Van sommige mensen ruik je op kilometers afstand al dat het in de bovenkamer niet pluis is, en Tinkebell is daar een van.
Met zo’n naam geeft ze al weg dat ze vooral haar eigen huisdier is, eentje met een hippie meets jaren ’90 vachtje. Tot zover haar uiterlijk. Ze reisde afgelopen maand naar Afghanistan uit ’bezorgdheid’ over het lot van de uitgezette Afghaan Feda Amiri en zijn dochter Tamana, die hem was gaan zoeken. De vader bleek in het ziekenhuis te liggen met geheugenverlies dat hij acuut opliep op het moment dat hij voet op Afghaanse bodem zette. Tamana zou zelf ook op enig moment bezweken zijn onder alle spanningen en in een ziekenhuis zijn beland. Afgelopen woensdag reisde Tinkebell met dochter Tamana terug maar niet voordat ze bekend maakte een kunstproject over haar ’reddingsoperatie’ te maken, dat de naam ’Do it yourself’ draagt. Waar moet ik in vredesnaam beginnen met uitleggen wat er allemaal schort aan haar, de reacties van politici en het fenomeen wat er aan ten grondslag ligt?!
De afloop van het avontuur is Tinkebell al op de nodige kritiek komen te staan omdat het verhaal van Amini en dochter Tamana nogal blijkt te rammelen. Tinkebell zou ’een slaatje proberen te slaan uit het hele gebeuren en onvoldoende onderzoek hebben gedaan’. Die kritiek snap ik maar gaat mij lang niet ver genoeg en zou zich ook moeten richten op politici die zich gemakzuchtig laten voorstaan op hun humane inborst in plaats van een interesse aan de dag te leggen voor de wet, feiten en omstandigheden van het geval.
Ze laat in reactie op de kritiek weten dat het kunstproject niet een vooropgezet plan was. Behalve dat deze reactie nogal kinderlijk overkomt, behoort Tinkebell blijkbaar nog tot het schaarse kunstenaarsvolk dat zich spontaan stort in de problemen van de wereld om daar plotselinge creatieve invallen aan over te houden. Een beetje zoals wanneer ik naar een sollicitatiegesprek ga en dan ineens een baan blijk te hebben, zo gek! Of ze ’een slaatje uit haar goede bedoelingen probeert te slaan’, is überhaupt als kritiek niet zo relevant als je bedenkt dat er alleen maar een hoop sentimentele kitsch kan voortkomen uit deze lof op haarzelf. Ze hoort thuis in het rijtje van mensen die met een typerende openhartigheid en onnauwkeurigheid aandacht voor zichzelf willen zonder iets bloot te geven. Ze wil sympathie zonder zelfs maar interesse voor de kwestie waar ze zich in stort te veinzen. Kunst kan daarvan nooit het resultaat zijn.
Met deze kritiek komt ze nog goed weg, want onderliggend is het probleem waar zij aan bijdraagt nog veel omvangrijker. Het ogenschijnlijke onschuldige activisme van vrouwen als Tinkebell die een slachtofferstatus opeisen voor zichzelf danwel bereidwillige slachtoffers in hun omgeving kunnen namelijk alleen maatschappelijk en financieel succes behalen in een culturele omgeving die het slachtofferschap als iets heroïsch ziet. Dat is de free ride van sentimentalisten, die niet hun eigen kwaliteiten en verdiensten inzetten voor de goede zaak, maar gebruik maken van een hedendaagse lafhartigheid ten opzicht van slachtofferschap. Het haalt vele carrières en levens niet onverdienstelijk uit het slop dames en heren. In die zin haalt ze wél een slaatje uit het haar kunstproject, als kunstenares die een rookgordijn opwerpt voor wat haar onoprechte activisme feitelijk is: een narcistische honger naar sympathie of simpelweg aandacht.
Uit de interviews met haar die ik heb gelezen komt dit alles duimendik naar voren. “Ik blijf het een inhumane manier vinden hoe de vader uit Nederland is uitgezet”. Dat ze zelf ook twijfels heeft bij het verhaal van de familie, namelijk dat vader zou zijn mishandeld bij zijn uitzetting, schuift ze snel weer terzijde. “Ook als zou blijken dat hij wel bloed aan zijn handen zou hebben vind ik het niet goed zoals hij is uitgezet.” Toe maar! Met andere woorden als vader een oorlogsmisdadiger zou blijken te zijn die liegt over zijn mishandeling bij zijn rechtmatige uitzetting, dan nog is het Niet Goed hoé hij is uitgezet. Later zegt ze ook dat het haar allemaal in principe niet uitmaakt of het klopt. Ja dat was al duidelijk. De bottom line: iets is gewoon afschuwelijk als je denkt dat het afschuwelijk is. Dit lijkt misschien een meedogende houding maar in de praktijk betekent dit dat het zwaarste lijden thuishoort bij zij die zich het heftigst uiten ongeacht waar de bron van het lijden zich bevindt. Dat kan een overleden huisdier zijn, een zere knie of het verlies van een baan. Dit werkt bij mensen die hiervoor een natuurlijke aanleg hebben natuurlijk aanstelleritis, leugenachtigheid en intimidatie in de hand, zoals we ook overal om ons heen zien, niet alleen in vluchtelingenzaken.
De kers op de taart van Tinkebell’s sentimentaliteit is nog wel dat de film ’Do it yourself’ gaat heten. Oftewel, do it zoals Tinkebell. ’Het gaat over hoe je zelf in actie kunt komen als je iets onrechtvaardig vindt en over hoe je een probleem op de agenda kunt zetten’, aldus de kunstenares. Dat ’het probleem’ verder niet helemaal duidelijk is en dat je de feiten verdraait om bij die onrechtvaardigheid uit te komen, mag daarbij geen belemmering zijn. Het gaat erom dat je iets doet, ook al help je dan misschien een oorlogsmisdadiger. Waar aandacht wordt gevraagd is scepsis niet welkom. Een ijzeren regel die tegenwoordig overigens in allerlei menselijk verkeer lijkt te gelden.
Behalve dat ze kunstenares is, is ze ’geen journalist’ zegt ze zelf. Je zou eerder het tegenovergestelde denken aangezien ze in feite kitsch maakt maar wel columns schrijft in dagblad Trouw, maar die verantwoordelijkheid gaat ze op die manier natuurlijk graag uit de weg. Dat alleen journalisten iets met feiten hebben is overigens gewoon niet waar. Iedereen, zeker mensen die zich in het publieke debat uitspreken, heeft een eigen verantwoordelijkheid om dat naar eer en geweten te doen. Wat ze eigenlijk verraadt met haar weerzin van feiten is dat ze ongehinderd kunst wil kunnen maken van onzin. De lege boodschap die dat zal opleveren vult ze aan met geluiden van medeleven en betrokkenheid die dat in geen enkel opzicht zijn. Tinkebell maakt zich onbelangrijker als het haar uitkomt en belangrijker als het haar uitkomt. In dit karakterloze niemandsland, op deze dode akker van het kunstenaarsbestaan, wordt de -van enige context gestripte- goede zaak er aan de haren bijgesleept. Dat beeld is verontrustend.
Het wordt nog veel erger. Het is zo dat mensen die agressief sentimenteel zijn, schrijfster Misha Defonseca is daar een goed voorbeeld van, behoorlijk veel fantasie met werkelijkheid vermengen. In de afdeling ’waargebeurd’ in de boekenwinkel staan behoorlijk wat boeken die feiten en fictie lukraak mengen. Er zijn in het verleden mensen ontmaskerd die hele concentratiekamp verhalen verzonnen, armoedige levens in sloppenwijken terwijl ze in chique buitenwijken woonden of… een leven met wolven deelden, zoals Defonseca jarenlang volhield. Ik noem dit voorbeeld omdat het verwantschap lijkt te hebben met Tinkebell, die tasjes van dode dieren maakt en hamsters in ballen laat rondrennen.
Ze deinzen er niet voor terug hun wreedheid te vermengen met sentimentaliteit, iets waar ik Tinkebell ook van verdenk. Misha ontsnapt als zevenjarig kind uit het getto van Warschau, loopt vijf jaar lang 4500 kilometer door bezet Europa, op zoek naar haar ouders, en raakt bevriend met een wolvin die ze Rita noemt. Rita neemt vervolgens haar mannetje ’Ita’ mee om met Misha kennis te maken. Korte tijd later wordt Rita doodgeschoten door een jager die haar vervolgens aan een haak hangt bij zijn keet. Misha, toen acht jaar oud, is niet alleen intens verdrietig maar ook woedend. ’Moordenaar, moordenaar’, schreeuwt ze inwendig en ze kruipt naar de jagerskeet.
“Daar op de grond lag een stuk zware metalen pijp. Ik pakte het op met beide handen en kroop naar de voorkant van de keet. De man in de stoel had zijn ogen nu dichte en zijn laarzen uit; zijn voeten rustten op een omgekeerde houten emmer. Voordat hij wist wat er gebeurde had ik de pijp hoog opgeheven en liet ik die met al mijn kracht op zijn knieën neerkomen. Zijn hoofd schoot naar voeren en hij sprong op me af, greep naar mijn armen en probeerde wanhopig me te laten ophouden. Maar hij kon me niet stoppen. Ik sloeg hem, steeds en steeds weer.”
Op de achterflap van het boek staat een reactie van de Education Director van de North American Wolf Foundation: “Mooi. Misha’s liefdevolle beschrijving van de ware aard van wolven zal heel wat fabeltjes de wereld uit helpen de ziel raken van iedereen die dit leest.”
Je hoeft echt geen hekel aan wolven te hebben om je met recht af te keren van het geweld dat Misha gebruikt tegen de jager. De reactie van de Wolf Foundation vinden wij gek maar is in wezen niet anders dan activistisch geweld dat vaker goedgepraat wordt uit pure verblinding of -met een klein uitstapje- de kamervragen die worden gesteld aan staatssecretaris Teeven naar aanleiding van de uitzetting van Amiri. Het hele uitzettingsbeleid moest begin deze maand volgens de oppositie worden herzien, een volstrekt disproportionele eis gelet op de ongeloofwaardigheid van het verhaal van de familie Amiri en het selectieve karakter van de verontwaardiging. De oppositie gebruikt hier een -in essentie- gevoelige kwestie (het gaat niet over de wegverbreding van de A4 maar over kwetsbare mensen). Maar door de gevoeligheid met sentimentaliteit te onderscheppen (’we weten niet wat er is gebeurd met Amiri, het gaat hier om mensenlevens!’) wordt ongelimiteerde macht toegeëigend aan hen, politici, die -zonder recht of kennis van zaken- beweren beschermers en redders te zijn, en niet zelden van de mensen die het het minst nodig hebben. Nu heeft Teeven zijn rug recht gehouden, maar heel vaak bezwijkt ook de regering in vluchtelingenzaken voor sentimentele motieven, zoals we bij de jonge (betraande) Mauro zagen. Dat Mauro mocht blijven is niet de onrechtvaardigheid die ik aan de kaak wil stellen. Maar wel dat andere Mauro’s of Mauro’s met betere, maar minder tot de verbeelding sprekende papieren geen kans krijgen, is ultimately wel het gevolg. Tinkebells podium treft voor een groot deel onze blaam.