Filmmaker en fotograaf Johan van der Keuken wilde de werkelijkheid vastleggen en manipuleren. EYE toont een overdonderend overzicht van zijn oeuvre.
In filmmuseum EYE is momenteel de tentoonstelling Johan van der Keuken/Tegen het licht te zien over de Nederlandse filmmaker en fotograaf Johan van der Keuken (1938-2001). De expositie richt zich vooral op het filmisch materiaal van Van der Keuken.
We krijgen een indrukwekkend doch chaotisch overzicht van zijn werk; al vanaf het moment dat je de donkere expositieruimte betreedt, word je van alle kanten bestookt met beeld en geluid. Montage is hierbij het kernwoord; een aantal films is uit elkaar getrokken en de beelden zijn vervolgens naast elkaar gezet. Zo kan het dus zijn dat je naar drie doeken staat te kijken waarop dezelfde film wordt vertoond, met op elk doek andere beeldfrequenties. Als bezoeker word je overdonderd door de vele fragmenten, herhalingen en variaties van beelden, allemaal ook nog eens begeleid door muziek. Het is even wennen, maar het geeft een goede impressie van de veelzijdige en betrokken filmer die Johan van der Keuken was.
Hij begon ooit als fotograaf in EYE zijn ook fotoseries van zijn hand te bewonderen maar nam al gauw geen genoegen meer met stilstaande beelden. Hij had moeite met het eenduidige definitieve beeld van de fotografie. De werkelijkheid, voor zover deze al bestond, was niet met één klik vast te leggen, vond hij. Fotos hadden niet de impact die hij kon bewerkstelligen met bewegend beeld en dan vooral met het monteren daarvan. Daarmee kon hij beelden met elkaar laten botsen en er een patroon in aanbrengen.
Van der Keuken maakte voornamelijk documentaires, al had hij zelf soms moeite met deze benaming. Als je zijn films ziet, begrijp je ook waarom: het zijn geen gewone documentaires in de traditionele zin van het woord. Er is geen commentaar, geen opbouw, geen conclusie. Van der Keuken observeert voornamelijk en wij kijken mee.
In zijn eerste film Paris a lAube (1957-1960) zijn we getuige van een ontwakend Parijs. De stad komt langzaam tot leven terwijl we een van de passanten op de voet volgen. In De Poes (1968) zien we beelden van spinnende en slapende katten en in Wat zijn Mooie Meisjes (1959) volgen we een aantal jonge vrouwen in het Amsterdamse straatbeeld. Er gebeurt eigenlijk niks, en er wordt ook geen woord gesproken, maar toch zijn het fascinerende beelden, waarbij de muziek altijd opvallend aanwezig is.
Natuurlijk zijn er ook films die dieper gaan, zoals de documentaire Vier Muren (1965) waarin de woningnood in Amsterdam in beeld wordt gebracht. Van der Keuken toont woningzoekende mensen die het bureau voor Volkshuisvesting bezoeken en daar hun nood komen klagen. Ook zijn er beelden van huizen waar grote gezinnen onder de meest erbarmelijke omstandigheden wonen. Hier observeert Van der Keuken niet alleen, hij stelt de schrijnende situatie duidelijk aan de kaak. Later zal hij dit vaker doen; in de jaren zeventig reist hij de wereld af om de verschillen tussen arm en rijk ongenadig in beeld te brengen. De montage gebruikt hij dan om de tegenstellingen tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden te benadrukken. De Nieuwe IJstijd (1974), onderdeel van een drieluik, is hier een goed voorbeeld van.
In 1998 krijgt Johan van der Keuken te horen dat hij lijdt aan prostaatkanker en dat hij nog maar enkele jaren te leven heeft. Hij besluit om nog één keer op reis te gaan en plekken te bezoeken waar hij speciale herinneringen aan heeft. Deze reis legt hij vast in zijn laatste film De Grote Vakantie, die hij voltooit in 2000; een jaar later overlijdt hij te Amsterdam.
Met de tentoonstelling in EYE wordt geprobeerd om deze fotograaf/filmmaker en zijn gevarieerde oeuvre de aandacht te geven die hij verdient. En daar slaagt het filmmuseum in. Sommige van zijn films zijn sinds jaren opnieuw te zien, zoals het al eerder genoemde Wat zijn Mooie Meisjes en Een Zondag, waar niemand minder dan Remco Campert het scenario voor heeft geschreven. Een scenario? Jazeker. Een Zondag (1960) is één van de weinige fictieve films die Van der Keuken heeft gemaakt. Een (korte) film met een verhaallijn dus. Absoluut een aanrader! Gelukkig kun je deze en een aantal andere films rustig op een bankje met een koptelefoon op bekijken. Een andere aanrader is Beppie (1965), een ontwapenend portret van een tienjarig Amsterdams meisje dat destijds naast de familie Van der Keuken woonde. Deze film wordt in een apart zaaltje vertoond, maar als u de expositie bezoekt, kunt u er te allen tijden naar binnen lopen. Zeker doen dus.