In de Volkskrant schrijft Izz ad-Din Ruhulessin een hatelijk betoog tegenover de 'witte' linkse medemens. Die zijn volgens hem niets meer dan parasieten die meeliften op de gekleurde anti-racisten. ''Progressief links, marxisten en campusfeministen slaan allemaal op hun eigen manier een slaatje uit het racismeprobleem dat onze samenleving teistert. De zwarte en zandkleurige (pseudo-)intellectuele elite profiteert hiervan, maar de massa heeft het nakijken.'' Erik van Muiswinkel, onze grote linkse intellectueel, heeft al ontzet gereageerd op deze column: ''Dit bekeerde ex-salafistische warhoofd gebruikt bewust de term 'parasieten'. Dan ben je ernstig gediskwalificeerd. VK: waarom deze creep?''
Je zag het al gebeuren in de Verenigde Staten en je ziet het nu ook in Nederland. De 'witte' progressieve beweging bemoeit zich met racismekwesties en creëren een beeld dat er overal racisme is. Zij vormen dan de goedwillende 'witte' bevolking die moreel verheven is boven de domme boze 'witte' man. Er worden neologismen gemaakt die de blanke schuld nog meer moet aanwakkeren zoals 'witte privilege' en 'culturele toe-eigening'. De blanke medemens kan niets meer doen zonder dat die ergens schuldig aan is.
Dan richten de boze ogen binnen de anti-racisme beweging zich ineens op de 'witte' progressieven. Die mogen helemaal niet meedoen met de beweging! Ze zijn blank, dus behoren tot de oppressie. De 'witte' progressievelingen voelen zich nog meer schuldig en weten dan helemaal geen houding meer aan te nemen.
Op deze manier radicaliseert de anti-racisme beweging tot een groep mensen die naar elkaar gaan wijzen en bepalen wie 'goed is' en wie 'niet goed is'. Anti-racisten (wie is er wel voor racisme?) vliegen elkaar in de haren. De een is zieliger dan de ander, want die is gekleurder, of moslim, of gehandicapt met een Angolese achtergrond, het kan allemaal. Het conflictdenken binnen deze beweging heeft een zelfdestructieve werking tot gevolg waarin de anti-racisten uiteindelijk ruziënd ten onder gaan.