De internationale druk op het Syrische regime neemt toe. Na maanden van gewelddadige schermutselingen tussen demonstraten en de veiligheidstroepen van president Bashar al-Assad riep de Franse minister van Buitenlandse Zaken afgelopen week op tot het scheppen van "beveiligde zones" in het land. Hij zei nog geen militaire stappen te willen ondernemen om dergelijke bufferzones te beschermen maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd te zijn.
Frankrijk nam in Libië het voortouw maar de NAVO is
nauwelijks bij machte om een soortgelijk avontuur in Syrië aan te gaan. Het afdwingen van een vliegverbod is haalbaar maar nutteloos. Het Syrische leger bestookt protesten vanuit tanks, niet vanuit de lucht.
Toch is de USS George H.W. Bush op dit moment via de Middenlandse Zee onderweg naar huis. Dit nieuwste vliegdekschip in de Amerikaanse marine draagt maar liefst negentig straaljagers en helikopters met zich mee en kan binnen enkele dagen voor de Syrische kust worden ingezet. Tevens riepen de Verenigde Staten hun burgers op om "onmiddellijk" Syrië te verlaten terwijl de Amerikaanse ambassadeur keert volgende maand niet naar het land terugkeert.
Turkije zou de leiding op zich kunnen nemen. Dat land verklaarde bij monde van president Abdullah Gül in augustus al het vertrouwen in Assad te hebben verloren. Volgens Gül was er in het Midden-Oosten geen plek meer voor dictaturen als die van Assad. "De leiders van deze landen zullen het initiatief moeten nemen of zij zullen door geweld veranderen," waarschuwde hij.
Het was opmerkelijk dat Turkije de Syrische president de les leerde nadat het jarenlang een beleid van "geen problemen met buren" had gevoerd. De volksopstanden in de Arabische wereld dwongen de Turken tot een verandering. De banden die zij met dictators als Assad hadden opgebouwd bleken nutteloos toen het erop aan kwam. De Syriër weigerde naar Ankara te luisteren, zelfs nadat Hosni Mubarak in Egypte ten val was gebracht.
De Turken wensen stabiliteit in de regio. Dat is goed voor hun handel en stelt hen in staat om buiten het Midden-Oosten een rol van betekenis te spelen. Het beleid van premier Recep Tayyip Erdo?an was er de afgelopen jaren op gericht om nauwe banden te smeden met alle omringende landen, ook Syrië en Iran die zich onttrokken aan de heersende orde. De Turken hoopten zich op die manier als een regionale grootmacht te ontpoppen. Daarom onderhandelden zij vorig jaar bijvoorbeeld met de Iraniërs over hun atoomprogramma. (Hoewel zij daarbij weinig resultaat boekten.)
De Fransen hebben andere belangen. Zij zouden wellicht een rol willen spelen in een Syrië na Assad maar op de korte termijn zijn zij voornamelijk begaan met de Arabische monarchiën die de afgelopen maanden nauwelijks protesten hebben gekend en samen tegen Iran en Syrië zijn gekeerd.
Met het wegvallen van Egypte en Irak als machtsfactoren in het Midden-Oosten staan Iran en Saoedi-Arabië recht tegenover elkaar. Het oliekoninkrijk wint bondgenoten in Jordanië en Marokko terwijl de ayatollahs tandenknarsend toekijken hoe hun enige Arabische vriend de greep op de macht lijkt te verliezen. Valt Assad, dan wordt het voor Teheran lastiger om Hezbollah in Libanon te steunen en indirect oorlog te voeren tegen Israël.
Frankrijk heeft economische belangen in landen als Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten. Hiermee deelt het kerntechnologie. President Nicolas Sarkozy heeft ook Egypte, Katar en Saoedi-Arabië aangeboden om dit vlak samen te werken. Avera, EDF, GDF Suez en Total slaagden er in 2009 niet in om gezamenlijk tot een overeenkomst te komen met de emiraten om daar kernreactoren te bouwen. Sarkozy wenst dergelijke samenwerking om de Franse kernindustrie te helpen. Ook vliegtuigbouwer Airbus en de Franse wapenindustrie hopen op contracten met de rijke oliesjeiks.
Nadat de Saoedische koning Abdoellah het geweld in Syrië van de zomer veroordeelde volgden de kleine Golfstaten snel met vergelijkbaar diplomatiek geweld. De Arabische Liga zette Syrië twee weken geleden uit de club. Nadat het land deze week een vredesplan negeerde heeft de liga zich op vervolgstappen beraad.
Komt de liga tot een gezamenlijk standpunt, dan zou Frankrijk op basis daarvan met een ontwerpresolutie kunnen komen in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Hoewel China en Rusland niet zitten te wachten op nog een Westers avontuur zou Turkije daarmee de diplomatieke dekking hebben die het wellicht nodig acht om te kunnen interveniëren. Er wordt in dat land hevig gespeculeerd over de mogelijkheid om bufferzones in Syrië op te zetten. Vraag is nu of Turkije bereid is om
de Arabische Lente in Syrië te redden?