Onderstaand een vertaling van het recente artikel van Karl Albrecht Schachtschneider in het Duitse zakenblad het Handelsblatt. Met zijn uitspraak inzake de obligatie-aankopen van de ECB stelt het Constitutionele Hof de eisers volledig in het gelijk. Daarmee spat het OMT-programma van de ECB uiteen. Een groot succes.
De uitspraak van het Constitutionele Hof (CH), om het Europese Hof van Justitie (EHJ) prejudicieel (art. 267 VWEU) de mogelijkheid te bieden het OMT-programma van de ECB middels restrictieve interpretatie aan het Verdrag van de Europese Unie aan te passen, gaat ten koste van de economische efficiëntie van het programma. Het CH heeft gesteld dat het programma, zoals het is geformuleerd, voorbij gaat aan het voor de Europese integratie wezenlijke democratische beginsel van bevoegdheidstoedeling.
De verwachting is dat het EHJ deze rechtskwestie anders beoordeelt. Dit 'gerechtshof' opereert zogezegd als motor van de integratie. Zo heeft het het eurobeleid gesteund in zijn merkwaardige ESM-uitspraak tegen het bailoutverbod van het Verdrag. Maar het Constitutioneel Hof zal de constitutionele identiteit en daarmee de soevereiniteit van Duitsland ook tegenover het EHJ kenbaar maken en kenbaar moeten maken. Het zal ultra vires-maatregelen van de voor het monetaire beleid democratisch gelegitimeerde ECB terugdraaien. Nadrukkelijk heeft het de ruimte voor interpretatie in overeenstemming met het Verdrag sterk ingeperkt.
In eerste instantie dienen de maatregelen van de ECB prijsstabiliteit te garanderen. In ieder geval mogen deze ook het economische beleid van de Unie ten goede komen, indien dat 'onverminderd het doel van prijsstabiliteit' mogelijk is (art. 127, lid 1, VWEU). De overname van staatsobligaties moet na het OMT-programma (zoals nu al) selectief plaatsvinden en afhangen van het voldoen aan de voorwaarden die het ESM de noodlijdende staat stelt en vóór een beoogde, het zij formeel indirecte, maar desondanks in strijd met het Verdrag (art. 123 VWEU) zijnde staatsfinanciering door de ECB volgens haar OMT-programma moet hebben gedaan.
Het CH heeft erkend dat deze conditionering onverenigbaar is met het beginsel van democratie. Het heeft gesteld dat het programma, zoals het momenteel is geformuleerd, overduidelijk in strijd is met de bevoegdheden van de ECB. Zonder een restrictieve interpretatie van het OMT-programma, conform het Verdrag, door het EHJ zal de grondwettelijke klacht hiertegen 'groot succes' hebben, zegt de Duitse rechter. In feite is het besluit genomen. Daarmee spat het OMT-programma uiteen. Een beperkt programma is van invloed op de onbegrensde, vrijwel kosteloze financiering voor de lidstaten. Dat kan het EHJ niet negeren. Het proces duurt nu alleen langer, zodat er meer tijd gewonnen wordt voor de euro. De markten zullen snel reageren.
Het CH heeft zich niet aan zijn verantwoordelijkheid voor de Duitse constitutionele identiteit en de soevereiniteit van Duitsland onttrokken, maar de Unie in zekere zin wegens de samenwerkingsrelatie tussen de hoogste gerechtshoven een medebeslissende stem geboden. Het Duitse gerecht houdt vast aan het Duitse recht en dus het waarborgen van de beginselen, de kern van het democratische beginsel en terecht.
De uitspraak stelt dat de constitutionele klachten tegen het OMT-programma volledig terecht zijn. Dat is een groot succes, met name voor de door mij ingebrachte klacht, omdat wij uitvoerig de economische gevolgen van vooral de maatregelen van de ECB hebben benoemd. De relatie tussen monetair beleid en monetair fiscaal beleid was en is de kern van de problematiek van deze zaak. Het EHJ stoort mij niet. Het euro-avontuur nadert onverbiddelijk zijn einde, ondanks alle voordelen van de voor Duitsland ondergewaardeerde munt voor de Duitse export. Dit is de werkelijke schending van de Europese solidariteit, omdat het voor de landen met een overgewaardeerde munt geen concurrentiekansen in de Unie en op de wereldmarkt creëert.