Aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt het werk zwaarder. Er is meer druk en allochtonen worden het zwaarst belast. Bovendien zijn er cultuurbarrières; tijdens een crisis heb je elkaar als werknemers hard nodig en als er dan wrijving ontstaat, werkt dat averechts, legt Hoedeman uit. Hij werkt dagelijks met mensen die door psychische klachten uit de roulatie zijn. De klachten van autochtonen worden ook later opgemerkt. Een autochtoon is cultureel gewend om eerst fysieke klachten te melden en daar geen psychische oorzaak achter te zoeken. Als ook de leidinggevende dat niet doet, sluimert het probleem door. Het gevolg is dat de uiteindelijke re-integratie langer duurt. Dat kost de werkgever geld en is voor de persoon in kwestie ook nadelig. De kans op werkloosheid groeit. Leidinggevenden zouden dan ook attent moeten zijn op frequent verzuim en het gesprek moeten aangaan.