50 procent minder studenten vanwege de overheidsmaatregelen is zwartkijkerij.
Dat
zegt Sijbolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Hij vindt dat de studentenvakbond LSVb overdrijft, met de prognoses over tien-, zo niet honderdduizenden afhakende studenten. En ik ben het met hem eens. Want wie gaat er afhaken en hoe erg is dat?
Voorzitter van de LSVb, Pascal ten Have, is bang dat studeren alleen nog voor de elite wordt: "Uit verschillende onderzoeken en enquêtes blijkt dat 15 tot 20 procent van de studenten niet gaat doorstuderen als er wordt bezuinigd op het hoger onderwijs en de kosten bij studenten komen te liggen. Op dit moment zijn er 650.000 tot 700.000 studenten. Als je daar die onderzoeken overheen legt, komt dat neer op tienduizenden studenten die door de nieuwe regels niet gaan doorstuderen."
Studenten die bang moeten zijn voor de hogere kosten, dat zijn de studenten die vrezen dat ze te maken krijgen met de langstudeerdersboete. Oftewel: studenten die denken niet binnen vier jaar een bachelor of binnen twee (of drie) jaar een masterdiploma kunnen halen. Als deze studenten door de maatregelen niet eens aan de studie zullen beginnen, dan zijn we daar alleen maar bij gebaat zou ik zeggen. Studeren is nu eenmaal niet alleen maar een aantal studiepunten bij elkaar sprokkelen, maar ook dat aantal studiepunten vergaren binnen een bepaalde tijd.
Dan is er natuurlijk nog een groep die door de langstudeerdersmaatregel geraakt gaat worden: de deeltijdstudenten. Dit zou kwalijk zijn, maar hierover is het laatste woord nog niet gesproken. De VSNU heeft goede hoop dit nog met Zijlstra te kunnen regelen, zodat afhakers onder de deeltijdstudenten voorkomen kan worden.
Nu moet ik wel zeggen dat ik het afschaffen van de basisbeurs en het omzetten in een sociaal leenstelsel een veel beter idee vind dan zoiets kinderachtigs als de langstudeerdersboete. Laat studenten maar gewoon betalen voor de studietijd en faciliteiten waar ze gebruik van maken en laat dat corrigerende vingertje achterwege.