Vlaardingerbroek is het met de uitspraak niet eens. 'In de regel sluit men in de rechtspraak aan bij de grens van 24 weken, omdat tot dat tijdstip de moeder kan besluiten haar kind te laten aborteren. Mijn mijns inziens verdient het kind vanaf het moment van conceptie alle bescherming, temeer daar de belangrijkste aanleg van het kind plaatsvindt in de eerste maanden', zegt de hoogleraar. Zelf had hij als rechter in dit geval ook wel een ondertoezichtstelling aangedurfd en wijst hij daarbij op artikel 1.2 van het burgerlijk wetboek. Daarin staat: 'Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikswijls zijn belang dit vordert.'