Haal de vrijheid van godsdienst nou eens uit de Grondwet.
Ter verdediging van de in onze grondwet opgenomen vrijheid van godsdienst willen gelovigen eens in de zoveel tijd benadrukken dat hun geloof toch echt meer dan een mening is. Zou het namelijk zo zijn dat er aan godsdiensten niet meer of minder waarde moet worden gehecht dan aan een willekeurig andere mening, dan zou dat betekenen dat het grondrecht geheel overbodig is. Wie weet zouden we het zomaar prima af kunnen met de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.
Vandaag is het de beurt aan Kursat Bal (lid van het Contactorgaan Moslims Overheid), Klaas van der Kamp (algemeen secretaris van de Raad van Kerken), rabbijn Raphael Evers (lid van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap), Menno Brink en Harry Polak (beiden lid van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom). Op de opiniepagina van
de Volkskrant proberen deze heren het nog maar eens:
Geloof wordt steeds meer gezien als 'een mening' met uitsluitend een privébetekenis. Daarmee wordt ontkend dat religieuze opvattingen voor gelovigen zeer bepalend zijn voor het dagelijks leven. Voor de gemiddelde niet-gelovige is dit misschien niet zo goed voorstelbaar, want die is niet gewend om bovenmenselijk gezag of religieuze tradities invloed te laten uitoefenen op te maken keuzen.
U ziet het al, ook deze vijf heren komen (helaas) niet verder dan het 'geloof is heel belangrijk voor gelovigen zelf, en daarom meer dan een mening'-argument. Ook zij gaan er dus weer aan voorbij dat dat argument slechts overtuigend is voor de gelovigen zelf. Alsof niet-gelovigen geen opvattingen hebben die zeer bepalend zijn voor het dagelijks leven! Of modderen niet-gelovigen maar wat aan?
Bedoelen de vijf heren dan misschien dat gelovigen meer overtuigd zijn van hun opvattingen? Als dat al zo zou zijn, dan zou dit de uitzonderingspositie voor religieuze opvattingen nog steeds niet rechtvaardigen. Iedereen is immers overtuigd van zijn overtuigingen, daarvoor zijn het nu eenmaal overtuigingen.
Voor het feit dat we bepaalde stelsel van overtuigingen bestempelen als 'godsdienst' is dan ook geen enkele rationele rechtvaardiging te geven, en in feite is het niet meer dan een historisch zo gegroeide toevalligheid. En dat is volkomen onvoldoende om het grondrecht nog langer in stand te houden, lijkt mij zo.