Maar de NMa heeft helemaal niet naar het prijspeil in de ons omringende landen gekeken.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft geen bewijs gevonden voor prijsafspraken tussen hypotheekverstrekkers als banken en verzekeraars. De Nederlandse markt is door het kleine aantal aanbieders wel zeer gevoelig voor kartelvorming. (...) De grote banken, Rabobank, ING en ABN/Fortis hebben in Nederland ruim 70 procent van de hypotheekmarkt in handen.
Dat de NMa geen bewijs heeft gevonden, betekent niet dat er geen prijsafspraken zijn gemaakt. Het is opvallend hoe groot de rentemarges hier zijn. Daarom vroeg de Vereniging Eigen Huis in augustus vorig jaar een onderzoek aan bij de NMa, die eerst een quick scan publiceerde.
De belangrijkste conclusies van de NMa geven aan dat de marges van hypotheken in Nederland sinds medio 2009 hoog zijn, zowel in historisch perspectief als in vergelijking met ons omringende landen. De hoge marges worden voor zowel hypotheken met een variabele rente als voor hypotheken met langere rentevaste periodes waargenomen. Hoge marges kunnen duiden op een gebrek aan marktwerking. De NMa houdt er rekening mee dat er mogelijk ook nog andere verklaringen zijn.
Het vervolgonderzoek van de NMa kijkt vervolgens helemaal niet meer naar de ons omringende landen. En dat terwijl de hypotheekrentes daar 'over de gehele linie
structureel lager zijn'. Kennelijk interesseert dat de NMa niet, want
het rapport meldt vrolijk dat de hypotheekrentes weer van het niveau van voor de kredietcrisis zijn. Dat zou komen door nieuwe, concurrentievergrotende spelers op de hypotheekmarkt. Maar wie zegt dat de rentehoogte in 2008 een kosjere zaak was? De NMa heeft dan misschien niet bewezen dat er sprake is van prijsafspraken, maar de hypotheekverstrekkers hebben nog steeds de schijn tegen. En daarmee ook de NMa, die kennelijk niet in staat is de concurrentie op de hypotheekmarkt te waarborgen en het renteverschil tussen Nederland en het buitenland niet kan of wil verklaren.