Oh nee? Misschien moet je het als Gülenist, christen, Armeniër, Koerd, of gewoon criticus van Erdogan even proberen in Turkije. Gaan we zien hoe gehoord je je dáár voelt. Gisteren hield de
Tweede Kamer een grote bijeenkomst met maar liefst 14 verschillende Nederturkse organisaties. Het
Diyanet -- het Turkse religieuze ministerie -- was daarbij aanwezig in de hoedanigheid van Islamitische Stichting
Nederland. De woordvoerder van de lange arm van Ankara in Nederland, Ayhan Tonça, vond het allemaal
best grappig:
"Erdogan belt. Ik moet wat van hem zeggen. Alsof al onze imams pionnetjes uit Turkije zijn."
Ja, over het algemeen zijn ze dat inderdaad wél ja, meneer Tonça. Wij vinden dat ook erg jammer en vervelend, maar u bent nou juist één van die mensen die daar absoluut niets aan wil doen.
Hoe dan ook, Tonça en een hoop andere soennitische-Turken die Erdogan steunen lieten gisteren aan de Kamer weten dat ze zich 'niet gehoord' voelen. Vicevoorzitter Ertugul Gökçekuyu van de Islamitische Universiteit in Rotterdam verwoordt deze klacht als volgt:
"Ik kan alle Turkse Kamerleden gewoon bellen en dan nemen ze de telefoon op. Door Nederlandse Kamerleden ben ik zo vaak de deur gewezen. Mensen voelen zich in Turkije meer gehoord dan in Nederland."
Wacht even. Meneer vindt het dus niet kunnen dat Kamerleden, die knetterdruk zijn, niet meteen opspringen als hij hen belt? Even voor de duidelijkheid, meneer Gökçekuyu: de manier waarop Turkse Kamerleden u behandelen is niet normaal. Dat u door hen zo behandeld wordt betekent dat u een voorkeursbehandeling van jewelste krijgt, ongetwijfeld juist omdat u a) streng-islamitisch én b) pro-Erdogan bent.
Het kan toch niet als een verrassing komen dat het gemiddelde Nederlandse Kamerlid dat net wat minder positief en vooral ook belangrijk vindt.
Ook Ejder Köse, lid van de door de Turkse overheid ingestelde Adviesraad Turkse Diaspora, vindt de behandeling van Turken maar wat slecht. Die adviesraad wordt regelmatig bekritiseert omdat de raad zich actief tegen de
integratie van Turken in Westerse landen keert. Volgens Köse is dat soort kritiek vre-se-lijk:
"Een van de doelstellingen is om de Turkse cultuur te behouden. Wat is daarop tegen?"
Nou, best veel eigenlijk. Natuurlijk niet als je het over gezelligheid hebt en dergelijke, maar wel als het over zaken gaat waardoor de Nederturkse gemeenschap niet alleen niet integreert, maar daar nog trots op is ook. De Turkse cultuur respecteren en waarderen is prima, een autocratische heerser te vuur en te zwaard verdedigen alleen omdat hij Turk is, is dat niet. En ja, het is vooral het laatste waar dit soort raden en organisaties zich mee bezighouden.
Daarbij is het ook opvallend dat dit soort organisaties het totaal niet belangrijk vinden om op te komen voor de belangen van Armeense Turken, Alevieten, Koerden, en andersoortige Nederturkse minderheden. De enige Turken die er toe doen zijn conservatief-nationalistische soennieten. Alle andere soorten
Nederturken worden totaal niet geholpen door dit soort organisaties en mensen. Sterker nog, ze worden zelfs regelmatig actief
tegengewerkt.