Nu de stemmen voor de Provinciale Staten zijn geteld, begint de koehandel. En wie zijn koehandel een beetje kent, weet dat het meest begerenswaardige stamboekvee uit Friesland komt. De Haagse strategen lopen dus ongetwijfeld al plannetjes te maken om de Friese partijen te bewerken. Met vier zetels in de Friese Provinciale Staten - en dus vier stemmen op 23 mei - kunnen die namelijk het hele verschil maken bij het bepalen van de zetelverdeling in de Senaat.
De ene partij,
Provinciaal Belang Fryslan, helt overduidelijk naar rechts over. De partij maakt zich sterk voor zaken als criminaliteitsbestrijding en belastingverlaging. Enig strijdpunt met de Haagse coalitie is de voorgenomen sluiting van de vliegbasis bij Leeuwarden. Als Rutte en co daar dus even een oplossing voor vinden, zijn die twee stemmen wel binnen. De andere partij, de Fryske Nasionale Party, zou normaal gesproken ingedeeld worden bij het linkse kamp. Maar in Friesland - en al helemaal voor een partij als de FNP - is er nog een extra dimensie die minstens zo belangrijk is: het Friese nationalisme. De FNP-lijsttrekker, Annigje Toering, zegt een stem op de PVV al bij voorbaat uit te sluiten ("omdat die mensen uitsluit"; ja ja). Maar dat geldt niet voor de coalitie als geheel, zolang die de Friese belangen maar behartigt:
Ik wacht rustig af, ik zit in een comfortabele positie. Wat is het programma, wat hebben ze ons te bieden? Een Friese kandidaat kan zeker helpen! Het moet in ieder geval iemand zijn die de belangen van de onafhankelijke partijen in de provincies goed kan behartigen.'
En wat blijkt nu? De enige Friese senaatskandidaat die met de stemmen van de Friese partijen via een voorkeursactie in de Eerste Kamer zou kunnen belanden, zit bij het CDA.
Geert Benedictus is zijn naam. Een
dierenarts, dus hij heeft nog verstand van koeien ook. Gaat dus helemaal goed komen.
Geert Benedictus, Master of the Senate.