De versnelde verhoging van de AOW-leeftijd kost 240.000 ouderen bakken met geld.
Het plan om de pensioenleeftijd van Nederlanders te verhogen - eerst naar 66 jaar en daarna na 67 jaar - is prima. We worden steeds ouder en kunnen dus ook langer productief zijn, zeker omdat een 65-jarige van 2014 niet te vergelijken is met een 65-jarige van, zeg, dertig jaar geleden. Niet alleen worden we ouder in jaren, relatief gezien worden we minder snel oud. Het is logisch dat de overheid daar rekening mee houdt in onze pensioenvoorziening.
Uiteindelijk zullen we Denemarken ongetwijfeld achteraan gaan. Daar is de pensioenleeftijd 71 jaar oud. Mijn generatie (ik ben van 1984) mag zich ongetwijfeld in de handjes knijpen als dit ook voor ons geldt. Het zou me namelijk niet verbazen als de grens dan al op, zeg, 73 of 74 jaar ligt.
Toch valt er wel het één en ander aan te merken op de manier waarop het kabinet de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd. Als je dergelijke grote veranderingen doorvoert moet je dat rustig doen en moet je boven al voorkomen dat mensen ernstig in de problemen komen. Helaas heeft het kabinet Rutte II daar lak aan.
De versnelde verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 2016 gaat 180.000 tot 240.000 Nederlanders met prepensioen flink geld kosten. Sommigen tot meer dan 7000 euro per jaar. Dat zegt de FNV, die vandaag de Kamer oproept niet met de maatregel in te stemmen.
In plaats van de veranderingen geleidelijk door te voeren wil het kabinet dat het allemaal zo snel mogelijk gaat. In 2018 wordt de AOW-leeftijd daarom 66 jaar en in 2021 zelfs 67. Op zich prima, ware het niet dat hele volksstammen er daardoor financieel fors op achteruit gaan.
Precieze cijfers van het aantal mensen dat nu al met prepensioen of vut is en onverwachts langer op zijn AOW moet wachten heeft de FNV niet, maar volgens experts moet het gaan om 180.000 tot 240.000 mensen, ofwel 15 à 20 procent van de 1,2 miljoen mensen die zijn geboren tussen 1951 en 1955.
Het nadeel kan voor alleenstaanden oplopen tot 7735 euro. Dat bedrag komt bovenop de 20.000 euro schade die sommigen al hebben opgelopen door de eerdere verhoging van de AOW-leeftijd. Echtparen hebben zelfs te maken met een totale kostenpost van 36.000 euro; een ongelooflijk hoog bedrag.
Lees verder op pagina twee: er moet een andere overgangsregeling getroffen worden.
Tot nu toe heeft het kabinet deze cijfers - en het aantal getroffenen - geheim gehouden voor het grote publiek, maar dankzij de FNV - het is ongelooflijk, maar de vakbond doet zowaar af en toe iets nuttigs - weten we nu waar het om gaat: honderdduizenden mensen en duizenden, nee tienduizenden euro's. Dit komt doordat mensen die geen of te weinig inkomen hebben tijdens de jaren tussen hun oude en nieuwe pensioenleeftijd maar mondjesmaat schadeloos worden gesteld. Tijdens de overbruggingsperiode hebben ze recht op 'hulp' van de staat, maar dat is slechts een uitkering op minimumniveau.
FNV-bestuurder Gijs van Dijk zegt dan ook terecht dat de "grote gaten niet dekt" die "sommigen zullen oplopen." Daarom is dit "niet alleen één van de meest onnodige voorstellen van de afgelopen jaren," maar "het is ook" nog eens "onbehoorlijk bestuur om hier zo laat mee te komen."
Onze ouderen hebben het al lastig genoeg. Bejaarden zitten uitgedroogd en verhongerd in verpleeghuizen en 'jonge ouderen' worden nu ook nog eens gestraft voor het feit dat ze jaren geleden niet wisten dat de pensioenleeftijd werd verhoogd. Dit is geheel en al te danken aan de regering die dit soort onwenselijke maar noodzakelijke maatregelen bewust zo lang mogelijk verzwegen heeft. Op zich is dat erg genoeg, maar het wordt zo mogelijk nog erger doordat men de boel vervolgens in korte tijd probeert te hervormen.
Dat gaat niet zomaar. De overheid moet altijd rekening houden met de leefomstandigheden van burgers. Als zij ongewild en onaangekondigd het kind van de rekening zijn moeten er maatregelen worden genomen om ze een handje te helpen. Een uitkering op minimumniveau is wat dat betreft eenvoudig niet voldoende.
De principes van good governance of rentmeesterschap eisen dat de staat adequate maatregelen treft om de schade te beperken, ja, ook als dit ons de komende jaren extra (belasting-) geld kost. Dit betekent dat de uitkering die mensen ontvangen tijdens de overbruggingsperiode omhoog moet; ze moeten in die jaren zo niet hetzelfde dan in ieder geval bijna hetzelfde bedrag krijgen als nadien. Dit levert de staatskas een behoorlijke kostenpost op, maar het is a) onwenselijk en b) zelfs onacceptabel om die mensen niet te helpen.
In Nederland zijn grote hervormingen nodig. Het ontslagrecht moet nog flexibeler worden en uiteindelijk moeten de pensioenen helemaal geprivatiseerd worden. Het mag echter niet zo zijn dat mensen die in overbruggingsperiodes terechtkomen het slachtoffer zijn. Rutte II moet dus terug naar de tekentafel en een plan ontwerpen waardoor dat nachtmerriescenario voorkomen wordt.