Een mooi artikel van Frank Verhoef, oud-redacteur van De Dagelijkse Standaard, in
HP/De Tijd van deze week: "de Eerste Kamer: afschaffen dan maar?". Het suggereert dat de auteur voor afschaffen is, maar het vraagteken in de titel geeft aan dat hij het antwoord open laat. Heel goed, want het modieuze pleidooi tot opheffing - hoewel modieus: we horen het al bijna een halve eeuw, eerst van D66, later ook van GroenLinks, en tegenwoordig lijken ze het verdwijnen van dit instituut bij de daarin nog niet vertegenwoordigde PVV ook niet erg te vinden - verdient bestrijding.
De Eerste Kamer zou overbodig, belegen en elitair zijn. Om met het laatste te beginnen: natuurlijk is de Eerste Kamer elitair, daar is zij juist voor. Ik ben erg vóór elitevorming, want een parlementaire democratie kan niet zonder elites. Als het goed is, fungeert de Eerste Kamer als chambre de reflexion. Zij moet toezien op de kwaliteit en consistentie van de wetgeving die de Tweede Kamer reeds is gepasseerd. Niks mis mee, met zo'n second opinion. Als een arts een lelijke ziekte bij je heeft vastgesteld en een riskant behandelplan voorstelt, wil je graag van een ander weten of de diagnose wel klopt. Alleen als er haast bij lijkt te zijn, wil je deze stap weleens overslaan, maar wetgeving is een tijdrovend proces en dan is het goed als er zorgvuldig te werk wordt gegaan. Haastige spoed is zelden goed (mooi cliché). Strikt genomen staat de Eerste Kamer dus boven de Tweede Kamer, omdat zij het laatste woord heeft en in theorie uit wijze senioren bestaat. Of dat echt zo is, is een tweede, maar in theorie is hier niks mee mis. Wel moet bedacht worden dat elites alleen maar goede elites kunnen zijn, als zij weten wat er in de samenleving speelt. Er is geen echt bewijs dat Nederlandse senatoren hierin slechter scoren dan de gewone volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer (die wel vaak het verwijt kregen onder de Haagse kaasstolp te leven). Dat laatste is eerder aanleiding om de Tweede Kamer van een tegenwicht te voorzien.
Of de Eerste Kamer belegen is, weet ik niet. Belegen is net zoiets als oubollig, waarvan ik ook de betekenis niet precies weet, maar wat heel erg schijnt te zijn. Wie oubollig is, zou niet bij de tijd zijn en flauwe humor bezigen. Dat geldt geloof ik voor spitsburgers die op het CDA of nog conservatiever stemmen, of voor houten Haarlemmers die de grapjes van Godfried Bomans weten te waarderen. Heel erg vreselijk kan die oubolligheid of belegenheid dus niet zijn. Het is in elk geval niet genoeg reden om een instituut als de Eerste Kamer af te schaffen. Daarvoor moeten serieuze bezwaren zijn. Je ruimt ook pas de monarchie op als de Oranjes het volk hebben verraden, en dat hebben zij ondanks alle controverses nog steeds niet gedaan (prins Bernhard gold zelfs als een held bij het nationale verzet). Pas in laatste instantie, als het echt niet anders kan, rollen er koppen en is het revolutie. Het Nederlandse politieke bestel stamt nog uit de tijd van Thorbecke, wat negentiende-eeuws belegen klinkt, maar in feite een uitdrukking vormt van continuïteit en historische kracht. Daar moet je niet snel een einde aan willen maken, want wie zijn wij dat we het nu ineens beter denken te weten dan onze voorvaderen? Honderdvijftig jaar ervaring en traditie pleit eerder voor instandhouding. Als dat belegen of oubollig is, dan maar belegen of oubollig.
Dan de overbodigheid. Dat is niet waar als de Eerste Kamer zijn (elitaire) taken goed vervult. Je kunt erover twisten of dat genoeg is gebeurd. Slechts in vier procent van de gevallen schijnen er wetsvoorstellen in de Eerste Kamer te zijn gestrand, terwijl wij toch echt menen te weten dat er de laatste halve eeuw een grote hoeveelheid onzin uit de Tweede Kamer is gepasseerd. Maar goed beschouwd is ook die vermeende overbodigheid een voordeel. Het laat zien dat de Eerste Kamer zijn plaats weet, geen onnodige profileringsdrang ten toon heeft gespreid, en daardoor ook niet echt tot controverses heeft geleid. Alleen in de studieuze beslotenheid van de binnenkamers, ver verwijderd van het straatrumoer waar de waan van de dag regeert, kan de Eerste Kamer zijn werk goed doen. Achter de schermen is de plaats voor de elites. Wie de Eerste Kamer overbodig vindt, en dat zijn er zeer velen, zal zich bovendien afvragen of het dan nog wel de moeite waard is om veel energie te investeren in het afschaffen ervan. Want zonder medewerking van de Eerste Kamer gaat afschaffen niet, dus vanzelf gaat het niet. Dat de Eerste Kamer zichzelf in stand heet te houden, ondermijnt misschien nog wel het meest zijn legitimiteit. Maar het is een onheus en demagogisch argument. Elke zichzelf respecterende instantie houdt zichzelf in stand, het zou te gek zijn als de Eerste Kamer het zelf ging opgeven. De enigen die op die manier de handdoek in de ring hebben gegooid, zijn de communistische partijen, van Nederland tot de Sovjet-Unie. Zij waren niet overbodig, belegen en elitair, maar contraproductief, giftig en proleterig. Niet iets om een voorbeeld aan te nemen. En bovendien: hadden ze daar in Rusland maar een Eerste Kamer gehad, dan was al die gekkigheid niet gebeurd. Laten we dus blij zijn dat de Eerste Kamer nog steeds bestaat en niet doen alsof hier alleen maar spinrag zit.