal cultureel centrum. Het gevolg was een grote toestroom van toeristen. Bij zijn herverkiezing in 2010 kreeg hij maar liefst 90% van de stemmen. Vervolgens werd hij gouverneur van Jakarta en wist hij in korte tijd veel te bereiken op het gebied van onderwijs en zorg, plus dat hij begon met de aanleg van de metrolijn in de metropool.
Zijn imago is schoon en hij heeft geen banden met het leger of de zittende politieke elite. Wat in de ogen van het volk een groot voordeel is, maar toch voor enige wrijving met die elite kan zorgen.
Nieuw elan
Dit nieuwe elan kan een extra stimulans betekenen voor de Indonesische economie. Met 240 miljoen inwoners telt het de op 3 na grootste bevolking ter wereld. Maar wat de bevolkingssamenstelling zo aantrekkelijk maakt is het feit dat 40% jonger is dan 25 jaar.
Op dit moment heeft Indonesië de op 15 na grootste economie ter wereld. Wanneer de economische groei aanhoudt met 5 a 6% per jaar kan het in 2030 de op 6 na grootste economie zijn. Analisten van Franklin Templeton sluiten zelfs niet uit dat in 2030 het land economisch de EU (dus inclusief Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) zal overtreffen.
Brandstofsubsidies als molensteen
Een van de eerste uitdagingen voor de nieuwe regering waren de brandstofsubsidies. Sinds president Suharto bestaan er al brandstofsubsidies, en deze bedragen bedroegen inmiddels al meer dan $ 20 miljard per jaar. Dit bedrag maakte 20% van de staatsbegroting uit. Actie heeft niet lang op zich laten wachten want enkele weken na zijn inauguratie is er daadwerkelijk een begin gemaakt met het afbouwen van de verstikkende subsidies. De verwachting is dat de overheid hiermee eind volgend jaar $ 8 miljard bespaard heeft. De lage olieprijzen konden niet op een beter moment komen om de pijn te verzachten. Dat neemt niet weg dat de brandstofprijzen met zo’n $ 0,16 per liter zijn gestegen, oftewel met een derde. Het volk mort, maar de president is nog steeds populair en dus kon de maatregel zonder al te veel onrust worden doorgevoerd.
Lees verder op pagina 2.
Hoge rente
Het gevolg van deze prijsverhoging is een oplopende inflatie. Als reactie hierop heeft de Centrale Bank de rente verhoogd naar 7,75%. De inflatie was vorige maand gestegen tot 6,23%, weliswaar zo’n 2% hoger dan een paar maanden geleden maar altijd nog de helft minder dan het gemiddelde van de afgelopen 15 jaar.
Door de hoge rente zijn de Indonesiërs meer gefocust op sparen dan op beleggen. De verhalen over de aandelenmarkt tijdens de Azië-crisis eind jaren negentig spelen hier ook een rol bij.
De marktkapitalisatie van de Indonesische beurs is de helft van die in Nederland. Niet alleen in absolute zin, maar ook relatief. De beurswaarde in Nederland is gelijk aan 90% van ons Bruto Nationaal Product en in Indonesië is dat slechts 44%.
Corruptie
Een tweede grote uitdaging voor de nieuwe president zijn de corruptie en de bureaucratie. Al jaren wordt er gepoogd corruptie aan te pakken, met wisselende successen. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet de energiesector flink opgeschud met nieuwe benoemingen. In de vorige week gepubliceerde Corruption Perceptions Index is Indonesië licht gestegen. Het land staat nu op plaats 107 van de 175 en stond vorig jaar op 114. In vergelijk met andere landen uit de regio zoals Singapore en Maleisië heeft Indonesië nog een lange weg te gaan, maar het lijkt welhaast zeker dat het volgend jaar in de top 100 terecht kan komen.
Vooruitzichten
Daar waar andere landen met hun rente al op de nullijn zitten, heeft de Indonesische overheid alle mogelijkheden nog open om de economie te stimuleren. De regering heeft beloofd om de besparingen van het afschaffen van de brandstofsubsidies te gebruiken voor het stimuleren van de economie en niet onbelangrijk voor infrastructurele werken.
Op dit moment staan de prijzen van grondstoffen nogal onder druk, maar het grondstofrijke land zal op enig moment in de toekomst meer kunnen profiteren van haar bodemschatten.
Het zal voor de nieuwe regering een weg van vallen en opstaan worden, maar terecht verdienen zij de voordeel van de twijfel en hebben beleggers alle reden om optimistische te blijven.
Michael Toorop
Managing Partner Persist Global Wealth Management