Bij het begrip fundamentalisme denk je al snel aan radicale moslims met baarden die een jihad tegen het Westen voeren.
De term fundamentalisme ontstond echter begin vorige eeuw in de Verenigde Staten. Fundamentalisten waren oorspronkelijk orthodoxe protestanten die zich fel verzetten tegen de moderniteit. Deze Bijbelgetrouwe christenen keerden zich tegen de evolutietheorie, homoseksualiteit en abortus. Ze voerden een culture war tegen de moderne, geseculariseerde samenleving.
Ook in Nederland heb je christenen die je – in zekere zin - als fundamentalistisch zou kunnen typeren. Deze christenen stemmen ChristenUnie, lezen het Nederlands Dagblad en kijken naar de Evangelische Omroep. Historicus Remco van Mulligen promoveerde op 2 december jongstleden op een onderzoek naar deze christenen, die hij radicale protestanten noemt. Zij groepeerden zich in een aantal zuilorganisaties, zoals de Evangelische Omroep (1967), Koers (1970), de Evangelische Hogeschool (1974), de Reformatorische Politieke Federatie (1975), de Evangelische Alliantie (1979) en natuurlijk de ChristenUnie (2000) waarin de RPF is opgegaan.
De meeste organisaties werden opgericht in de jaren zeventig, de Tien Rode Jaren waar journalist Antoine Verbij over schreef. Radicale protestanten, die een traditionele visie op huwelijk en gezin hadden en vasthielden aan de letterlijkheid van de Bijbel, wilden een dam opwerpen tegen de secularisatie en de verlinksing. De EO was in haar beginjaren een militante omroep, die fel waarschuwde tegen abortus, de evolutietheorie, communisme en New Age en pleitte voor het ‘genezen’ van homoseksuelen. De RPF, die in 1981 in de Tweede Kamer zou belanden, deed aan getuigenispolitiek. Fractieleider Meindert Leerling waarschuwde tegen zaken als feminisme en hedonisme en beleed zijn geloof in de Kamer heel expliciet. De achterban de RPF waardeerde dit zeer, maar Leerling werd door zijn collega-Kamerleden en de pers daarentegen nauwelijks serieus genomen. Hij was een roepende in de woestijn.
Was het bij dit militante fundamentalisme gebleven, dan was de studie van Remco van Mulligen wellicht heel grappig - moet je die bekrompen gristenen eens zien! - maar niet meer dan dat. Het interessante is echter dat radicale protestanten in reactie op de doorgaande secularisatie van strategie zijn gaan veranderen, wat onvermijdelijk ook heeft geleid tot een verandering van hun geloof. Het doel van de EO, de ChristenUnie en andere organisaties is niet meer om een dam op te werpen tegen de secularisatie - dat lukt toch niet meer want Nederland is postchristelijk - maar om het christelijk geloof in deze seculiere tijden weer relevant te maken. De fundamentalistische bolwerken zijn getransformeerd in trendy ondernemingen. De EO organiseert jaarlijks De Passion, waar ook veel niet-christenen naar kijken, en het actualiteitenprogramma Dit is de Dag lijkt met politiek commentator Jasper Klapwijk de VARA soms links in te halen. De ChristenUnie is ook totaal anders dan de RPF. De RPF was vanwege haar radicale standpunten en kleine omvang (de partij had altijd een, twee of drie zetels) veroordeeld tot de zijlijn, de ChristenUnie daarentegen zat van 2007 tot 2010 in de regering en wordt door vriend en vijand gerespecteerd om haar constructieve opstelling. Natuurlijk wil de ChristenUnie nog steeds abortus, euthanasie en het homohuwelijk terugdraaien, maar deze kroonjuwelen staan al een hele tijd in de ijskast.
De transformatie verliep uiteraard niet zonder slag of stoot. Remco van Mulligen schrijft in zijn proefschrift uitgebreid over de conflicten waarmee de EO, de RPF en de EH kampten. Echte fundamentalisten beschouwden een koerswijziging als een capitulatie voor de seculiere tijdgeest en wilden op de oude voet verder gaan. Toen Bert Dorenbos min of meer gedwongen werd om te vertrekken als directeur van de EO zette hij zijn strijd tegen de secularisatie voort met zijn stichting Schreeuw om Leven, die zich verzette tegen abortus, euthanasie en 'hedonisme' in het algemeen. De provocerende strategie van Dorenbos - pornoblaadjes publiekelijk verbranden en abortus vergelijken met de Holocaust - riep veel weerstand op in seculiere kring. Ook de EO en de ChristenUnie voelden zich hier steeds ongemakkelijker bij. Het christelijk geloof moest zich van zijn lieve kant laten zien. Zijn hippe kant. Zijn stoere kant. Zijn sexy kant. Gelukkig konden geseculariseerde Nederlanders hier de humor wel van inzien.
Is er nog toekomst voor radicale protestanten? Of zullen zij onvermijdelijk ten ondergaan? Remco van Mulligen sluit een mogelijke comeback niet uit. In zijn interview met The Post Online zegt hij:
"Ik gebruik in mijn proefschrift de theorie van de socioloog Steve Bruce, die precies dat lijkt te bevestigen. Hij stelt dat er een cyclus is die zichzelf steeds herhaalt. Het begint met christelijke organisaties die steeds vrijzinniger worden. Uit verzet daartegen splitst een groep orthodoxe gelovigen zich af. Maar na verloop van jaren worden ook deze organisaties weer vrijzinniger. En dan scheidt er zich weer een nieuwe groep ontevreden mensen af. Maar die groepen die zich afscheiden zijn elke keer kleiner en marginaler, dus over langere periode bekeken neemt de religiositeit af."
En: "Het is eigenlijk nog te vroeg om te beoordelen of de EO en de ChristenUnie aan dit beeld voldoen. Een van mijn vragen was wel of mijn onderzoek naar die organisaties zo’n 'cyclus van Bruce' omschrijft. Het lijkt er wel op. Mijn moeite met Bruce is echter, dat hij vooral naar de laatste vijftig jaar kijkt. Maar als je naar tweeduizend jaar christelijke geschiedenis kijkt, zie je het telkens bergop en bergaf gaan. Wie weet staat het orthodoxe protestantisme nu aan de voet van een nieuwe berg die haar naar nieuwe hoogtes zal voeren. Het zou zomaar kunnen."
Radicale protestanten is een boeiende studie. Het is een must voor iedereen die interesse heeft in de geschiedenis van het christendom in Nederland, en religie in Nederland in het algemeen. Remco van Mulligen heeft een vlotte pen. Er zit vaart in het verhaal. Daardoor is de pil van 384 pagina’s uit voordat je Drion zegt.