De Amerikaanse samenleving is gebouwd op immigratie. Tegelijkertijd worstelt de Amerikaanse republiek al sinds de stichting met de ontwrichtende gevolgen van massa-immigratie.
Goedkope illegale arbeidskrachten uit Mexico waren bijvoorbeeld in de jaren twintig van de vorige eeuw al zo geliefd bij werkgevers dat het Amerikaanse Congres een serie hoorzittingen moest wijden aan de problemen van massale illegale immigratie. Volgens schattingen ging het om honderdduizenden illegalen per jaar.
Opeenvolgende generaties Amerikaanse besluitvormers hebben alles geprobeerd om dit probleem op te lossen. In de jaren dertig werd het middel van de uitzettingen beproefd. Bijna een miljoen illegalen werden uitgezet een enorm aantal natuurlijk, maar in feite nog niet de helft van wat het decennium daarvoor was binnengekomen.
Definitief
Tijdens de oorlog zou een programma worden opgezet dat veel weg had van het latere Nederlandse gastarbeiderprogramma. Het enige verschil was de enorme aantallen die ermee gemoeid waren: bijna vijf miljoen latinos zouden zich in Amerika vestigen, sommigen tijdelijk, de meesten definitief.
Om deze nieuwkomers in te bedden in de Amerikaanse samenleving werd in 1965 de wet gewijzigd. Voortaan kwamen ook niet-Europese immigranten voor burgerschap in aanmerking. Omdat dit inburgeringsplan de stroom illegalen eerder deed aanzwellen dan afnemen, tekende president Reagan in 1986 een wet die in feite een generaal pardon vormde voor de naar schatting vijf miljoen illegale immigranten in zijn land. Het bleek evenmin te werken. Sterker nog, de stroom illegalen (hoofdzakelijk uit LatijnsAmerika) zou alleen maar nog verder toenemen.
Dat iets moet worden gedaan om het probleem aan te pakken is duidelijk. Maar wat? Voorstellen om illegalen een pad naar burgerschap te geven worden gezien als het belonen van crimineel gedrag terecht overigens, want dat is feitelijk wat een generaal pardon doet. Tegelijkertijd zijn de aantallen zo enorm tussen de tien en twintig miljoen dat oplossing door uitzetting geen optie meer is.
Roemloos
Omdat deze knoop onontwarbaar leek, heeft Washington de afgelopen jaren het dossier links laten liggen, wellicht in de hoop dat het probleem zichzelf zou oplossen. Begin dit jaar heeft het Congres echter, op verzoek van president Obama, besloten het onderwerp alsnog op te pakken. Even leek het alsof dit nieuwe initiatief daadwerkelijk tot wetgeving zou leiden. Inmiddels lijkt het plan een roemloze dood te sterven.
Het probleem is dat het Congres hinkt op twee gedachten. De door Democraten gedomineerde Senaat heeft een voorkeur voor een generaal pardon. Het door Republikeinen beheerste Huis van Afgevaardigden wil daar niets van weten. Het is sterk gekant tegen legalisering, want dat zou wetsovertreding belonen en bovendien een aanzuigende werking hebben.
Liever neemt het maatregelen om de instroom van illegalen te beperken, bij voorkeur door een muur te bouwen langs de zuidgrens. Dat laatste wordt door Democraten weer weggehoond als onmenselijk en Amerika onwaardig. Kortom: de oplossing van de een is voor de ander onbespreekbaar.
Van hoeksteen van het Amerikaanse experiment is immigratie zo tot splijtzwam geworden. We moeten hopen dat het bijzondere Amerikaanse talent voor het beheersbaar houden van schijnbaar onoverbrugbare tegenstellingen ook hier zijn werk zal doen. Dat er een gewone politieke oplossing voor het immigratievraagstuk zal worden gevonden, lijkt namelijk ondenkbaar.