Ja, beste burgers, daar bent u aan toe.
Ik kan niet echt serieus doen over het nieuwe pamfletje boekje van Gerdi Verbeet. Mevrouw de Kamervoorzitter stelde heel parmantig vast dat 'iedereen toch zo moppert' op de democratie. Och hemeltjelief. De nood was zo hoog dat mevrouw Verbeet besloot een boekje te schrijven. Het draagt de wonderlijk schone titel 'Vertrouwen is goed, maar begrijpen is beter'.
Verbeet lijkt vastbesloten om hier in Nieuwspoort vast te beginnen met mensen te enthousiasmeren voor de parlementaire democratie. In vergelijking met andere parlementen komt onze Tweede kamer er behoorlijk goed vanaf, vindt de Kamervoorzitter. 'Ons parlement heeft veel meer macht, het is soepel, vitaal en komt op voor de burger', aldus Verbeet.
Waarom dan dat gemopper en gekreun over de parlementaire democratie? Dat vroeg Verbeet zich af voor het schrijven van haar boek 'Vertrouwen is goed, maar begrijpen is beter'. De in 2007 ingediende motie-Schinkelshoek leidde tot parlementaire zelfreflectie. Dat had veel verbeteringen tot gevolg, stelt ze. 'Maar toch verdwijnt het gemopper niet. Dat zit dieper.'
Veelzeggend, niet? Ik heb eerlijk gezegd geen idee waar dit over gaat. Maar dat gebeurt me wel vaker. Wat hier vooral speelt, is de vraag: waarom precies? Is het een lesje maatschappijles voor de burger, is het een vermanend vingertje of is het gewoon een uit de hand gelopen hobby?
Hoe dan ook, Tjeenk Willink was bereid zichzelf even te verkopen voor wat positief en ambtelijk commentaar:
Tjeenk Willink, oud-vice-president van de Raad van State noemt het boek van Verbeet 'met vaart geschreven en met een rijkdom aan observaties'. Ook hij onderstreept het belang dat burgers mee gaan in de parlementaire democratie. 'Een democratie die zijn burgers verliest, houdt op te bestaan', aldus Willink. 'Voor actief burgerschap is eerst erkenning van de staat nodig. De burger is geen klant van de staat.'
Ook niet het toppunt van filosofische diepte, maar wel veelzeggend. Volgens TW gaat de staat vooraf aan burgerschap. U kunt geen goede burger zijn als u niet eerst de staat erkent. U moet eerst zien dat u louter de dienstmaagd van de staat bent, voordat u als burger ook maar bestaat. Uiterst bedenkelijk. En impliciet een antwoord op Verbeets vraag waarom mensen als een stel hondsdollen tekort gaan tegen de staat: ze associëren de parlementaire democratie ermee. En zo lang de staat het leven van de burger en de civil society usurpeert, moet u er niet op rekenen dat de parlementaire democratie op handen gedragen wordt. Niet in de laatste plaats doordat die parlementaire democratie ons in staat zou moeten stellen de staat terug te dringen. Maar die macht hebben we kennelijk niet.