Het soevereine recht om je eigen land te verkopen

Geen categorie13 dec 2011, 19:00

Napoleon sprak geringschattend van een nation of shopkeepers. De Britten zelf beschouwen dat als eretitel. De Amerikaanse columniste Anne Applebaum (mooie naam: de Engelse appel valt hier niet ver van de Duitse boom) wijst er echter op dat de Britse kijk op de wereld steeds meer door de City wordt bepaald. Dat valt na afgelopen vrijdag moeilijk te ontkennen. De nog jonge conservatieve kostschoolpremier David Cameron streed in Brussel voor de belangen van het Londense zakencentrum door een veto uit te spreken over een Europees verdrag dat via een 'begrotingsunie' waarop de Europese Commissie moest toezien de euro moest redden. Dat voorzag in een bankenbelasting waar de Britten tegen zijn. Sommigen zagen daarin de geest van Margaret Thatcher, een kruideniersdochter, die in 1990 al drie keer een krachtig No, no, no tegen Europa uitsprak. Een week later was zij - vanwege haar te opzichtige anti-Duitse instincten - vervangen door John Major, die in elk geval het pond sterling wist te redden, wat de Bank of England tenminste nog de vrijheid geeft om ongehinderd de geldpers aan te zetten.

Je kunt erover twisten wat Cameron met zijn veto heeft bereikt. In elk geval niet dat het akkoord dat de euro moet redden van de baan is, want 26 van de 27 EU-staten gaan daar mee verder, waaronder de zeventien EMU-lidstaten. Je zou kunnen zeggen dat Cameron daarmee meer dan ooit de Britse eer heeft gered. Zijn grote voorganger Winston Churchill stond in juni 1940 ook alleen tegenover dat hele boze continent. Punt is dat het verzet van Churchill toen heel goed werd begrepen, vooral ook door Charles de Gaulle, terwijl de opstelling van Cameron nu op totaal onbegrip stuit. Behalve bij een aantal verstokte eurosceptici natuurlijk, die je tegenwoordig ook in Nederland vindt, op de Dagelijkse Standaard. Je uitleveren aan de onzichtbare bureaucraten van Brussel is veel erger dan je uitleveren aan de onzichtbare hand van de wereldmarkt.

Volgens opiniepeilingen schijnt iets meer dan de helft van de Briutten er zo over te denken en het met Cameron eens te zijn. De nationale soevereiniteit is heilig. Maar dit idee bestaat bij een volk dat er geen bezwaar tegen heeft dat de Britse buitenlandse politiek wordt gekleurd door de belangen van de City. Ooit hadden de Britten de machtigste industrie van de wereld, maar die raakte verouderd en is voor zover die nog bestond onder Thatcher in de uitverkoop gedaan. Daardoor is Bentley nu van Volkswagen, de Mini van BMW, Harrods van een Egyptenaar, en zijn de trotse voetbalclubs ofwel praktisch failliet gegaan (Leeds United en Nottingham Forest ploeteren in lagere divisies), ofwel in handen gekomen van Russische tycoons (Chelsea), Amerikaanse zakenlieden (Liverpool, Manchester United, Aston Villa), of Arabische oliesjeiks (Manchester City). Arsenal is al jaren een vreemdelingenlegioen onder leiding van een Franse generaal (Arsène Wenger). De club heeft afstand gedaan van het eigen Highbury, in ruil voor het door de V.A.E. gesponsorde Emirates-stadion, dat weliswaar imposanter, maar ook veel minder sfeervol is dan het vroegere onderkomen. Een volkssport is het voetbal in de premiership allang niet meer, want sinds de staantribunes om veiligheidsredenen zijn afgeschaft zijn de toegangskaartjes in deze theaters onbetaalbaar geworden. Het Britse profvoetbal heeft alleen nog toekomst als speeltje voor buitenlanders die zich alles kunnen permitteren. 

Dat zou je natuurlijk als verrijking kunnen zien, heel wat beter dan al die immigranten uit het voormalige wereldrijk die Groot-Brittannië ook heeft en de arme volksbuurten in de voormalige industriesteden van Noord-Engeland bevolken. Engels spreken die gelukkig allemaal wel, de Britten hebben de wereld een nieuwe 'lingua franca' gegeven. Daardoor hoeven ze zelf geen vreemde talen te leren en hebben ze ook niet van die inburgeringsproblemen waarmee exotische landjes als Nederland kampen.

Maar zijn de Britse 'Henk en Ingrid' nog baas in eigen land als het centrum van Londen voor normale mensen een no go area is geworden omdat daar op last van een rare linkse (loony left) burgemeester een tol van acht pond wordt geheven om daar met je auto te komen en de hele City het speelterrein van een handjevol miljardairs is geworden? Sterker, het peperdure Londen is onbetaalbaar voor onderwijzers, verpleegsters en andere ruggengraten van de samenleving, die daar geen huis meer kunnen kopen. Daarentegen stromen rijke Grieken toe in de exclusieve Londense wijken, op zoek naar veilige havens, want in eigen land dreigen zij gelyncht te worden. Gelukkig dat in het land van Lord Byron de vlag van de vrijheid nog wappert. Niet helemaal tax free, maar toch. In Groot-Brittannië worden geen lastige vragen gesteld als je een zak met geld meebrengt, wat ook prettig is voor dictatorzoontjes die aan de LSE studeren of aan een andere prestigieuze opleiding. En van een rechtse regering die het eigen land 'terug aan de burgers' wil geven is in Londen geen sprake. Cameron regeert samen met de eurofiele liberal-democrats, die volgens alle in Nederland gangbare definities als Britse pendanten van D66 gelden.

Het blijft ironisch dat de stap van Cameron verkocht wordt onder de noemer behoud van nationale soevereiniteit. Misschien kun je beter zeggen: het behoud van het soevereine recht om je eigen land aan de hoogstbiedende te verkopen. Het is de Britten gegund, het gebeurt allemaal uit vrije wil en rare jongens waren zij al in de tijd van Asterix en Obelix, toen zij nog wel deel uitmaakten van een groot Europees Rijk (het Romeinse). En een nation of shopkeepers zijn zij gebleven. Tot er niks meer te verkopen valt, maar dat moment is nog ver weg. De Britse ziel is nog springlevend en onverkoopbaar voor de rest van de wereld.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten