1. Home
  2. Het gevaarlijkste privilege

Het gevaarlijkste privilege

Geen categorie12 aug 2013, 14:00
“Monopolie is de grootste vijand van goed management. Een monopolie kan nooit vanzelf ontstaan vanwege de aard van de vrije markt.” – Adam Smith
Terwijl ik heerlijk in een zomerstoel genoot van de zon, vogels en een overvloed aan vervelende muggen las ik een zeer inspirerend artikel in de Volkskrant van zaterdag 27 juli. Het artikel ging over het privilege van geldcreatie. Drie economen, Van Egmond, Weyzig en van Tilburg, gaven de lezer een kleine indruk van de gevolgen van het gevaarlijkste privilege. Het gevaarlijkste privilege wordt door de economen de creatie van geld of krediet genoemd.  Jammer genoeg was het opiniestuk gekleurd en dat ga ik rechtzetten. Allereerst zal ik de geschiedenis van het geld in historisch perspectief zetten, om vervolgens aan te tonen dat het absurd is om het privilege van geld of kredietcreatie bij één instantie te laten.
GELD, EEN CRASHCOURSE
Geld is op een natuurlijke wijze ontstaan en heeft vele verschillende vormen gekend. Voordat wij, mensen, in een geavanceerdere samenleving samenwerkten dan de jagers en verzamelaars, waren stammen en families op zichzelf aangewezen. Iedere man maakte zijn eigen kleding, bereidde zijn voedsel en deed aan de jacht. Tevens moest hij met zijn familie de woonruimte onderhouden. Pas toen arbeidsdeling gemeengoed werd en iedere man in het dorp zich ging specialiseren in een bepaalde taak kregen de mensen behoeftes die ze niet zelf konden vervullen. Iemand die in zijn eigen voorzieningen voorziet heeft geen behoefte aan ruilhandel. Hij produceert alles zelf. Wanneer iemand zich echter specialiseerde in het vissen waren er allerlei andere producten nodig om te overleven: schoenen, bouwmaterialen of brood. Terwijl de mensen nog in een kleine stam leefden kon men makkelijk producten tegen andere producten ruilen. Men ruilde een vis tegen een schoen en de waarde van beide producten waren grotendeels afhankelijk van de hoeveelheid arbeid die het kostte om het product te produceren.
Uiteindelijk kwam de mens in contact met andere stammen en door het varen over rivieren soms met compleet andere culturen die andere grondstoffen tot hun beschikking hadden. Het werd al snel lastig om vissen te ruilen tegen grondstoffen uit verre landen. Producten verrotten of waren erg onhandig om mee te nemen. Op dat moment werd het geld geïntroduceerd. Dit ging op een natuurlijke wijze. Waarbij de handelaren op vrijwillige basis een valuta vaststelden. Er was geen centrale overheid nodig om verschillende stammen tot een consensus te krijgen over de aard van het geld dat zij zouden gebruiken. Uiteindelijk werden vaak metalen gebruikt omdat deze duurzaam waren. Natuurlijk is het onhandig om munten mee te nemen en later in de geschiedenis ontstonden de eerste wisselbanken waarbij het mogelijk was om je geld te deponeren en het later op te halen. De stukken papier die je van de bankier kreeg kon je soms zelfs gebruiken om bij andere banken of handelaren een betaling te doen.
Geld is cruciaal voor civilisatie. Zonder geld zijn we veroordeeld tot ruilhandel en dit kan enkel op lokale schaal gebeuren. Geld dient te bestaan, evenals krediet, maar wie mag bepalen wat geld is? Hoeveel het waard is? Hoeveel er in omloop dient te zijn? Hoe het eruit ziet? Wie mag geld scheppen of vernietigen? Dit zijn vragen die de bovenstaande economen opwerpen in hun opiniestuk.
KREDIETSCHEPPING
Het opiniestuk van de economen gaat vooral over het privilege van kredietschepping. Waar Van Egmond en zijn collega’s de mist ingaan is, dat zij denken dat geldschepping persé een privilege dient te zijn. Zij stellen dat private commerciële banken geld scheppen. Dit doen zij echter niet. Zij creëren krediet. Krediet heeft een andere functie en een andere aard dan geld dat op een bankrekening wordt gestort.  Commerciële banken creëren geen geld, zij creëren krediet. Kredietverstrekking is cruciaal voor economische groei. Vooral aankomende huiseigenaren en ondernemers hebben veel baat bij kredietverstrekking door commerciële banken. Er wordt geopperd dat kredietschepping een gevaarlijk privilege is, en dat kan het zijn. Het probleem ligt hem niet bij de vraag wie of wat krediet mag scheppen maar in het woord privilege. Zoals Adam Smith laat zien heeft een monopolie altijd negatieve gevolgen voor de afnemers. Een monopolie op kredietverstrekking en geldschepping evenzo. De discussie of de overheid dit dient te doen of een sterk gemonopoliseerde financiële sector is dan ook irrelevant. Het privilege zelf is het probleem.
Dat de economen zich zorgen maken over excessieve kredietschepping is echter terecht. Er is inderdaad teveel krediet geschapen naar aanloop van de crisis. Het overgrote deel van krediet kwam in Nederland in de huizenmarkt terecht. Zonder excessieve kredietverstrekking in combinatie met de hypotheekrenteaftrek zou er waarschijnlijk geen zeepbel in de huizenmarkt zijn ontstaan. Kredietschepping dat is gemonopoliseerd kan met het privatiseren van winsten en nivelleren van verliezen nooit goed gaan. Kredietschepping zelf is niet het probleem maar de privileges van de banken die onverantwoord gedrag aanmoedigen wél.
FRACTIONEEL RESERVE BANKIEREN
Het scheppen van geld uit spaartegoeden wordt ook wel fractioneel reserve bankieren genoemd. De reserveratio is de hoeveelheid reserve die de bank als direct opeisbaar kapitaal achter de hand houdt. De reserveratio is enorm laag en dit wordt als een groot probleem gezien door Van Egmond en zijn collega’s. Hierin hebben de economen helemaal gelijk. Excessieve kredietverstrekking gaat hand in hand met lage reserveratio’s. Wederom zullen banken zich enkel goed kapitaliseren wanneer zij verantwoording voor hun daden moeten afleggen. In Nederland is dit niet het geval.
GEEN VIERDE MACHT
Naast de trias politica propageert het opiniestuk een vierde macht. Een financiële macht, want dit zou de problemen van kredietverstrekking grotendeels oplossen. Een macht die de hoeveelheid krediet reguleert en het liefst enkel en alleen zelf krediet mag verstrekken. Een soort nationale leenbank. Wanneer slechts één instantie de macht krijgt om krediet te scheppen zijn de gevolgen van een foute beslissing echter groter dan wanneer een aantal private banken een fout begaan. Wanneer 10% van de financiële sector te veel krediet heeft verstrekt en hierdoor in de problemen raakt zijn de problemen relatief klein. Wanneer echter een centrale macht een fout maakt zal dit de gehele economie beïnvloeden. Wanneer we dan ook beschermende wetgeving voor banken en spaartegoeden refuteren, hebben bankiers een sterke prikkel om goed beleid te voeren. Wanneer de markt kredietverstrekking niet perfect kan reguleren dan kan een centrale macht middels de overheid dit zeker niet. Zelfs de technocratische economen van de centrale bank tasten in het duister wat betreft de omvang van het geld en de juiste rentestand van de economie. De reputatie van technocratische bankiers die bepalen hoe hoog de basisrente zal zijn is niet om over naar huis te schrijven. Denk daarom aan de woorden van Milton Friedman:

“De oplossing van de overheid is vaak erger dan het probleem zelf.” – Milton Friedman

Deze woorden dienen ons als waarschuwing. Nóg meer overheid in de financiële sector en de gevolgen zullen dramatisch worden. Inflatie, te veel of te weinig krediet en vele andere ongemakken zullen gewoon blijven bestaan en zelfs verergeren. Een perfect financieel systeem bestaat niet en zal ook nooit kunnen bestaan. De oplossingen die we de afgelopen eeuw hebben gezien om de ‘fouten’ in de financiële sector te verminderen, vergroten echter de fouten doordat de overheid in de weg zit en de verantwoording voor slecht beleid bij de belastingbetaler ligt.
Een ander nadeel van zo’n vierde macht is dat hij makkelijk kan worden overgenomen door politici en belangengroepen die deze financiële macht misbruiken voor hun doeleinden terwijl het algemeen belang, voor zover dat bestaat, niet wordt gediend. Wanneer de overheid ingrijpt om marktfalen te corrigeren dan resulteert dit meestal in het falen van de overheid.
GEEN PRIVILEGE MAAR EEN VRIJE MARKT
Zorg ervoor dat de beschermende wetgeving voor banken wordt opgeheven. Maak het makkelijker voor iedereen om een eigen bank te beginnen in plaats van het dichttimmeren van de financiële sector waardoor er nauwelijks concurrentie ontstaat. Tegenwoordig heb je slecht € 5 miljoen nodig voor een vergunning om een bank te beginnen.
Een eerste stap zou het verhogen van de reserveratio’s van de Nederlandse banken zijn. Dit moet gradueel gaan. We willen niet dat de financiële sector nogmaals op zijn plaat gaat vanwege verstorende wetgeving. Zodra het reserveratio rond de 30% ligt kan de Nederlandse Bank zich terugtrekken uit de markt en kunnen we als land richting free banking gaan. Jammer genoeg kunnen we dit momenteel niet alleen doorvoeren, omdat wij in een monetaire unie gevangen zitten.
Kredietscheppen is inderdaad een gevaarlijk privilege. Laat het dus aan de vrije markt welke valuta wordt gebruikt, laat het aan de markt hoeveel krediet er wordt geschept en zorg ervoor dat er vooral géén privilege is want dit leidt altijd tot slecht management.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten