Een warrige kop voor een wellicht wat warrig en pessimistisch artikel, maar wel ter zake.
Het kwartje van Kok, de tijdelijke accijnsverhoging op benzine die eeuwig werd, de duizend euro luchtkasteel die Rutte aan de Nederlanders beloofde en de Eurozone die welvaart en werkgelegenheid zou scheppen. Zo gaat het in de politiek.
De Europese Unie steunt op twee doelstellingen: harmonisatie en convergentie. Harmonisatie, op elkaar afstemmen, convergentie, naar elkaar toegroeien, en samensmelten. Eenheidsworst maken, niets individueels, alles hetzelfde, typisch socialistisch.
De EU ontleent zijn structuur en macht aan een opeenvolging van verdragen. Van het EEG stadium, vrijhandelszone, economische samenwerking die een groot succes werd, tot Lissabon, dat de EU definitief tot een politieke unie omvormde. Lissabon, bedoeld als grondwet voor de EU maar tot verdrag gedegradeerd door de neen referenda van Frankrijk en Nederland. Maar what's in a name.
Naar de letter van het verdrag van Lissabon worden de 28 lidstaten van de EU geregeerd door de commissie van regeringsleiders die de absolute macht heeft. Zij worden voor de uitvoering bijgestaan door 28 benoemde commissarissen elk met eigen portefeuille en staf. Zowel de EU als de onderliggende Eurozone hebben een benoemde voorzitter. Voor de uitvoering van de besluiten van de commissie van regeringsleiders is een uitgebreide staf in Brussel gecreëerd. De EU kent ook een gekozen parlement van ja/neen, dus met zeer beperkte macht.
Kort gezegd de EU wordt bestuurd door benoemde functionarissen met daarbij een democratisch gekozen krachteloos parlement.
Die harmonisatie en convergentie leverden wel problemen op. Zo kwam er een kerngroep van 18 lidstaten, de eurozone, waarbij die twee al zover gevorderd waren dat er een muntunie tot stand kwam, de euro, in 2000 echt ingevoerd. Om toe te treden moesten enkele criteria vervuld worden met als belangrijkste een staatsschuld van maximaal 60%, een begrotingstekort van maximaal 3%. Via creatief boekhouden werden ook enkele te zwakke landen toegelaten tot deze topgroep en in 2003 al overtraden Duitsland en Frankrijk die 3% grens. Die 3% zouden trouwens later blijken fataal te zijn door de enorme schuldopbouw
die ze teweeg bracht (en ook nog geregeld overschreden werd) terwijl de 60% maximale schuldgrens niet leek te bestaan. Zo kwam er een schijnwelvaart tot stand die in 2008 met het failiet van de Lehman Bros en de daaropvolgende kredietcrisis keihard onderuit ging.
De eurozone lidstaten waren en zijn niet in het gareel te krijgen, de schulden nemen nog steeds toe, ondanks de op elkaar volgende zoveel jaren plannen om er greep op te krijgen. (Waar hebben we toch meer gehoord van vijf jaren plannen?). Zo werd er het beruchte ESM verdrag tussen de eurozone staten gesloten waarmee het verbod op directe fianciële steun aan lidstaten van het verdrag van Lissabon werd ontkracht. Staten die niet meer tegen dragelijke rente op de kapitaalmarkt konden lenen maar wel solvabel waren en dus alleen een liquiditeitsprobleem hadden kregen vanaf 2010 via ESM (en voorgangers ervan) liquiditeitssteun in de vorm van kortlopende leningen. Voor Griekenland is dat kortlopende omgezet in dertig jaar (en wordt nog langer) zodat niet meer van liquiditeitssteun gesproken kan worden, maar waarom niet?
Eurosupporters voeren steeds aan dat we door de euro zoveel rijker zijn geworden. Helaas tonen (zoals ik heb laten zien in vorige artikelen) de cijfers aan dat het tegenovergestelde het geval is. Vrijwel alle eurozone landen staan er nu veel slechter voor dan bij de invoering ervan. De schijnwelvaart was gebaseerd op lenen, niet op verdienen. In plaats van welvaart en werkgelegenheid hebben we nu 12% gemiddeld werkeloosheid (in zuidelijke landen zelfs boven de 25 en zo'n 50% jeugdwerkeloosheid) en gemiddeld 95% schuld. Groei is er nauwelijks en die is zelfs niet hoger dan de al veel te lage inflatie. In de zuidelijke landen heerst pure armoede bij de bevolking en ook in het noorden neemt de koopkracht af.
En dat zijn de toplanden, want de overige tien EU lidstaten zijn nog zelfs niet toe aan het voldoen aan de toelatingscriteria en sommige hebben zelfs bedongen er niet aan mee behoeven te doen. (Toplanden, cynisch gezegd, want de niet eurolanden in de EU doen het beter!)
De EU regeert met directieven die de nationale wetten te boven gaan door benoemde machthebbers. Het is een bureaucratie geworden gekenmerkt door een belangstelling voor het regelen van alle details. Zo kennen we de kromming van de bananen (soms ineens uit een ander land vanwege handelsverdragen waar we niets van weten), de maten van condooms, het dwingend vervangen van energie onzuinige maar milieuvriendelijke lampen door energie zuinige maar milieuvergiftende lampen, het voorschrijven van lettertype en lettergrootte, het maximum aantal liters voor het doorspoelen van toiletten, de maximale grootte van douchekoppen en, dat vind ik de leukste, hoewel uit andere bron, de suggestie om tijdens het douchen te urineren want dat bespaart het doorspoelen van het toilet.
Maar, zeggen eurofielen, de zuidelijke euro landen kunnen toch alweer op de kapitaalmarkt lenen tegen redelijke rentes. Ja, dank zij Draghi die de euro wat het ook kost op de been zal houden. Er is dus niet het risico van lenen aan arme landen die misschien niet terug kunnen betalen, maar lenen met de garantie van de ganse eurozone, van uw en mijn belastinggeld. In feite net of het eurobonds zijn, waar of niet.
Ik denk stiekum wel eens dat als Draghi in 2010 al voorzitter van de ECB was geweest die bailouts niet nodig waren geweest. Dan had hij al kunnen dreigen. En, pet af voor de heer Draghi, meester blufpoker, want hij heeft het toch voor elkaar gekregen. Alle lof!