Dries van Agt heeft voor de verandering een keer gelijk. Zo, zo. Van Agt blijkt niet alleen maar een Israël-hater te zijn. Hij heeft nog een ánder stokpaardje. Ja, echt: het gedoogbeleid rond
softdrugs in dit land. Daar wil hij vanaf, want hij vindt dat er een "absurde situatie" is ontstaan na een paar rechterlijke uitspraken.
Het gerechtshof Amsterdam bepaalde bijvoorbeeld dat de eigenaar van coffeeshop Checkpoint in Terneuzen, een van de bekendste coffeeshops in Nederland (vooral onder drugshandelaars, drugssmokkelaars en drugstoeristen), géén straf verdiende voor het aanleggen van een grote voorraad hasj en
wiet.
NRC schrijft:
Die grote voorraad softdrugs, zo blijkt uit de toelichting van het hof, was nodig voor de exploitatie van de gedoogde coffeeshop en dat was bij het OM en het gemeentebestuur bekend. Daarom is geen "redelijk doel" gediend met strafoplegging.
Dat is inderdaad
absurd, zoals Van Agt stelt. Heeft die man toch nog een keer gelijk in de laatste fase van zijn leven. Of nou ja, een beetje dan, want helaas trekt de oud-premier, die als minister van Justitie verantwoordelijk was voor de invoering van het onderscheid tussen softdrugs en
harddrugs, er de verkeerde conclusie uit.
Van Agt vindt dat teelt, handel en gebruik van wiet "strafrechtelijk irrelevant [moet] worden". "Dat is de enige oplossing." Dat ben ik het absoluut niet met hem eens. Het is niet de enige oplossing. Sterker nog, het is helemaal geen oplossing. We moeten af van het gedoogbeleid, maar dat moet gebeuren door de wet te handhaven.
Het onderscheid tussen soft- en harddrugs is niet logisch, omdat wiet alsmaar sterker is geworden in de afgelopen decennia. Wiet is lang
niet zo onschuldig als drugsgebruikers beweren. De coffeeshops in de winkelstraten, de gebruikers op de speelpleinen en het slappe optreden van de overheid zetten ons internationaal voor schut. We staan bekend als narcostaat. Tamelijk triest. Aanpakken, die handel.