Nederland wil NAVO-bondgenoten niet in de kou laten staan.
Het gebeurt niet vaak dat ik minister Jeanine Hennis (Defensie) een complimentje maak, maar vandaag is zo'n dag waarop ik dat toch - met veel plezier - doe. Anders dan veel van haar Nederlandse voorgangers heeft ze namelijk zowaar de moed om het leger in te zetten om onze belangen en die van onze bondgenoten veilig te stellen.
Of, nou ja, om dat in ieder geval te overwegen:
Nederland overweegt de inzet van F-16-gevechtsvliegtuigen in het kader van de bescherming van Oost-Europese NAVO-landen. Het is ook mogelijk dat een marineschip naar de Baltische Zee of de Zwarte Zee wordt gestuurd.
Dat zei de minister gisteravond bij Pauw & Witteman.
Op dit moment zet Nederland al een tankvliegtuig in dat Awacs bijtankt in de lucht. Die toestellen houden het luchtruim van Oost-Europese NAVO-landen in de gaten.
Hennis zegt dat, hoewel Nederland er dus al bij betrokken is, er gekeken wordt hoe Nederland verder een bijdrage kan leveren aan de verdediging van die landen. Zij maken zich namelijk - terecht - ernstig zorgen n.a.v. Ruslands bemoeienissen in Oekraïne.
De Verenigde Staten en Duitsland hebben Centraal- en Oost-Europese landen (zoals Roemenië en Polen, maar ook: Litouwen, Letland en Estland) al hulp toegezegd als ze zich bedreigd voelen. Nederland had dat dus nog niet gedaan, maar lijkt nu van plan dat wél te doen.
Het valt me mee van Hennis dat ze de NAVO nog steeds serieus neemt. Gezien de oorlogsverklaring van het kabinet aan de Nederlandse strijdkrachten viel het eerder te verwachten dat ze ervoor zou kiezen om Poetin met van alles en nog wat te laten wegkomen. Blijkbaar denkt men daar in Den Haag dus toch anders over. Dat is zowaar hoopgevend.
Ondertussen moet de NAVO nu ook duidelijk maken aan Poetin dat ook niet-NAVO-lidstaten beschermd worden door het militaire bondgenootschap. Daarmee doel ik dus op Oekraïne. Wat dat land betreft heb je het namelijk over invloedssferen; de NAVO moet die van zichzelf beschermen én ervoor zorgen dat landen als Rusland die van hen niet kunnen vergroten.