De Britse jaren zeventig kunnen ons veel leren.
Enige tijd geleden schreef Dirk-Jan in een van zijn lezenswaardige bijdragen, dat het niet zo extreem veel zou uitmaken als niet Sarkozy maar Hollande de Franse presidentsverkiezingen zou winnen. Frans socialisme is, zo redeneert Dirk-Jan, is nog altijd heel Frans. Geen rabiate rodevlaggerij bij 'een' Mitterand bijvoorbeeld. Ik denk dat Dirk-Jan gelijk heeft, maar ondanks dat het 'socialistische gevaar' in Hollande niet zo heel groot is, zijn de Franse vakbonden nog altijd een groot probleem.
Frankrijk is de facto onhervormbaar. Hervormingen gaan met muizenstapjes, als ze er al door komen. En als het de vakbonden niet zint, wordt de hele République Française wekenlang geteisterend door een meedogenloze aanval van stakeritis. De vakbonden en hun onbuigzame socialisme houden Frankrijk in een houdgreep. De arbeider mag aansluiten in een lange rij van zielige mensen, van ambtenaar tot allochtoon en van leraar tot pensionado. De portemonnees van al deze mensen moet volgens de vakbonden ontzien/gespekt worden door een etatistische brij. Frankrijk is doodziek van de greep die dit zieligheidsleger in de overheidsfinanciën doet.
Als een land langzaam afglijdt, ziet geen hond de noodzaak van daadwerkelijke hervormingen. Confrontaties met de vakbonden worden als agressie gezien. Zolang er niet werkelijk fecaliën aan de knikker zijn, is 'appeasement' het toverwoord. Maar na het kritieke punt wordt dan ook alles vloeibaar.
We moeten naar het Groot-Brittannië van de jaren zeventig kijken, toen GB niet de zieke, maar de terminale man van Europa was. Nog geen halve eeuw daarvoor had Groot-Brittannië nog een imperium dat eenvijfde van de wereldbevolking omvatt, om in de jaren zeventig in rap tempo uit elkaar te vallen. In 1979 werden de doden in Liverpool niet meer begraven en nergens werd het afval nog opgehaald. Dit was verval met een kapitale V. Dit was wat de Britten, Shakespear citerend, hun 'Winter of discontent' zouden noemen.
Entrée de aardverschuivende Margaret Thatcher. Pas als de nood het allerhoogst is, zijn mensen bereid tot radicale experimenten en voorheen ondenkbare hervormingen. Thatcher introduceerde het monetarisme, privatiseerde zowat alle staatsbezittingen en - heel belangrijk - brak de macht van de vakbonden. Thatcher was, in de woorden van Andrew Marr, een eenpersoons orkaan. En wat had Groot-Brittannië die frisse wind nodig. Haar radicale beleid heeft succes gehad, maar had nooit doorgang kunnen vinden als het land niet al op sterven na dood was geweest.
De les van de jaren zeventig? Als we willen dat Frankrijk daadwerkelijk hervormt, moet het allemaal nog veel erger worden. Pas als de doden niet meer begraven worden, is er in landen als Frankrijk, met zijn bestuurlijke conflictmodel, daadwerklijk voortgang te boeken. Maar als de apocalyps compleet lijkt, staat er een Margaret Thatcher op. Frankrijk kan er alleen maar op hopen.